Door Marino van Liempt
Ik geef les aan de examenleerlingen van een school voor speciaal onderwijs waar staatsexamens worden afgenomen. DUO in Groningen bepaalt de normen voor het commissie-examen (het mondeling examen).
Dit jaar moeten leerlingen op het vmbo-t acht boeken lezen. Natuurlijk waren er altijd al normen, maar daarbinnen mochten de leerlingen zelf hun keuze bepalen. Dat leverde altijd prachtige literatuurlijsten op.
De commissie heeft nu aangekondigd dat leerlingen vanaf 2023 moeten kiezen uit een lijst van 100 boeken. Toen ik dit mijn leerlingen vertelde, reageerden die gelukkig net zo boos als ik: ze zijn bereid om boeken te lezen die ze zelf gekozen hebben en ik zorg er met hen voor dat die van voldoende niveau zijn en dat ze daarover diep-inhoudelijk kunnen praten. Maar nu is de motivatie bij de leerlingen die in 2023 examen gaan doen helemaal weg en mijn examenleerlingen bevestigen ook dat ze dolblij zijn dat ze nog zelf hun boeken mogen kiezen.
Net als een paar jaar geleden, toen de commissie besloot dat vmbo-leerlingen geen poëzie meer op hun lijst móchten zetten, ben ik ook nu weer verhaal gaan halen. Het antwoord van DUO: “Leerlingen kiezen voor verfilmingen, samenvattingen of geven tijdens het examen aan dat ze boeken niet gelezen hebben.” Ik heb ze al laten weten dat ik dit een onzinnig argument vind, want het heeft niets met de keuzevrijheid van de titels te maken. Met andere woorden: ze hebben er ofwel géén goede reden voor ofwel het is gemakzucht. Even belachelijk.
In mijn opleiding is het me keer op keer duidelijk gemaakt (en de literatuur, o.a. Bonset, bevestigt terecht dit idee): je moet leerlingen motiveren door ze voldoende keuzevrijheid te geven. En hier ben ik het volmondig mee eens. Sterker nog: nadat me al is afgenomen dat ik poëzielessen nog kan verantwoorden aan leerlingen (en die geef ik tot mijn grote spijt dus niet meer aan vmbo’ers), wordt me nu nog meer wind uit de zeilen en vlees van de botten genomen en vind ik mijn vak simpelweg minder leuk, sámen met mijn leerlingen. Ik ben gefrustreerd en protesteer! Ben je het met me eens, laat het DUO weten op vso@duo.nl. We laten ons vak toch niet nog verder uithollen!
Foto door form PxHere
Anoniem zegt
Helemaal eens met het artikel van Marino van Liempt. Laat leerlingen nu hun eigen keuzes eens maken en behouden. Zo houdt je ook veel meer de motivatie bij de jongeren. En het is veel leerzamer want ook mogen er dingen mis gaan bij eigen keuzes maken gelukkig. En hun verantwoordelijkheidsgevoel en interesses groeien als zij het gevoel hebben dat ze zelf mogen kiezen.
De pedagogische opleiding voor jonge kinderen leert men juist hun eigen fantasie te gebruiken. Dat is een kracht en iets unieks van kinderen. Hopelijk mogen kinderen die ouder worden dat dan ook nog blijven doen.
hminkema zegt
Het reguliere eindexamenprogramma vmbo-havo-vwo is inhoudelijk gelegitimeerd door de goedkeuring van de beroepsgroep c.q. vakverenigingen in overleg met het wetenschappelijk forum. Zo verliep dat bij het nieuwe eindexamenprogramma van de commissie-Braet in 1991, en bij de vakontwikkelgroep-Ten Brinke in 1998. Sindsdien zijn er slechts bescheiden ‘updates’ geweest (de grootste in 2001, na het beproeven van de Tweede Fase in voorgaande jaren), steeds in nauw overleg met de beroepsgroep/vakvereniging.
Op welke titel meent DUO – naar uw zeggen – te bepalen hoe het eindexamenprogramma voor vmbo-leerlingen in het Speciaal Onderwijs er uitziet? Wie van de twee conventionele hoofdverantwoordelijken – beroepsgroep en wetenschappers – hebben hier hun zegen aan gegeven?
Dat poëzie ontoelaatbaar zou zijn als inhoud van examinering (en daarmee z’n terugslag heeft op het onderwijs) vind ik absurd. Maar ook een verplichte keuze uit een voorgekookte lijst van 100 boeken lijkt me zowel onverstandig als onwaarschijnlijk goed te keuren door beroepsgroep en wetenschap.
Kortom: op *wie* baseert DUO zich eigenlijk, en wat is de expertise c.q. bevoegdheid van die onbekende partij in dezen?
Helge Bonset zegt
Juist!
Ik mailde DUO/CvTE het volgende:
L.S.,
Van harte ondersteun ik wat Marino van Liempt hieronder schrijft. Ik heb me al eerder verbaasd en geërgerd over de afwijkende normen die bij de staatsexamens aan leerlingen worden opgelegd, zonder behoorlijke verantwoording en bij mijn weten zonder raadpleging van veld en deskundigen,
zie deze link. http://www.lt-tijdschriften.nl/ojs/index.php/ltm/article/view/1861/1468
Examenprogramma’s vmbo, havo en vwo zijn er niet voor niets. Ze geven richting aan de wijze waarop het onderwijs ingericht en getoetst moet worden. Waar ze keuzevrijheid bieden aan reguliere leerlingen, gaat het niet aan dat een of andere commissie die vrijheid inperkt voor leerlingen in het staatsexamen. Dan is er namelijk sprake van ongelijkheid, en in dit bijzondere geval ook van staatspedagogiek.
Dit klemt temeer als die inperking leidt tot teruglopende motivatie bij leerlingen voor het onderwijs in fictie en literatuur, een motivatie die in ons land toch al niet groot is, zoals u wellicht bekend. Wat Marino van Liempt schrijft over het effect op zijn leerlingen, is niet mis te verstaan.
Ik heb de sectie Nederlands van de Vereniging van Leraren in Levende Talen op de hoogte gesteld van deze zaak. Daarbij bleek mij dat in ieder geval deze vakvereniging niet geraadpleegd is over de door u aangelegde afwijkende normen. Zij zullen binnenkort hieraan een bespreking wijden.
Persoonlijk denk ik dat het tijd wordt dat ook buiten de vakwereld eens ruchtbaarheid gegeven wordt aan uw beslissingen. Het zal zeker nieuws blijken te zijn dat vmbo-t leerlingen die staatsexamen doen, geen poëzie mogen lezen, terwijl velen in de wereld van het lees- en literatuuronderwijs zich nu juist inspannen om leerlingen tot het lezen daarvan te motiveren.
Dr. H. Bonset
Vakdidacticus Nederlands
Begin november komt er een digitaal overleg tussen Mirjam Wesseling, manager staatsexamens bij CvTE, Marino van Liempt, enkele vakgroepvoorzitters vanuit CvTE en mijzelf. Maar eens kijken wat dat oplevert.
Hans Sluiter zegt
Dit is nou net wat we NIET nodig hebben om het lezen bij jongeren te stimuleren.
Ik pleit zelfs voor het tegenovergestelde:
Laat de leerling maar poëzie lezen en laat ook gewoon vertaalde boeken toe. Het gaat erom dat leerlingen leren hoe boeken in elkaar zitten,
wat de meerwaarde hiervan is en zo hun eigen smaak kunnen ontwikkelen. We zijn geen reclamebureau voor Nederlandse schrijvers.
Wij kunnen als VAKDOCENTEN zelf wel bepalen wat een leerling aan kan en goed voor hem is.
Daar hebben we geen kantoorpersoneel of instituten voor nodig. Die moeten gewoon zorgen dat wij ons werk goed kunnen doen en zich niet met de inhoud bemoeien.
Lezen maakt vrij en wijs !!