Door Miet Ooms
Waarom is het ‘een buitengewone vrouw’, maar ook ‘een buitengewoon hoogleraar’? Zeg je ‘spek en eieren is lekker’ of ‘spek en eieren zijn lekker’? En hoe zit de tantebetjeconstructie ook alweer in elkaar? Als de taaladviseurs van de Taaltelefoon en Onze Taal zo’n vraag krijgen, grijpen ze bijna altijd naar de Algemene Nederlandse Spraakkunst ofwel de ANS, online te vinden als e-ANS. Omdat het zo’n belangrijk naslagwerk is, werkt de Taalunie al enkele jaren samen met partners uit de onderzoekswereld aan een grondige herwerking en verbetering van de e-ANS. Binnenkort komen de eerste herwerkte hoofdstukken online in een volledig nieuwe digitale omgeving.
Taalunie en grammatica
De Taalunie is altijd al betrokken geweest bij de ANS en beschouwt het als haar opdracht om het voortouw te nemen voor een herziening. Beleidsadviseur Johan Van Hoorde van de Taalunie legt uit: ‘Het ‘gemeenschappelijk bepalen van de officiële spelling en spraakkunst’ staat expliciet als taak vermeld in het oprichtingsverdrag van 1980. Daarom heeft de Taalunie in 1984 al de eerste editie ondersteund toen die in zijn laatste fase zat en de tweede, uitgebreide editie in 1997 mee mogelijk gemaakt.’
De eerste ANS kwam tegemoet aan de grote behoefte aan een praktische beschrijving van de Nederlandse grammatica. Het boek werd meteen met open armen ontvangen door taalwetenschappers en taaladviseurs. Maar toen de eerste editie verscheen, wist de redactie al dat er snel een herziene versie moest komen. Er waren immers nog leemtes, aspecten waar nog geen voorstudies voor bestonden. Die nieuwe versie zag in 1997 het levenslicht in de vorm van twee kloeke delen. In 2002 verscheen de digitale versie, de E-ANS, op het internet. Daarmee nam de toegankelijkheid van de ANS enorm toe. Sindsdien hebben taaladviseurs, taalwetenschappers, docenten en iedereen die op zoek is naar informatie over grammatica hem immers altijd bij de hand.
Nieuwe inzichten, nieuwe visie
Daarna viel het werk aan de ANS zelf stil. Maar dat geldt niet voor het grammaticaonderzoek aan de verschillende onderzoeksinstellingen in Nederland en Vlaanderen. Onderzoekers hebben heel wat nieuwe inzichten verworven die in de ANS verwerkt worden. Bovendien is de visie op de standaardtaal zelf veranderd: het is geen uniform gecodificeerde taal meer die maar één normgevend centrum heeft, maar een genormeerde taal met erkende nationale verschillen die even goed standaardtalig zijn. Die nieuwe inzichten worden wel al verwerkt in de taaladvisering, maar ontbreken in de huidige ANS.
‘Daarom vroeg de Taalunie in 2012 en 2013 aan de specialisten in de Nederlandse grammatica of er behoefte was aan een groot herzieningsproject van de ANS,’ aldus Van Hoorde. ‘Daaruit is een samenwerkingsverband met vijf partners ontstaan, dat sinds 2016 aan de nieuwe ANS werkt. De wetenschappelijke instellingen in kwestie zijn de Universiteit Leiden, de Radboud Universiteit Nijmegen, het Instituut voor de Nederlandse Taal, de Universiteit Gent en de KU Leuven.’ Prof. Timothy Colleman van de UGent, die aan de herwerking meewerkt, merkt op: ‘De belangrijkste inhoudelijke aanpassingen hebben te maken met de nieuwe inzichten over de Nederlandse grammatica uit onderzoek van de laatste twintig jaar en de visie op het Nederlands als pluricentrische taal met nationale variatie.’
Klankleer
Een bijzondere inhoudelijke aanvulling wordt de digitale klankleer van het Nederlands. Prof. Geert Booij van de Universiteit Leiden is de projectleider van deze e-ANK (Algemeen Nederlandse Klankleer). Hij vertelt: ‘In de huidige ANS komt de fonologie van het Nederlands maar heel summier aan bod. Toch is ook daar al lang behoefte aan: studenten en docenten in Nederland, België en het buitenland, en iedereen met belangstelling voor het Nederlands krijgen in de e-ANK gedetailleerde informatie over de klanken van het Nederlands, lettergreepstructuur, de eigenschappen van verbonden spraak, woordklemtoon, intonatie, en de relatie tussen klank en spelling. De Spellingcommissie kan er de spellingadviezen waarin klank en klemtoon een rol spelen op baseren. De e-ANK is inhoudelijk gebaseerd op het Taalportaal, maar de beschrijving wordt aangevuld met gegevens uit recent onderzoek, en aangepast aan een breder publiek. Ook de audiofiles van klankfragmenten zijn afkomstig uit het Taalportaal. De e-ANK wordt eind 2020 voltooid en zal het eerste hoofdstuk worden van de vernieuwde e-ANS.’
Digitale omgeving
‘Om het beoogde brede doelpubliek van taalliefhebber tot specialist te kunnen bedienen, is er ook een volledig nieuwe digitale omgeving gebouwd,’ aldus prof. Colleman. ‘Die bevat verschillende lagen waarin elke gebruiker makkelijk zijn weg moet vinden. De eerste laag is bedoeld voor mensen die op zoek zijn naar een antwoord over een concrete kwestie en basisinformatie. Ze geeft de belangrijkste informatie over een bepaald thema en zal zo weinig mogelijk jargon bevatten. In de tweede laag staat een gedetailleerde beschrijving met wat meer vaktermen, maar nog steeds toegankelijk voor een breed publiek. In de derde laag vinden de professionele taalkundigen de informatie die voor hen relevant is: technische details, verwijzingen naar bestaande publicaties, alternatieve analyses en lopende discussies. Daarnaast is de indeling wat gewijzigd en zijn de zoekfuncties verder uitgebreid. Dat was nodig, want de structuur van de huidige e-ANS voldoet niet meer aan de hedendaagse vereisten op het vlak van gebruiksvriendelijkheid.’
Wanneer krijgen we nu al dat moois te zien? ‘We presenteren nog voor de zomer een proefversie van de eerste drie herwerkte hoofdstukken in de nieuwe omgeving. Aan de hand van de eerste reacties van gebruikers zal de redactie de websitestructuur dan verder verfijnen,’ verklapt Colleman. Tegen het einde van het jaar moet dan de e-ANK volgen. Van Hoorde besluit: ‘Het zal wel nog een tijd duren eer de volledige ANS herzien zal zijn. Het is een ingrijpend traject dat de komende jaren wordt voortgezet. In 2020 wordt een toekomstplan opgesteld. In de tussentijd wordt de oude versie wel opgenomen in de nieuwe omgeving, zodat ook die gebruiksvriendelijker is. De gebruiker zal een indicatie krijgen waaraan hij ziet hoe actueel de grammaticale informatie is.’
Wilt u de huidige e-ANS raadplegen? Dat kan nog altijd hier. Meer informatie over het lopende project vindt u bij het Instituut voor de Nederlandse taal.
Dit stuk verscheen eerder op de website van de Taalunie,
Laat een reactie achter