Foto: Claire Schut
Delen:
- Klik om af te drukken (Wordt in een nieuw venster geopend)
- Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Wordt in een nieuw venster geopend)
- Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend)
- Klik om te delen op WhatsApp (Wordt in een nieuw venster geopend)
- Klik om te delen op Telegram (Wordt in een nieuw venster geopend)
- Klik om op LinkedIn te delen (Wordt in een nieuw venster geopend)
DirkJan zegt
Leuk!
Het bronzen beeld is een hommage aan Louis Couperus (lijkt ie nu goed op Couperus?), met op de sokkel zijn uitspraak, ‘Zoo ik ièts ben, ben ik een Hagenaar’ en staat sinds 1988 op het Lange Voorhout voor galerie en kunstenaarssociëteit Pulchri Studio. Het beeld is van Kees Verkade (1941), zeker van naam een bekende beeldhouwer (en vriend van het koningshuis) die onder meer ook de buste van Simon Carmiggelt maakte dat bij Carmiggelts woonhuis staat in het Eerste Weteringplantsoen in Amsterdam. Dat beeld bevindt zich aan het Kronkelpad, een olifantenpadje vernoemd naar Carmiggelts dagelijkse stukjes in Het Parool met de titel Kronkel. Onder de buste staat een dichtregel van Carmiggelt, “Als ik u raden mag: wordt schrijver.” De moeite waard om even langs te lopen als je in de buurt van het Leidseplein bent. En zelf ben ik een geboren en getogen Hagenarees, maar woon al jaren in Amsterdam, net als Carmiggelt zijn leven verliep. En Couperus heeft de meeste tijd niet in Den Haag gewoond, maar ik denk dat ik toch net als hij, zo ik iets ben, toch ook in mijn hart een Hagenaar ben en blijf. Maar ik voel me vooral een wereldburger.
(Kees Verkade komt niet uit Den Haag, maar heeft er wel zijn opleiding gedaan aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten. Hij woont al weer jaren in Monaco.)
Peter J.I. Flaton zegt
‘Hagenarees’ is nieuw voor me. Dat betekent, dat er drie soorten geboren en getogen inwoners van de hofstad zijn. Hagenezen zijn van het veen, het Den Haag ten zuiden van de Laan van Meerdervoort, zijnde het gewone, zo men wil ‘arme’ deel van de stad (mijn vader was van de Gedempte Sloot, een zijstraat van het Slijkeinde en dan zak je vanzelf in het veen weg).
Ten noorden van de LvM woonden en wonen de Hagenaars ‘op het zand‘, in intussen zeer dure wijken als de Archipelbuurt, de vogelwijk en het Prinsevinkenpark.
Couperus begon als Hagenees want hij werd geboren in een overigens statig pand aan de Mauritskade en die ligt op het veen, ten zuiden dus van de Lv M. Omdat hij gewoond en gewerkt heeft in de Archipelbuurt (de Surinamestraat o.a.) verdient hij het epitheton ‘Hagenaar’ en zo zag hij in ieder geval zichzelf. Dat zijn museum is gevestigd in de Javastraat, het verlengde van de LvM, doet recht aan Couperus’ dubbele status, inderdaad die van Hagenarees.
Het schijnt dat Verkades beeld even hoog is als Couperus lang was: een groot schrijver in een kleine gestalte.
DirkJan zegt
Vrienden van mij noemden zich graag en overtuigd Hagenezen als geuzennaam en vonden dat ik geen Hagenees was, daar praatte ik te netjes voor. Onzin, maar ik heb me wel zowel met de upper-class-bovenkant van Den Haag als met de low-life-onderkant verbonden gevoeld. Ik ben geboren in Het Bezuidenhout op het veen en opgegroeid in het sjekere Benoordenhout op het zand. Dus ik had alle reden om me Hagenaar nog Hagenees te voelen en te noemen, maar Hagenarees dus, waarvan overigens ook het alternatief Hagenezenaar circuleert, maar dat bekt minder, vind ik.
[ Dat beeld van Verkade zou inderdaad het evenbeeld van Couperus moeten zijn, maar ik vind het niet lijken, ligt dat aan mij? En het staat er overigens niet sinds 1988 zoals ik schreef, maar sinds 1998. Den Haag, je tikt ertegen en het zingt, of zinkt, ik weet even niet meer wat Achterberg er precies over dichtte toen hij er een tijdje woonde. In ieder geval de zomerse rellen van nu in de Schilderswijk zijn van alle tijden. Ik heb daar ook nog een tijd gewoond en was het heel normaal dat op een warme dag alle brandkranen werden opengedraaid en er fonteinen van water in de straten omhoog spuitten en de verhitte jeugd, Haags gajes, dan ’s avonds verdere verkoeling zocht met verhitte relletjes … Niets nieuws onder de zon. ]
En voor geïnteresseerden heb ik nog dit, kort paginaatje over Haagse Humor:
http://www.dejongenskamer.nl/haagsehumor.htm
DirkJan zegt
Twee tweetjes:
__
Ik ben in Den Haag opgegroeid met de Indische cultuur, vooral het eten, Couperus, indorock en de Pasar Malam. Jaren geleden maakte ik een (populair) lijstje met Indische woorden die ik ken als readymade om voor te dragen, hardop of in je hoofd: guna guna!
http://www.dejongenskamer.nl/indisch.htm
__
Op een dag als vandaag met de #indieherdenking, 75 jaar geleden bevrijding van Indië en mijn Haagse roots, eet ik een vegetarisch hapje Indisch, heerlijk. Geen vlees of vis en zonder bier, want ik drink ook geen alcohol meer, maar nog steeds selamat makan!
https://youtu.be/yph7l6dg5XI
Wouter van der Land zegt
@Peter Flaton,
Een kleine nuancering: al in de negentiende eeuw werd er ook voor de upper class in het veen gebouwd. Het deel van Bezuidenhout langs de Bezuidenhoutseweg was zelfs een van de meest chique delen van de stad. Bordewijk had er zijn advocatenwoning (nu Utrechtsebaan) en oo Anna Paulowna woonde er even. Het gebied werd door de Engelsen platgebombardeerd in WOII, dus er is weing van over. Ook allerlei paleizen bevinden zich aan de binnenlandse kant van de Laan van Meerdervoort en Javastraat, overigens deels op duingrond.
Het Slijkeinde, bekend van Sjef van Oekel, ligt op de locatie van het oudste stukje Den Haag, dus nog ouder dan het Binnenhof. Dat was van oudsher boerenland tussen de duinen, heb ik begrepen.
Peter J.I. Flaton zegt
Dank voor uw nuancering. Na het bombardement heeft het stadsbestuur er niet voor gekozen het Benoordenhout in nieuwe luister te herbouwen. Het is er nu even troosteloos als in Moerwijk, Morgenstond en Mariahoeve: je zult er maar ‘moeten’ wonen. Voor zover ik
weet, is er aan de kustkant van de Laan van Meerdervoort geen equivalent van de volkswijken ten zuiden ervan (ik laat Scheveningen
nu buiten beschouwing). Het is nog altijd even duur en chique als vanouds: onbetaalbaar voor welk normaal salaris dan ook. Vanaf het
begin van de 20e eeuw en zeker in het interbellum vormden het Westeinde, het Slijkeinde, de Gedempte Sloot, de Pastoorswarande etc.
een dichtbevolkte volkswijk. Die paar paleisjes rondom het Binnenhof deden en doen daar niets aan af. Nogmaals: uw nuancering snijdt
er niet minder hout om.
DirkJan zegt
@peterflaton @woutervanderland
Het was niet het Benoordenhout dat door vergissing door de Engelsen werd gebombardeerd, maar het Bezuidenhout, waar ik ben opgegroeid en mijn vader dat verzengende bombardement als kind heeft meegemaakt. Een deel, het betere gedeelte, van de wijk werd nagenoeg vernietigd, maar het grootste deel bleef onaangetast. Onder andere is op het gebombardeerde gedeelte het Koninklijk Conservatorium verrezen, maar dat gaat ook al weer verdwijnen en verhuist naar het nieuwe culturele Spui-complex dat de naam Amare heeft gekregen.
‘Het Slijkeinde, bekend van Sjef van Oekel’, dat betekent dat Dolf Brouwers daar met zijn vrouw Greetje vele jaren in een flat heeft gewoond. Dolf kwam overigens niet uit Den Haag, maar uit Utrecht, toch is hij, terecht, een rashagenees geworden. Hij verdient een standbeeld en plaats die voor ijssalon Florencia, vlakbij het Slijkeinde, dat in de wijk Kortenbosch ligt, inderdaad een van de oudste en vroeger ook armste wijken van Den Haag. Het ligt tamelijk verborgen, nota bene in het centrum van de stad, maar als je niet in die wijk op een bepaald adres moet zijn, dan zal je er nooit komen.
Peter J.I. Flaton zegt
Inderdaad, het Bezuidenhout: u hebt volkomen gelijk. Van der Land zette me op het verkeerde been maar dat neemt niet weg, dat ik het klakkeloos van hem heb overgenomen waardoor het mijn fout wordt: excuses.