
Door Bas Jongenelen
Uit een volstrekt niet representatieve steekproef onder Twitteraars blijkt dat Toon Hermans een plaatsje in de canon verdient. Onderzocht is niet ten koste van wie. W.F. eruit, Toon erin? De tijd zal het leren. Maar kent u eigenlijk een gedicht van Toon Hermans uit uw hoofd om vanmiddag tijdens de vrimibo (met een blokje kaas in de hand) te declameren? Misschien nog even oefenen? Laat u inspireren: https://www.youtube.com/watch?v=WGdiMt5iCH0.
Zie mijn nieuwskrant 2-1019 op http://www.arspoetica.nl
Zoals misschien voor anderen is Toon geen “guilty” maar “pure” pleasure en voor mij dus absoluut in de canon (ook in de canon van het Nederlandse lied trouwens, zonder Joling).
de tuinman jan-pieter / is zat normaliter / hij is als een hark / en ligt naast zn gieter
hun fietsen lagen in het gras
de ijzeren stangen omhelsden elkaar
een eind verder lag het jonge paar
maar ik liet ze
ik dacht dat zijn zeker die twee van die fietsen
maar ook “moe” en “stiletto”.!!!!!!!
Wat ik zo lees aan voorbeelden van Toon Hermans’ dichtkunst, is het allemaal weinig soeps.
ach kijk, wat leuk. bij dichtkunst denkt hier iemand culinair en nog wel aan de kwantiteit van een voorgerecht
Maar Harry,
kom aan met een proeve van Toon Hermans’ dichtkunst, die lekker smaakt. Voorlopig heb ik zo’n proeve nog niet genoten.
Poëzie lezen doe je samen, vind ik. Het is zeer goed mogelijk dat ik wel van goede wil ben maar toch geen oog heb voor iets en dat ik dus andermans hulp en uitleg goed kan gebruiken.
Och Ronald, dan maar een cliché. over smaak…. Ik lust bijvoorbeeld geen oteboe of blauwbilgorgels. En voor een diner bij restaurant Deelder, god hebbe zijn ziel, hoeft men mij ook niet uit te nodigen.
Ik smul van de schreeuw tegen de algemene moeheid, matheid, langs elkaar heen leven:
-en op t caféterras
puilt de slagroom uit het glas
-ik vind de mensen vaak zo mat
nooit een glimlach op het zebrapad
-ieder onder zijn eigen grijze hoed (lees hoody)
-hoe ze kijken in de tram
hij naar haar en zij naar hem
Ik wil grote borden met “stiletto” een schreeuw om liefde, geweldloosheid onder de mensen
-‘kheb voor niet ene mens iets agressiefs in petto
ik steek ook niemand in zijn rug met een stiletto
-ik heb geen zin om met geweren of pistolen
te schieten op een andere vent, geen denken aan
nee ik maak een wedje met je
hooguit is ’t een schietgebedje
dat ik zachtjes….
-ik wil een nieuwe wereld met alleen maar lieve
waar geen meter plaats is voor de agressieve
waar geen plaats is voor de rijke krijgsmeneren
waar mensen wandelen in plaats van te marcheren
En dan met een geweldig grappig dessert als apotheose en anti-climax
-waar kinderen spelen met confetti in het haar
waar we hopen en vertrouwen
bruggen naar de hemel bouwen
en wie zich daar niet aan houen
die sla ‘k persoonlijk in mekaar
luister ook naar de song en naar Toons warme stem en dan hoor ik graag welke van deze wereldgerechten je het vieste vond.
Beste Harry
Ik waardeer zeer je poging om mij te overtuigen van Toon Hermans’ poëtisch kunnen. Geeft me een warm gevoel op deze rillerige dag. Maar ik voel me voorlopig nog niet overtuigd.
Blauwbilgorgels zijn ook niet aan mij besteed. En Deelder ook niet. Maar even een persiflage:
Overtreffende trap
Rot,
rotter,
Rotterdam.
Ik heb het gevoel dat het levensgevoel van Toon Hermans jou aanspreekt. Maar volgens mij zou het in de poëzie niet zozeer om de inhoud moeten gaan als wel om de vorm/stijl/e.d. Ik kan me dus een gedicht voorstellen dat mij inhoudelijk tegenstaat maar dat mij qua stijl/presentatie/uitwerking zeer aanspreekt. En ook het omgekeerde is mogelijk: een “gedicht” dat overeenkomt met mijn eigen levenshouding maar dat verder rammelt als een compleet autowrak in een fikse storm.
De scenes van de duif en Sinterklaas van TH zijn me overigens zeer lief.
Mijns inziens zou er op deze site eens per week een gedicht uitgediept moeten worden. Het gedicht van de week. En het liefst onder leiding van een gespreksleider die gezeur afstraft.
Ja, stijl, vorm etc. prachtig om te bespreken. Hier hebben wij elkaar al uitvoerig met metaforen en andere beeldspraak bestookt, hoewel ik niet zie dat er aan een echt compleet autowrak nog wat te rammelen valt, ook niet met windkracht tien.
Zo’n uitdiepingen zouden echter niet aan mij besteed zijn, met of zonder gezeur. Bij elke vorm van kunst ga ik voor lelijk-mooi van 1-10, waarbij een achterliggend verhaal de schaal naar links of rechts kan doen doorslaan, en inderdaad afgaand op mijn eigen (levensgevoel), hetgeen, denk ik zomaar, de kunstenaar zelf ook heeft gedaan.
Aan Harry
Ik ga toch liever af op analyses dan op mijn onderbuik. En wat een kunstenaar heeft bedoeld, doet er volgens mij weinig toe. Zelf heb ik wel eens een schilderij gemaakt dat de bedoeling had om alle andere schilderijen overbodig te maken. Maar eerlijk gezegd, het was een zeer overbodig en uiterst slecht schilderij. Jammer voor mijn ego. Dat wel.
Terwijl jij één gedicht analyseert, heb ik al genoten van 10 andere gedichten en songs. Terwijl jij één schilderij analyseert, ben ik ondertussen in het Van Gogh en Kröller Muller gaan genieten en ben ik naar Nuenen, Arles en St.Remy geweest om midden in zijn schilderijen te gaan staan. Met mijn bier- en onderbuik.
Aan Harry
Misschien gaat het om kwaliteit en niet om kwantiteit?
Overigens ben ik wat kunst aangaat, een omnivoor. In elke stijl heb je troep en heb je klasse. Maar hoe onderscheid je klasse van bagger? Dat lijkt mij de brandende vraag.
Uiteraard gun ik jou jouw houding tegenover kunst. Laat dat ook gezegd zijn, hoor.