Het thema van Wereldverteldag 2019 is ‘Mythes, legendes en heldendichten’ en de vraag die natuurlijk het meest voor de hand ligt is: wat zijn dat precies? Menigeen zal vooral de associatie leggen met “oude volksverhalen” en dat klopt globaal ook wel. Maar in de wetenschap hebben de termen specifieke betekenissen. Nou ga ik de lezer niet vervelen met hoogdravende definities, maar ik wil toch kort het verschil uitleggen. Bedenk daarbij dat deze termen in de 19e eeuw in het wetenschappelijke jargon zijn opgenomen, en dat wij Nederlanders ons toen vooral oriënteerden op het Duitse onderzoek, dat ik voor volksverhalen maar even laat beginnen met het serieuze werk van de gebroeders Grimm.
Mythes zijn polytheïstische verhalen: er komen meerdere goden in voor die zich in veel gevallen met de mensen bemoeien. Als oppergod Zeus zijn wellustig oog laat vallen op prinses Europa, verandert hij zich in een witte stier. Zodra Europa spelenderwijs op de rug van de stier is geklommen, zwemt Zeus met haar naar Kreta en verkracht haar. Europa bevalt van Minos, die later koning van Kreta zou worden. Dit is dus een mythe, maar die kennen we vooral van de Grieken, en later van de Romeinen, die er beiden een vroege schriftcultuur op nahielden. De Germaanse stammen die in onze delta woonden, hadden geen noemenswaardige schriftcultuur en we zijn dan ook bar slecht geïnformeerd over een eventuele mythologie van de Lage Landen. Getuige dagen als woensdag, donderdag en vrijdag zal er wel iets van geloof aan Wodan, Donar en Freya hebben bestaan, maar verhalen in de Oudnederlandse volkstaal zijn er niet. Dan moeten we naar het oosten en naar het noorden kijken, waar nog wel wat is opgetekend. Als we enig tastbaar bewijs verlangen voor een mythologie aan de Noordzee, dan zijn er de uit zee geviste altaarbeeldjes van Nehalennia die van een boot stapt met haar mand vol appelen en haar hond. Ook hier kennen we eigenlijk geen echt verhaal bij – zij zal wel een godin van de zee zijn geweest die overvloed of vruchtbaarheid bracht (de appelen). De hond zal waarschijnlijk symbool staan voor haar trouw. De gelovers waren destijds overigens geromaniseerde Zeeuwen, want de opschriften van de beeldjes waren in het Latijn. Op het moment dat de Germaanse stammen zich alhier tot het Christendom bekeerden, en in de volkstaal gingen schrijven, is er van Wodan en Nehalennia al geen spoor meer te bekennen.
Dan legendes: vaak stellen mensen ze gelijk aan sagen. Sagen gaan over bovennatuurlijke zaken (toverij, spoken) en over helden met bovenmenselijke kwaliteiten. Legendes gaan echter strikt genomen over heiligen of heilige voorwerpen. Het woord legende houdt verband met het Latijnse werkwoord “legere” wat lezen betekent. In kloosters werden tijdens de maaltijd de verhalen over heiligen voorgelezen, in eerste instantie in het Latijn. Pas eind 12e eeuw schreef Hendrik van Veldeke een boek met legenden in de volkstaal over Sint Servaas. Legenden zijn een christelijk, en meer speciaal een katholiek genre, en komen pas voor na de kerstening van bevolkingsgroepen in de middeleeuwen. Omdat legenden mooie wonderbaarlijke verhalen waren, werden ze ook in de volkspreek en de mondelinge overlevering weer doorverteld, om de luisteraars te stichten.
Tot slot de heldendichten: dit genre is weer heel oud. Het oudste heldenverhaal is in spijkerschrift opgetekend in Sumerië zo’n 4000 jaar geleden: het Gilgamesj-epos. De kleitabletten met spijkerschrift zijn bewaard gebleven dankzij een brand in een bibliotheek: ze werden door de hitte gebakken. Heldendichten kunnen uit meerdere episodes of sagen zijn opgebouwd en konden (ook in de mondelinge overlevering) uitgroeien tot epische proporties. Uit de Griekse oudheid kennen we bijvoorbeeld de avonturen van Odysseus, en uit de Germaanse oudheid de verhalen over Siegfried. In de Lage Landen zijn in de middeleeuwen heldenepen opgetekend over ridder Roeland (het Roelandslied) en over de van oorsprong Britse koning Arthur en zijn ridders van de Ronde Tafel.
Om vertellers voor Wereldverteldag van enige inspiratie te voorzien, maakte stagiaire Anouk van der Knaap voor de Nederlandse Volksverhalenbank van het Meertens Instituut een kleine bloemlezing van Nederlandstalige verhalen met mythes, legendes en heldendichten. Daar komen we onder meer de (van oorsprong Griekse) mythe tegen van Narcissus, die gestraft wordt door de godin Afrodite. Maar we vinden er ook een mythisch verhaal over de spin Anansi en de god Nyankopon, en hoe de maan is ontstaan. Voor wat betreft de legendes kon natuurlijk het verhaal over Sint Nicolaas niet ontbreken. Het heldendicht over Lancelot staat ook echt nog op rijm en in de originele taal: het Middelnederlands. Maar voor de overige teksten is er gekozen voor Nederlandse hervertellingen in proza. Met de keuze voor Sint Joris en de Draak is natuurlijk wel een beetje gesmokkeld, want dit heldendicht van een drakendoder is tevens een legende over een heilige ridder.
Dit blog verscheen eerder op de website van de Wereldverteldag: http://www.wereldverteldag.nl/blog/186-mythes-legendes-en-heldendichten
Laat een reactie achter