Jeugdverhalen over joden (95)
Door Ewoud Sanders
Door Nicolaas Antonie van Charante (1811-1873)
Oorspronkelijk Nederlands
Herkomst en drukgeschiedenis
Nicolaas Antonie van Charante, auteur van het verhaal ‘Esther Milonetti’, was van 1846 tot zijn dood predikant in Zaandam. Hij was een groot voorstander van kinderpreken en schreef verhalen en poëzie voor de jeugd. Enkele van zijn werken zijn: De Bijbel voor jonge kinderen (1855), Kinderpoëzy (1861) en een hervertelling van De Levensgeschiedenis van Robinson Crusoe (1863). Daarnaast schreef hij voor kinderen in almanakken, jaarboekjes en tijdschriften.
‘Hij was een vroom christen’, aldus de Arnhemsche Courant in 1873 in een korte necrologie, ‘iets wat vooral uitkwam in droevige omstandigheden. Hij was, ofschoon niet misdeeld van talenten, als kinderschrijver niet zoo’n humorist als in het dagelijksche leven.’
‘Esther Milonetti’ werd twee keer gepubliceerd: in 1863 door de Amsterdamse uitgeverij H.J. van Kesteren in Almanak voor de jeugd en in 1865 door de Amsterdamse uitgeverij Gebroeders Koster in Op school en in huis.
Samenvatting
Esther Milonetti is negen jaar oud, heeft ‘heldere, bruine kijkers’ en zwart krulhaar.
Esther is de oudste dochter van een joodse winkelier die snuisterijen verkoopt. De familie Milonetti is ooit, vanwege ‘eene geloofsvervolging’, uit Italië naar Nederland gevlucht.
Nadat haar vader (‘een eerlijk Israëliet, maar arm, doodarm’) plotseling is overleden wordt zijn winkel door schuldeisers gesloten en de inboedel verkocht. Uit medelijden krijgt het vaderloze gezin ‘nog eenige kleinigheden’ om op straat een ‘kleine negotie’ te kunnen beginnen.
Van een tafellade maakt Esther een bakje dat ze met een band om haar hals hangt. Haar ‘marskramerij’ loopt goed. ‘Dit had zij deels aan hare vriendelijke lieftalligheid, deels aan hare gevatheid te danken. Zij ontzag geene moeite en gaf het niet spoedig op.’ Desondanks verkoopt Esther op sommige dagen niets. Dan wordt ze door haar moeder uitgescholden en moet zij zonder eten naar bed.
Op een dag ziet Esther enige ‘jongeheeren’ uit ‘het Gymnasium’ komen. Ze twijfelt. ‘Haar hartje beeft, zij durft niet, zij is bang voor hunne guitenstreken; maar
aan de andere zijde vreest zij voor de bedreigingen en slagen harer moeder.’ Een van de schooljongens, ‘de baldadige Ferdinand’, heeft Esther gezien en roept: ‘Kom jongens! laten we dat lastige jodenkind eens beet nemen’. Ferdinand heeft rijke ouders en kijkt op ‘zijne minderen’ neer. Hij slaat zo hard tegen Esthers bakje dat haar koopwaar op straat valt. ‘Grabbelen, jongens!’, roept Ferdinand. ‘Trapt het boeltje maar aan stuk! Ruimt die voddenwinkel maar op!’
De andere jongens worden boos op Ferdinand. ‘Je zult de schade betalen, je komt er zóó niet af. We zullen met je afrekenen, brutaal ventje!’ Als Ferdinand weigert te betalen, krijgt hij ‘een paar ferme oorvijgen’. Daarna rent hij weg.
Esther huilt. ‘Op de straatsteenen lagen de scheerspiegeltjes gebroken, de glazen sigarenpijpjes verbrijzeld, de reukfleschjes aan scherven, de porseleinen pijpenkoppen vaneen gebarsten.’ De jongens kopen een paar snuisterijen maar omdat de schade daarmee niet is gedekt, nemen zij Esther mee naar Ferdinands huis.
Ferdinands vader straft zijn zoon en laat hem de schade ‘dubbel vergoeden’. Esther is heel blij. ‘Tranen van dankbaarheid sprongen haar uit de donkere oogen.’
Als Esther het huis wil verlaten, hoort zij Ferdinands zusje zingen. Esther zingt zelf ook wat – van haar vader heeft zij een Italiaanse aria geleerd.
De muziekmeester is verbijsterd over Esther stem. Samen met een paar vrienden zorgt Ferdinands vader ervoor dat Esther een gedegen zangopleiding krijgt: eerst in Nederland, daarna in Brussel en Parijs. Uiteindelijk groeit Esther uit tot een bekende zangeres die heel Europa bereist.
Met Ferdinand loopt het slecht af. Nadat zijn vader is overleden, verbrast hij zijn erfdeel en wordt hij zelf van ‘rijke jongeheer’ een ‘arm man’.
Receptie
Van dit verhaal heb ik geen besprekingen gevonden.
Laat een reactie achter