Door Marita Mathijsen
Toen de VU op 23 december 1880 de allereerste collegereeks opende, zaten er vijf studenten in de Schotse Zendingskerk, een eigen gebouw was er nog niet. Vijf studenten voor de hele nieuwe universiteit, evenveel als er nu studenten zijn voor de bachelor Nederlands. De protestantse natie was trots op die vijf studenten: er was een particuliere universiteit gerealiseerd, met vooralsnog drie faculteiten: rechten, letteren en godgeleerdheid. Voor de oprichting was een kapitaal nodig geweest van een ton guldens – dat werd voor een deel bijeengebracht door de ‘kleine luyden’ van inspirator Abraham Kuyper. Voor de financiële voortzetting bleef de VU tot 1970 afhankelijk van bijdragen uit eigen kring: in protestantse gezinnen stond het groene spaarbusje klaar, ook het kleine werd gewaardeerd.
Afgang
Toen Abraham Kuyper in 1880 zijn befaamde inwijdingrede hield, Soevereiniteit in eigen kring, wees hij Bilderdijk, Da Costa en Groen van Prinsterer aan als degenen die een ‘geest van genade, gebed en geloof’ teruggebracht hadden in eigen kring, na de rampzalige Franse Revolutie. Het Réveil, een in de literatuur gewortelde beweging, had de aanbidding van aardse machten teruggebracht en daarmee werkelijke vrijheid. Zie hier de oorsprong van en de motivatie voor de Neerlandistiek aan de VU. De eerste hoogleraar Nederlandse taal- en letterkunde die aangesteld werd in 1925, was Jacobus Wille, vooral gericht op de historische literatuur en een Bilderdijkbewonderaar. Hij zou zich ook gaan ontfermen over de bibliotheek, die hij uitbouwde met prachtige historische boeken en documenten.
Vijf bachelorstudenten waren de reden van de VU om in 2019 te stoppen met de bachelor Nederlands, die overigens eigenlijk al niet meer bestond. Er is alleen een uitgeklede variant met de naam: ‘Literatuur en samenleving: Nederlands’. Met zo’n benaming voor een studierichting ben je al bijna kansloos op de middelbare school. Wie durft aan zijn klasgenoten te bekennen dat hij ‘literatuur en samenleving’ gaat studeren? Mislukking en somberheid is ingebouwd. De benaming verdoezelt dat bij Nederlands studeren ook taalkunde en taalbeheersing hoort, en dat je grammaticalessen moet kunnen geven als je leraar Nederlands wil worden. Degenen die het vak Nederlands aan de VU teruggebracht hebben tot ‘literatuur en samenleving’ moeten in verregaande onnozelheid gedacht hebben dat daarmee meer studenten aangetrokken zouden worden. Terwijl juist de diversiteit van het vak, met historische en moderne literatuur, met historische en moderne taalkunde, met taalbeheersing, het vak zo mooi maakt en tegelijk zo plooibaar en toepasbaar in de maatschappij. Met die reducering is de afgang van Neerlandistiek aan de VU dus ingezet. En nog eens onderstreept door de opheffing van het Museum van Willem Bilderdijk twee jaar geleden, die ooit een boegbeeld van de VU was.
Afgod
Het is onverdraaglijk en onvergeeflijk dat een erkende, gesubsidieerde brede universiteit in Nederland zijn eigen moedertaal niet meer bestudeert. Zou er één ander ontwikkeld land ter wereld zijn waar dat mogelijk is? En moet de economie de motivatie zijn om iets op te heffen? Studeren kost de staat geld, hoewel op vijf studenten Nederlands minder toegelegd wordt dan op vijf studenten medicijnen. Is er dan geen enkel vertrouwen in de mogelijkheden tot groei? Aan de Universiteiten van Leiden en Nijmegen is het aantal eerstejaars Nederlands dit jaar wél toegenomen.
De geschiedenis van de Neerlandistiek aan de VU was er tot nu toe een om trots op te zijn, met gerenommeerde hoogleraren en hoogwaardige proefschriften in de loop der jaren. Het Nederlands, de taal van de Bijbel, van Bilderdijk, van Maarten ’t Hart en Jan Siebelink, die zou juist aan de VU bestudeerd moeten worden vanwege de rechtstreekse band met het verleden. De vaders die de VU oprichtten, met hun geloof in educatie voor de kleine luiden, die daarvoor het kapitaal vergaarden onder die kleine luiden, geloofden dat taal, godsdienstigheid, maatschappelijke betrokkenheid samenhangend waren te bestuderen. De VU zou zich diep moeten schamen dat ze de afgod Mammon is gaan vereren.
Dit artikel verscheen ook op het eigen weblog van Marita Mathijsen.
Mary Zijlstra-Kröner zegt
Dank voor dit verhelderende artikel. ‘Literatuur en samenleving: Nederlands’. Inderdaad wie kiest dat. De school voor Taal- en Letterkunde in Den Haag zat vol en leverde prima leraren af, maar werd opgeheven. Er valt zoveel over te zeggen, maar het is alles tevergeefs.