Door Jos Joosten
In In het schuim van grauwe wolken, het eerste deel van zijn tweedelige biografie over Cola Debrot, besteedt J.J. Oversteegen (uiteraard) ook enige pagina’s aan Debrots periode in Nijmegen. In juli 1916 arriveerde de veertienjarige Debrot vanuit Curaçao in de stad, waar hij vijf jaar zou blijven wonen. Hij gaat er naar de HBS, een korte tijd naar het Canisius College en doet dan, na zelfstudie, staatsexamen.
Oversteegen wijdt een paar mooie passages aan het Nijmegen van meer dan een eeuw geleden (al rommelt hij wat met de straatnamen: ‘Kronenburger Singel’, ‘Groesbeekse weg’; en er is in Nijmegen geen ‘Johan van Oldebarneveltstraat’ of ‘Huygensstraat’). Rond 1918 maakt Debrot kennis met Albert Smulders, een Witte Pater die op de Heilig Landstichting woont en nogal worstelt met het katholieke geloof. Wanneer hun correspondentie stokt, verneemt Debrot dat Smulders vanwege zijn geloofscrisis op last van Arnold Suys, oprichter van het bedevaartspark en pastoor van de parochie, is opgenomen in het gesticht in Venray.
Oversteegen citeert een brief van Debrot, met diens heftige reactie op het afvoeren van Smulders naar het achterland. Debrot besluit namelijk om Suys te vermoorden en daarna over de Duitse grens te vluchten. Hij ontvreemdt de sabel van een huisgenoot die officier is.
‘=Het enige dat hij verder bij zich steekt, is een homp brood en een aantal boeken, Goethes ‘Faust’, Dante, Shelley. Maar Suys heeft bezoek en de moord gaat niet door.’==
Oversteegen levert verder geen commentaar bij deze passage. Maar hoe waarschijnlijk is het dat dit zo gegaan is?
Niet heel, denk ik.
Ik stel me de scene voor. Na een uur wandelen vanaf de Pater Brugmanstraat (waar Debrot woonde) belt Debrot aan bij de pastorie bij de Cenakelkerk. De dienstbode doet open en ziet een onbekende, licht-bezwete zeventienjarige jongeman staan, ongetwijfeld in enigszins geagiteerde staat en gewapend met een sabel.
‘Goedemiddag, is pastoor Suys thuis?’
‘Jawel, maar de eerwaarde heeft visite.’
‘Oowww, dát is nou spijtig. Tja, dan wandel ik maar terug naar huis.’
Niet erg waarschijnlijk, lijkt me. Maar ik vermoed dat ik, als ik de biograaf was geweest, het verhaal ook opgenomen zou hebben. Te mooi om te checken.
Michiel van Kempen zegt
Cola Debrot was een geweldige fantast, vol verbeeldingskracht, vol humor, dol op carnaval en carnavaleske uniformen met sabel (net als Salvador Dalí). Dat Oversteegen dit verhaal voor zoete koek heeft geslikt, pleit niet voor zijn doorzicht in Debrots soms dadaïstische instelling.
DirkJan zegt
Ik ben wel eens in Nijmegen geweest, maar ken daar eigenlijk heg nog steg. Even gegoogeld op de niet bestaande Johan van Olderbarneveldstraat en Huygensstraat.
In het centrum van Nijmegen, in de buurt van het station, is wel een Van Oldenbarneveldtstraat, zonder de voornaam. Een Huygensstraat. of met de voornaam Constantijn of Christiaan, of een Huygenslaan, of de naam net iets anders gespeld, kan ik niet googelen. Het kan zijn dat deze straat er vroeger wel is geweest, maar ik vind in iedere geval dat het heel nabije dorpje Beek (Berg en Dal) bij Nijmegen wel een Constantijn Huygensstraat kent.
Kroonenburger Singel had dus Krooneburgersingel moeten zijn en Groesbeekse weg, Groesbeekseweg.
Dan over de kern van het stukje van Jos Joosten, is er wel een opwelling bij Debrot geweest om iemand te vermoorden met een sabel en er toch vanaf zag?
Ik heb weer gegoogeld en vond gelijk een recensie van de biografie in twee delen uit 1994 door (twitteraar) Hans Maarten (H.M.) van den Brink in de NRC.
Ik ga er niet veel over schrijven, leest u de recensie zelf. maar de recensent hekelt de biograaf dat hij weinig oog heeft gehad voor de zwarte kanten van Debrot en zijn neiging om heel discreet te zijn over de geestelijke gesteldheid van de schrijver, die leed aan voortdurende zware depressies en op het einde van zijn leven werd opgenomen in een psychiatrische inrichting en werd gekweld door extreme schuldgevoelens, soms hallucinerend en nauwelijks meer in staat om te werken
Kortom er was wel een en ander aan de hand met de geestesgesteldheid van Cola Debrot, misschien was hij daardoor over dit verhaal een fantast, maar ik vind de anekdote van de impulsieve, maar niet gepleegde, moordaanslag juist ook meer dan geloofwaardig. Check.
https://www.nrc.nl/nieuws/1994/12/09/de-man-die-geen-ja-zei-tegen-zichzelf-het-verscheurde-7249038-a179594
AV DRepe zegt
Goed punt, vooral voor in de ’40s.
Jos Joosten zegt
Je kunt niet zeker genoeg zijn! Goed dus dat iemand via Google de namen nog even dubbelcheckt van straten van de stad waar ik opgroeide en waar ik zelf om de hoek woon of vrijwel wekelijks doorheen loop. Overigens om helemaal correct te zijn: de juiste schrijfwijze is Van Oldebarneveltstraat en Kronenburgersingel (net als het Kronenburgerpark – dat door Frank Boeijen werd verhaspelt tot Kronenburg Park, midden jaren tachtig aanleiding voor de oprichting van het actiecomité ‘Popster ken uw stad’).
Jos Joosten zegt
* verhaspeld
Michiel van Kempen zegt
Is er ook een verklaring voor waarom in Amsterdam de straat Van Oldebarneveldtstraat heet (met dt) en in Nijmegen Van Oldebarneveltstraat (naam met t). Zo groot is de invloed van de SUN toch ook weer niet geweest?
Jos Joosten zegt
Goede vraag. De onfeilbare Rob Essers meldt in zijn onvolprezen straatnamenlijst van Nijmegen een officiële naamswijziging: ‘Raadsbesluit d.d. 8 mei 1909: van Oldenbarneveldtstraat (per 1 januari 1910)
Raadsbesluit d.d. 9 juli 1924: van Oldenbarneveltstraat’. Misschien een vorm van voortschrijdend inzicht? Ik kan zo snel niet uitvinden wat de correcte spelling zou zijn – als die er al is…
Ad Welschen zegt
Erg interessant allemaal. Cola’s zoon Raymundo was een jaargenoot van mij in Nijmegen. Een kleurrijke figuur, die van huis uit een bepaald aanzien genoot. Hij heeft een film gemaakt over zijn leventje in Nijmegen, herinner ik mij. In die tijd (vroege jaren ’60) was zoiets revolutionair.
DirkJan zegt
Een criterium voor een juiste spelling lijkt me hoe hij zijn eigen naam schreef. Er zijn op internet diverse handtekeningen te vinden van hem en overal staat erbij vermeld Van Oldenbarnevelt,, dus geen d en geen dt, maar als ik de handtekening zelf goed bekijk, dan denk ik dat hij zijn naam met alleen een d schreef! Die spelling zie ik ook terig in comtemporaine geschriften die met Van Oldenbarneveld te maken hebben.
Hier een link met een handtekening en diverse geschriften. Maar er is meer te googelen.
https://www.rijksmuseum.nl/nl/mijn/verzamelingen/21275–jan-de-hond/oldenbarnevelt/objecten#/RP-P-1896-A-19368-1193,16