Jeugdverhalen over joden (79)
Door Ewoud Sanders
Door Evert Jacob Veenendaal Jz. (1833-1906) bewerkt en vertaald uit het Engels
Herkomst en drukgeschiedenis
Evert Jacob Veenendaal Jz. was hoofdonderwijzer in Heteren in Gelderland. Hoogstwaarschijnlijk behoorde hij tot de kringen van het Reveil. Vanaf 1860 publiceerde hij bij verschillende uitgevers tientallen zondagsschoolboekjes. Daarnaast schreef hij allerlei leerboeken, vooral voor de lagere school.
Veenendaal vertaalde en bewerkte minstens dertien zondagsschoolboekjes uit het Engels. De pleegdochter uit ‘De Vliegende Vos’ gaat over de belevenissen van Grace Franksen. Onder die eigennaam werd het verhaal in 1871 afgedrukt in het tijdschrift The Sunday at Home, een uitgave van de Londense Religious Tract Society. Het verhaal speelt echter in Duitsland, wat het waarschijnlijk maakt dat dit christelijke tijdschrift (ondertitel: ‘A Family Magazine for Sabbath Reading’) het uit een Duitse bron heeft overgenomen. Die bron heb ik niet kunnen achterhalen.
De pleegdochter uit ‘De Vliegende Vos’ beleefde drie drukken: eind 1878 verscheen het bij A. van Oosterzee in Amsterdam; eind 1880 bij G. van Bentum in Utrecht en eind 1897 bij A.J.H. Flörke in Hilversum. De eerste twee drukken zijn nergens bewaard gebleven, de derde editie – waaruit hieronder is geciteerd – is alleen bewaard in de collectie van het KinderBoekenHuis in Winsum. In 1900 werden de resterende 2640 exemplaren van de derde druk op een veiling verkocht.
Samenvatting
Het verhaal speelt in de eerste helft van de 18de eeuw in Frankfurt am Main in Duitsland. In het ‘Jodenkwartier’ aldaar woont het joodse weesmeisje Ruth bij haar oom Mozes Franksen en diens gezin. Hoewel Mozes een steenrijke bonthandelaar is, gaat Ruth ‘zoo poover gekleed dat Franksen’s dienstboden haar voor een soort van schandvlek der firma beschouwden, en het kind steeds als een struikelblok op hun weg behandelden’.
Gelukkig maakt Ruth kennis met de weduwe Wesler, die vlakbij de ‘Jodenstraat’ in haar eentje een ouderwetse herberg bestiert: ‘De Vliegende Vos’.
Als ‘geloovige Christin’ besluit juffrouw Wesler om de ‘arme, verwaarloosde’ Ruth bekend te maken ‘met den waren Messias’. Zij leert het meisje om de ‘Lutherschen Bijbel’ te lezen. ‘Met dit vriendelijk onderwijs gingen er jaren voorbij, en het weeskind groeide op tot een schoon, werkzaam, en boven haar jaren verstandig en bescheiden meisje.’ De Heilige Geest werkt ook mee en dit leidt ertoe dat Ruth het geloof van Jezus omhelst.
Dit wordt niet gewaardeerd door Mozes Franksen en de andere joden van Frankfurt, die zo fel reageren dat het Ruth beangstigt. ‘Zij had wel eens gehoord, dat Joodsche ouders liever hun eigen kinderen ter dood brachten, dan dat zij hen belijdenis lieten afleggen van het Christendom.’
Mozes beklaagt zich bij de burgemeester van Frankfurt am Main, maar na een ondervraging beslist die dat zij zich in de Lutherse kerk mag laten dopen. Hierna leeft Ruth verder onder een nieuwe naam: Grace Franksen.
Grace gaat in ‘De Vliegende Vos’ wonen en werken, maar zodra juffrouw Wesler en zij in het Jodenkwartier komen, moeten zij dit bezuren: ze worden met stenen bekogeld, uitgescholden en ‘bitterlijk vervolgd’. Grace hoopt dat dit ooit voorbij zal gaan, maar ‘menschen zijn trouwe dienaars van hun booze driften en de Joden hebben een taai geheugen’.
Politieke onrust in Duitsland leidt ertoe dat de joden van Frankfurt ervan worden beschuldigd dat zij samenzweren tegen het stadsbestuur. Dit blijkt onder meer uit onderschepte brieven van Mozes Franksen. Samen met andere mannen van dit ‘gehate geslacht’ wordt hij opgesloten in de gevangenis.
Bij toeval beluistert Grace in ‘De Vliegende Vos’ een gesprek waaruit blijkt hoe het werkelijk zit: de brieven zijn vervalst. ‘Hier is een lijst van stoutmoedige Duitschers’, hoort zij een man zeggen, ‘die ’t niet kunnen aanzien dat een Christelijke stad door Jodenhonden wordt vertrapt.’ Joden zijn immers allemaal woekeraars, zo beweren de echte samenzweerders.
Grace snelt naar de burgemeester, die de samenzweerders laat oppakken. Ze worden bestraft en verbannen. Voor haar goede diensten krijgt Grace ‘driehonderd daalders uit de stadskas’, een bedrag dat Mozes Franksen verdubbelt nadat hij is vrijgelaten.
Vanaf nu reageren de Frankfurter joden heel anders als zij Grace en de weduwe Wesler tegenkomen. ‘Kwamen zij nu door ’t Jodenkwartier, zoo werden zij door de jeugdigen begroet en door de ouden gezegend.’ Nog belangrijker is dit effect: ‘Dat zij eenigermate den ijzeren slagboom des vooroordeels tegen het Christelijk geloof en den Christelijken wandel wegnam, die zoo lang de Jodenstraat had gekenmerkt; ja men hoorde ouderlingen der synagoge wenschen, dat hun dochters mochten opgroeien tot zulke wijze en goede meisjes als Grace Franksen.’
Doelgroep en receptie
De pleegdochter uit ‘De Vliegende Vos’ was bestemd voor zondagsscholen. Van dit boekje heb ik geen besprekingen gevonden.
Laat een reactie achter