Door Gudrun Reijnierse
In mijn vorige blog kondigde ik aan om de komende tijd het gebruik van metaforen rondom corona door regeringsleiders, overheidsinstanties, experts, journalisten en burgers extra goed in de gaten te gaan houden. Na zo’n twee weken ‘in de gaten houden’ is het tijd voor een eerste update. Ik begin waar ik de vorige keer gebleven was, namelijk bij de historische en daarna veelbesproken televisietoespraak die minister-president Rutte op 16 maart hield. Velen zijn mij de afgelopen periode voorgegaan met detailbesprekingen van deze toespraak, variërend van analyses van Rutte’s taalgebruik tot het – ongetwijfeld met veel zorg samengestelde – decor van de toespraak en het gebruik van één specifieke metafoor (de ‘muur’ die we om kwetsbare mensen heen zouden kunnen bouwen met groepsimmuniteit). Zelf vielen mij bij het beluisteren en herlezen van de toespraak met betrekking tot metafoorgebruik een aantal zaken op.
Ziek en medicijnen
In de eerste plaats was de ‘zieke patiënt‘-metafoor die in de persconferentie van een paar dagen eerder zo expliciet aanwezig was, alweer verdwenen (op de uitdrukking ‘we houden […] een vinger aan de pols na). Wellicht dat die metafoor bij nader inzien toch te complex werd bevonden. Immers, als we de patiënt Nederland weer gezond moeten maken, dan wordt van een land een persoon gemaakt, terwijl in Nederland ook letterlijk mensen leven en vele van hen daarnaast ook nog eens letterlijk ziek en hebben medicijnen nodig. Een gevalletje van wat we in de metaforenwereld onder de categorie metaphtonymy (Goossens, 1990) zouden scharen: een combinatie van metaforiek en metonymie.
In plaats van de ‘zieke-patiënt’-metafoor gebruikte Rutte een ratjetoe van meer en minder opvallende metaforen in zijn toespraak en ook dat viel op. Het virus houdt ons in de greep, mensen hebben het gevoel in een achtbaan te zitten die steeds sneller lijkt te gaan rijden, we moeten op het kompas van [experts] blijven varen, er is geen gemakkelijke uitweg, zonder vaccin zal het virus als een golf door de wereld blijven gaan… (zie ook hier voor meer metaforen). Van enige samenhang tussen bijvoorbeeld de gekozen brondomeinen van deze metaforen is geen sprake, of het moet het idee van beweging zijn (de achtbaan, het varen, de uitweg die er niet is, etc.). Daarnaast komen bijna alle metaforen slechts één keer voor in de toespraak. De enige metafoor die verschillende keren wordt herhaald is die van het stappen zetten en interessant genoeg is daar iets vreemds aan de hand. We moeten volgens Rutte aan de ene kant namelijk ‘verdere stappen blijven zetten’, terwijl die stappen tegelijkertijd ‘onvermijdelijk op ons af komen‘. Dit vraagt om een diepere analyse, maar die parkeer ik even voor een volgende keer :).
Strijd
Want wat óók opviel in de toespraak van Rutte was dat er geen enkele oorlogsmetafoor in de toespraak aanwezig was (dit in tegenstelling, overigens, tot in sommige media1, 2, maar ook dat parkeer ik voor het gemak even). Ik moet bekennen dat het me tijdens het live beluisteren van de toespraak nog niet eens zo was opgevallen, maar toen ik na afloop van de Nederlandse toespraak overschakelde naar de toespraak van de Franse president Emmanuel Macron werd het contrast al gauw heel duidelijk. Macron maakte namelijk volop gebruik van oorlogsmetaforiek om de corona-crisis te beschrijven. “Nous sommes en guerre” herhaalde hij meermaals om zijn betoog kracht bij te zetten, en hij benadrukte onder andere dat er geen sprake is van een leger dat Frankrijk aanvalt, maar van een onzichtbare vijand waartegen gevochten moet worden.
Het gebruik van dit soort oorlogsmetaforen, door Macron en andere wereldleiders, kan in theorie een toespraak krachtig maken, maar het kan ook weerstand oproepen. Dat is laatste is ook wat in verschillende media3, 4, 5 en op Twitter gebeurde. Onder de hashtag #ReframeCovid worden inmiddels alternatieve metaforen uit landen van over de hele wereld gedeeld. Er is zelfs een Google doc waarin mensen hun vondsten kunnen samenbrengen. En dat levert interessante voorbeelden op: de Spaanse economie gaat in winterslaap, de ontwikkeling van corona wordt vergeleken met een bergtocht en social distancing met een orkest dat pianissimo moet spelen. En zo ben ik terug bij de laatste alinea van mijn vorige blog: er zijn vaak meerdere alternatieven mogelijk om over hetzelfde onderwerp iets te zeggen. Óf alle metaforen uit de #ReframeCovid-collectie even treffend zijn, valt nog te bezien. De pianissimo-metafoor van het Britse Classic FM resoneert wellicht goed bij liefhebbers van klassieke muziek, maar een snelle Twitter-poll van mijn collega Paula Sobrino lijkt te suggereren dat hij lang niet voor iedereen duidelijk is.
Na twee weken ‘coronametaforen in de gaten houden’ worden mij een aantal dingen eens te meer duidelijk: (1) wat heb ik toch een geweldige onderzoeksinteresse (metaforen zijn namelijk écht overal); (2) wat valt er veel te vinden, bestuderen en analyseren; en (3) wat is er weinig tijd om dat ook daadwerkelijk – op enigszins grote schaal – goed te doen. Vorige week gaf ik een via Zoom een presentatie voor mijn onderzoeksgroep Discourse Studies. Het oorspronkelijke plan was om iets te vertellen over nieuw onderzoek (met Marten van der Meulen) over factchecks waarvoor we eerder deze maand een beurs ontvingen van het Centre for Language Studies voor twee student-assistenten (ook daarover ooit meer). Maar de metaforiek won het van de corpusanalyse en binnen no time begon zich tijdens de sessie langzaam een plannetje te vormen om in deze barre tijden te proberen collega’s en met name ook onze studenten bij het corona-metaforenonderzoek te betrekken. De details van dit plan gaan we deze week uitwerken, en in de tussentijd zeg ik wederom: wie een interessante metafoor voorbij ziet komen, delen mag (o.a. via @GReijnierse of natuurlijk #ReframeCovid)! Blijf gezond allemaal!
Laat een reactie achter