Nultaal (24)
Door Jan Renkema
Zonder nul is er geen wiskunde. Zonder niets is er geen communicatie. Want niets in taal is niet niets, maar iets. In deze serie een verkenning van onder meer: de stilte, de spatie, de betekenis van de punt, wat er gebeurt tussen ‘navel’ en ‘truitje’, het inhoudsloze gesprek, ‘Dat hebt u mij niet horen zeggen,‘E 621’ op een verpakking en verbale reddingsvlotten. Niets?zeggend, nee: Iets!zeggend.
Het dataverkeer blijft maar groeien. Naar verwachting heeft de mensheid in 2020 in totaal 45 zettabytes geproduceerd.
Dat lijkt me nogal wat. Maar wat betekent dat eigenlijk? Wat is een zettabyte? Dat is 1 triljard bytes, dus een 1 met 21 nullen. Maar hoe maak ik me daar een voorstelling van? Ah, zegt de dataspecialist dan, dat kunnen we concretiseren: 45 zettabytes is 7,5 maal het totaal aan zandkorrels op aarde. Oh, indrukwekkend.
Ik deed mee aan een heel moeilijk dictee, en had negen fouten.
Dat lijkt me nogal wat. Maar wat betekent dat eigenlijk. Is negen fouten nu veel of weinig. Nou, de prijswinnaar had er vier. Oh, dat ben je behoorlijk goed in spellen.
Getallen, ze krijgen hun waarde door hun positie in het getalssysteem. Maar daarmee is lang niet alles gezegd. Een getal krijgt pas echt betekenis in vergelijking. Het standaardvoorbeeld is een vijf voor wiskunde. Je kunt er pas echt iets mee wanneer je weet wat de rest van de klas heeft.
Dus, getallen op zich zeggen vaak niets, en het iets wat er mee bedoeld was, wordt alleen maar duidelijk in vergelijking. Maar nu komt het: de vergelijking moet dan wel duidelijk zijn. De cijferverdeling in een klas is dan veel duidelijker dan het aantal zandkorrels. Nog een voorbeeld.
Het voedselhulpprogramma heeft er afgelopen jaar voor gezorgd dat 4 miljoen ton voedsel kon worden afgeleverd in vluchtelingenkampen.
Hoe moeten we dit interpreteren? In het jaarverslag werd een vergelijking gemaakt: “Dit betekent dat al die vrachtauto’s samen een lengte hebben van 5000 km.” OK, maar is dat veel of weinig? “Nou dat is zo ongeveer de afstand Amsterdam – Sana’a (de hoofdstad van Jemen.” Juist, maar wat hebben we aan zo’n vergelijking? Die 4 miljoen ton voedseltransport kunnen we pas interpreteren wanneer we het totaal aan voedseltransport wereldwijd per jaar weten, of wanneer we weten hoeveel hulpgoederen in de voorafgaande jaren werden getransporteerd.
Hoe zorg je ervoor dat het nietszeggend getal toch iets zegt? Prikkel de verbeelding, is het het antwoord. Maar hoe doe je dat? Neem de lichtsnelheid.
De lichtsnelheid is 299.792.458 meter per seconde.
Zeg maar 300.000 km. Een mooie verbeeldingsrijke concretisering is:
Het licht gaat 7 keer rond de aarde in 1 seconde.
We kunnen dus in het nietszeggende van een getal wel ‘iets’ laten oplichten. Maar zorg dan wel dat de vergelijking klopt. Neem de omschrijving van een nanoseconde, een miljardste van een seconde (10-9). Je kunt dan de volgende vergelijking gebruiken: “Er gaan zoveel nano’s in één seconde als er seconden gaan in dertig jaar.” Maar als iemand dat gaat narekenen …
Mijn favoriete voorbeeld komt uit mijn favoriete boek over stijl: het Handboek Stijl van Peter Burger en Jaap de Jong. Het gaat over het grootste (historische) woordenboek ter wereld. En dat is toevallig een woordenboek van het Nederlands: het ‘Woordenboek der Nederlandsche Taal’ (het WNT). Vijf generaties taalkundigen hebben eraan gewerkt (vanaf 1851). De laatste aanvullingen verschenen in 2001. Hoe groot is het grootste woordenboek ter wereld?
Het grootste woordenboek ter wereld, ons eigen WNT, telt in totaal 43 kloeke banden met 49.255 tweekoloms pagina’s.
Hoe geeft je dit nu aanschouwelijk weer. Ja, ‘drie meter boeken’. Maar zegt dat nog iets, nu dit woordenboek der woordenboeken ook (gratis!) digitaal raadpleegbaar is? Wat zegt het Handboek Stijl (editie 2002, pag. 94)?
Een woordenliefhebber die er op zijn twintigste een gewoonte van maakt voor het slapengaan twee pagina’s te lezen, zal pas op zijn tachtigste de laatste kolom bereiken.
Zoiets ga je niet narekenen. Het beeld blijft hangen. Natuurlijk, verbeelding is niet zo precies. Natuurlijk, er is kritiek mogelijk. Hoe is de leessnelheid berekend? Hoe lang doet men in Engeland, China, Spanje over het grootste woordenboek daar? Maar verbeeldingskracht bewijst dat taal meer dan rekenen is: zo wordt een getal dat niets zegt taal die iets zegt.
Lucas zegt
Dit is toch echt fascinerend; hoe concreet taal (getallen) lijkt, maar hoe nietszeggend het is voor ons.
Die zandkorrels zijn zo nietszeggend omdat het gaat om het getal, niet de relevante eenheid. Waarom zeggen ze niet hoeveel uren YouTube video in HD dat is of zo? Dan kun je je tenminste iets van een voorstelling maken.
Ik vind dit zelf een fascinerend fenomeen bij eenheden. Een mijl is 1,6km, maar dat maakt het alleen maar duidelijk omdat je opgegroeid bent in een samenleving waar je afstanden in die eenheid uitdrukt. Concreet wordt het niet. Celsius is voor mensen niet helderder dan Fahrenheit; maar ze staan voor warmte, wat je voelt als je buiten bent en of je een trui of een T-shirt moet dragen. Dat begrijpen we, en daar relateren we die dingen aan.
Alleen de wetenschap heeft baat bij scherpe definities van eenheden en grootheden. Voor de mensheid gaat het om wat het voor ons betekent.
nieuwenhuijsen zegt
Weinigzeggend is bijvoorbeeld ook: ‘ze verdient 4000 euro.’ Dat dit ons weinig zegt, heeft echter een oppervlakkiger oorzaak: er ontbreekt de specificatie ‘per maand’, ‘per week’, ‘per jaar’ of ‘per dag’. Wie erop let, komt dergelijke lacunes nogal eens tegen.