Door Linda Duits
De VU stopt met de studie Nederlands en ineens is het land te klein. Alsof de afdeling niet in september de noodklok had geluid en alsof er nooit signalen zijn geweest dat het voortbestaan van talenstudies in het gedrang is. Waar ik me al jaren over verbaas is waarom aankomend studenten liever voor een hippe massastudie kiezen dan voor kleinschalig onderwijs in een klassieke discipline.
Als docent bij eerst communicatiewetenschap en later media & cultuur ben ik hoorcolleges gewend die soms niet in bestaande zalen passen. Werkgroepen puilen uit: 25 studenten zijn de regel, soms krijg je er 28 want het is nou eenmaal niet anders en in het ergste geval sta je voor 40 mensen met je activerende werkvormen. Studenten zijn verbaasd als je hun naam weet en scripties worden geschreven in klasjes met gedeeld thema.
Talig sexy
Het is hartstikke leuk om iets met media en/of communicatie te studeren en er zijn eindeloos veel beroepen die je daarmee kunt uitoefenen. De competenties die je opdoet bij deze studies verschillen echter nauwelijks van de academische vaardigheden bij zusteropleidingen. Als je als communicatiemedewerker aan de slag wilt kan dat ook met sociologie, wil je als redacteur bij een televisieprogramma werken dan kan dat ook met Scandinavische talen & culturen.
Sterker nog, je kunt je veel beter onderscheiden als alumnus Scandinaviëstudies. Niet alleen heb je tijdens je studie volop persoonlijke aandacht genoten, je cv valt direct op in de enorme stapel vrijwel identieke studenten media/communicatie. Die komen naast van twee grote afdelingen aan de UvA, ook van de VU, RUG, UT, RU, EUR, Tilburg en Leiden. Tel daarbij een waaier aan soortgelijke hbo-opleidingen op en je snapt dat je bij het solliciteren op een sexy baan als copywriter met een studie Nederlands een grote voorsprong hebt.
Domme minister
Onze minister weet dat allemaal niet. Van Engelshoven maakte zichzelf weer eens volslagen belachelijk met haar reactie. ‘Volgens de minister denken veel jongeren dat ze met Nederlands alleen maar voor de klas kunnen staan als docent, maar is dat een misverstand. “Je kunt er ook vertaler of redacteur bij een uitgeverij mee worden”’ tekende de NOS op.
Dat is een grove schoffering van docenten, in een tijd waarin juist de onderwijsminister er alles aan zou moeten doen om de status van dat beroep te verhogen. Daarnaast is de uitspraak tekenend dom: vertaler kan je nou juist net niet worden met Nederlands.
Toen Zihni Özdil (Groen Links) en Harry van der Molen (CDA) in oktober Kamervragen stelden over de dreigende verdwijning aan de VU, gaf Van Engelshoven tegenstrijdig antwoord: ze vond het geen overheidstaak de studie te behouden, terwijl ze Nederlands ook onmisbaar noemde. Onderdeel van haar antwoorden was het riedeltje dat ze van haar voorganger heeft afgekeken: ze onderkende het probleem, vond het ook echt reuze gewichtig, was al met initiatieven bezig maar wilde toch eerst nadere analyses afwachten. Terwijl die onderzoeken lopen, trok de VU dus de stekker eruit.
Imago
Zonder studenten geen opleiding, dat snapt zelfs de grootste socialist. Het is dus zaak dat er per direct gerekruteerd gaat worden, want dat is al minimaal vier jaar te laat: op Indeed staan momenteel 208 vacatures voor Docent Nederlands in de regio Noord-Holland. De studie kampt met een imagoprobleem. Dat los je niet op door statistiek te gaan aanbieden, maar – zo weet iedere eerstejaars media/communicatie – dat fiks je met betere branding.
Als het moet, blijkt onze regering razendsnel te kunnen handelen en zomaar miljoenen tevoorschijn te kunnen toveren. We weten ook dat de coalitiepartijen geen enkele cultuur zo’n warm hart toedragen als de Nederlandse, gezien de waarde die zij hechten aan paaseitjes en het Wilhelmus.
Het moet dus geen probleem zijn om een flink marketingbudget – laten we zeggen: €680 miljoen – per direct beschikbaar te stellen aan de Bureaus Communicatie van de nog overgebleven universiteiten. Die kunnen dan de beste communicatiedeskundigen en mediamensen inhuren om scholieren te verleiden een andere studiekeuze te maken dan zijzelf hebben gedaan.
Dit stuk verscheen eerder in Folia.
Wouter van der Land zegt
“De studie kampt met een imagoprobleem. Dat los je niet op door statistiek te gaan aanbieden, maar – zo weet iedere eerstejaars media/communicatie – dat fiks je met betere branding.”
Dit lijkt mij onjuist. Leerlingen hebben jarenlang gezien wat het vak Nederlands inhoudt. Dat stel je dus niet bij met een campagne. Ik herinner me van even geleden een campagne om sherry weer hip te maken. Er werden wildplakposters ingezet met prikkelende kopregels in een modieus lettertype.Sherry bleef iets wat je tante drinkt.
Wat werkt is een iets ander product onder een andere naam te promoten. Om bij sherry te blijven: Pedro Ximenez is uitgegroeid tot een populair drankje in restaurants (bij de kaas).
Noem het dus Dutch Studies of zoiets en maak het mogelijk dat leerlingen kiezen voor een afstudeerrichting communicatie of computertaalkunde.