Door Bas Jongenelen
Het verbaasd me niets dat werkwoordspelfouten erger gevonden worden dan fouten met de tusse-n. Laten we met de vrimibo een commissie oprichten die ervoor ijvert om de spelling met de vermaledijde n vrij te laten. Hondehok of hondenhok? Pannekoek of pannenkoek? Maneschijn of manenschijn? Kies wat je wilt. De oprichtingsvergadering begint bij de eerste ‘plop’ van vandaag.
Rob Duijf zegt
De pannekoek is cultureel erfgoed. Die pannenkoeken van de spellingcommissie snappen er al sinds 1995 niets van.
Joke van Overbruggen zegt
Een ander woord voor pannekoek is struif
maar ik ben het helemaal eens met Rob Duijf
en waarom in hmelsnaam manenschijn
Henk Smout zegt
‘Verloederd’ enz. als tegenwoordige tijd moet FOUT blijven.
En Prof. dr. E.I. Kipping heeft ‘bewezen’ dat het pankoek hoort te zijn:
Drabkikker zegt
Kunstlievende! vergun my onder uw gezicht
Te brengen, deze Proef, die d’Eersten der Klinkletters,
Zo onvermydlyk in de Vorm des Letterzetters,
Geheel steld uit zyn dienst en keerd uit dit Gedicht:
Dus Hy den stommen speeld, terwyl Hy niets verricht.
Hoe, dunkt U zulks zo vreemd? ’t is evenwel niets ketters
In Letterkunst! of, eischtge iets beters of iets netters?
Verschoon beperkte Kunst by ’t geen zy is verplicht!
Dien Eersten Letter, zo bekend in veelen Oorden,
Die dikwerf zyn geluid by onderscheiden Woorden,
Doet hooren en door Oud en Jong zo luidkeels spreekt!
En klinkt! en zingd! is hier bevolen stil te zwygen,
Om in dit Klinkdicht geen de minste stem te krygen:
Ten einde elk uwer zie en hoor, hoe Hy ontbreekt.
Albertus Frese, Proeve van vyf klinkdichten, in welke naer rang zyn uitgelaten de vyf vocaelen of
klinkletters, Delft 1784.
DirkJan zegt
Ik ben voor een vaste standaardspelling. Als je die vrij laat en iemand schrijft manenschijn, dan komt hij toch niet al te snugger over.
Drabkikker zegt
Als je helemaal geen vaste spelling hanteert kan iemand het ook niet fout doen.
Harry Reintjes zegt
tuurlijk. anarchie, de oplossing
Rob Duijf zegt
Dat ben ik helemaal met je eens. Met uitzondering dan van ‘pannekoek’, al is het maar als eerbetoon aan opa die zich, met de bretels op de heupen en met het open mes stond te scheren in het keukentje, terwijl hij perculatorkoffie brouwde op het petroleumstel en pannekoeken bakte voor het kleine Duijfje. Met spek.
Marcel Meijer Hof zegt
Op mijn leeftijd – 64 1/2 [!] – heb ik nu drie spellingshervormingen aan den lijve ondervonden. Daarby las ik veel 19-de eeuwsche en oudere litteratuur en in mijn opvoeding is niet vrij van Franse en later ook Duitse invloeden. Als U allen accoord gaat, ik ben met vacantie !
Peter Nieuwenhuijsen zegt
Welke ‘hervormingen’ waren dat dan? En, aangenomen dat u nog gewoon op een schrijfmachine typt, hoe hebt u deze reactie online gekregen?
Weia Reinboud zegt
Ik ben vóór vrijlaten van de spelling van de tusse-n, en ben dat al heel lang omdat je er ook iets mee kunt uitdrukken. Met paddestoel druk je uit dat er meestal maar plek voor één pad op zo’n stoel is, met paddentrek dat het de trek van veel padden is. De koek zit maar in één pan tegelijk, dus pannekoek. Enz.
Hein Haag zegt
Je schrijft “Het verbaasd me niet…”. Wil je de spelling van de werkwoorden ook vrij laten?
Ton Harmsen zegt
Het tweede woord van Bas Jongenelen, ‘verbaasd’, kan je op twee manieren opvatten: als een spelfout, of (en dat heeft mijn voorkeur) als een signaal: ‘We gaan het nu over gekkigheid in de spelling hebben.’ Dat is voor mij een reden om tégen spellingsanarchie te zijn, regels zijn nodig om er bewust van af te kunnen wijken. Het alternatief voor de Swiebertjenspelling is niet anarchie, maar dat de huidige, onbegrijpelijke regel wordt vervangen door een zinvolle. Ik pleit voor de regel van de geïntendeerde pluralis: ik loop op aarde in de maneschijn, op Jupiter in de manenschijn. Dus pannekoek naast pannenhandel en ruggegraat naast ruggententoonstelling. Bessesap op je wang en bessensap in de fles. En geen taalkundige in de spellingscommissie!
Rob Duijf zegt
Dat klinkt heel zinnig.
Henk Smout zegt
Bas Jongenelen weet heus wel dat het in die zin ‘verbaast’ moet zijn.
Mijn Duitse buurvrouw kreeg bloedserieus ooit de vraag voorgelegd of dat goed Duits was, toen ik een uitnodiging in voor iedere Nederlander begrijpelijk namaak-Duits had opgesteld waarvan ik achteraf alleen maar de ontdekking betreurde welke potentiële fouten ik had verzuimd te maken.