Door Milfje Meulskens
In Trouw van 8 oktober stond een stuk over een ingewikkelde kwestie: het kiezen van een genderneutraal persoonlijk voornaamwoord/ aanspreekvorm. Het is een prettig weloverwogen stuk, waarbij zowaar verschillende taalkundigen met kennis van zaken aan het woord komen. Enige nadeel is dat er wel veel opties (terecht) worden afgeschoten, maar dat er uiteindelijk weinig overblijft – dat stemt moedeloos, en 2020 ís al zo zwaar. Ook gaat het wat heen en weer tussen de opties, met onoverzichtelijkheid tot gevolg. Jammer, want wat moeten we nou doe-hoen?! Daarom namens Milfje een handig stroomschema, mét opties voor het Nederlands.
Stap 1. Nieuw of hergebruiken
Een nieuw woord maken, of een bestaan woord hergebruiken, dat is stap 1. In het Engels doet men aan recycling door de meervoudsvorm they te gebruiken; in het Zweeds koos men voor ny met het woord hen. Beide opties hebben voor- en nadelen, die we kort zullen toelichten.
Een bestaand woord heeft als duidelijkste nadeel dat het verwarring kan opleveren. Stel dat ik opeens besluit het woord de ook te gebruiken als bezittelijk voornaamwoord: niemand snapt wat ik bedoel als ik het heb over mijn auto wanneer ik de auto zeg. Dat gevaar kun je vermijden door een woord te kiezen dat een heel andere functie en gebruik heeft. Zo is het bestaande hen in het Nederlands een meervoud en een lijdend voorwerp, dus de kans op verwarring met een enkelvoudig onderwerp is relatief klein. Maar toch, het kan verwarrend zijn. Een ander nadeel zijn de associaties, inhoudelijk of sociaal, die een bestaand woord al kan hebben. Als we kids willen gaan gebruiken voor een type bomen vinden mensen dat misschien vervelend omdat ze kids al aanstellerig vinden. Daar staat het voordeel van een bestaand woord tegenover: een bestaand woord is laagdrempelig en herkenbaar.
Wat zijn de voor- en nadelen van een nieuw woord? Een eerste nadeel kan zijn dat het te opvallend is. Dat gaat in tegen een van de zogenoemde FUDGE-criteria, namelijk de U van unobtrusiveness (onopvallendheid). Een nieuw woord slaat alleen aan als het niet te slim is, zoals de tragische alternatieven van de Stichting Nederlands. Niemand gaat bengelbewaarder zeggen als alternatief voor babysitter. Een ander nadeel is dat het te vervreemdend kan overkomen, hoewel dat bij bestaande woorden ook kan gebeuren. Daar staat tegenover dat niet-bestaande woorden geen associaties of betekenissen met zich meedragen.Kies je voor hergebruiken, ga dan naar stap 2.Kies je voor nieuw, ga dan naar stap 3.
Stap 2: Een bestaand woord hergebruiken
Je wil een bestaand woord hergebruiken, gefeliciteerd! In het Engels wordt de meervoudsvorm they op een nieuwe manier ingezet. Ik moest even goed lezen toen ik voor de eerste keer een tekst las waarbij een kunstenaar consequent met they werd aangesproken, maar dat is een kwestie van gewenning. In het Nederlands is dit alleen helaas per definitie geen optie, omdat de meervoudsvorm zij er hetzelfde uitziet als het vrouwelijk enkelvoud zij. We moeten dus op zoek naar een ander bestaand woord.
In het artikel in Trouw wordt een aantal opties genoemd. In de titel staat al direct de optie die het meest lijkt op de Engelse route: hen. Het is weliswaar geen nominatief, maar toch een meervoudsvorm. Die optie lijkt echter lastig, want zoals Marc van Oostendorp terecht zegt: er is al genoeg te doen over hen en al helemaal om hun (dat dan ook niet als voorbeeld wordt genoemd). Idem trouwens voor het eventuele leengebruik van Afrikaans hulle (zij-meervoud), dat teveel aan vaak belachelijk gemaakte dialectvorm hullie doet denken.
Andere opties die ook door Ingrid van Alphen worden genoemd zijn die en diegene. Die woorden zijn allebei al in gebruik in de positie waarbij ze nu met een nieuwe gebruikt zouden moeten worden. Het is misschien grammaticaal wel werkbaar, want het woordbeeld blijft bekend, maar qua betekenis lijkt het ons lastig, omdat mensen niet zullen herkennen dat ze met iets nieuws te maken hebben. Het ten slotte, dat door “een enkel non-binair persoon” wordt geprefereerd, lijkt toch ook de lading niet te dekken. Het is namelijk onzijdig: dat lijkt ons zowel iets anders dan genderneutraal, maar het lijkt zelfs respectloos om op die manieren over personen te praten.
We zouden verder terug in de geschiedenis kunnen kijken. We zouden bijvoorbeeld heur kunnen gebruiken. Dat woord werd ooit regelmatig gebruikt, maar heeft inmiddels nauwelijks meer een functie (behalve als je woordherhaling wil vermijden in ‘ze kamde haar (heur) haar’), en is niet geheel vreemd als woordbeeld. Toch lijkt het misschien teveel op haar, en is de link met vrouwelijkheid te groot. Twee andere historische opties zijn hin, een voorloper van hen/hun (zie hier), en hum, de vorm die P.C. Hooft propageerde als variant van hem. Maar deze vormen zijn of te oud, of te onbekend om als bestaande vorm aan te slaan. We bespreken ze daarom verder onder stap 3 (nieuw woord).
Laat ons kort nog een controversiële optie noemen: waarom niet een Engels leenwoord gebruiken? Zeker in taboesferen kan dat goed werken, en je zit sowieso niet met ambiguïteit. Als mensen they gebruiken kan dat ook vervreemdend werken, maar het woord wordt niet bezwaard door associaties. Think about it.
Sta je achter je keuze? Ga dan naar stap 4
Stap 3: Een nieuw woord maken
Als je wil dat een nieuw genderneutraal persoonlijk voornaamwoord aanslaat, moet het zoveel mogelijk lijken op een bestaand woord, zodat het herkenbaar is. Het helpt natuurlijk ook als het kort is, en makkelijk uit te spreken. We willen dus idealiter een woord dat lijkt op de bestaande opties hij en zij. Om de associatie daarmee op te roepen moeten we denkelijk de klinker laten staan. Als we nu alleen de medeklinker vervangen door één andere medeklinker, en we vermijden bestaande woorden, dan houden we alleen kij, qij, sij, vij en xij over. Zowel de x als de q lijken ons opties, want die worden nu ook al gebruikt rondom identiteitskwesties: denk aan de q in LBTQ+ of de x in Latinx. Je zit wel met een ongebruikelijk woordbeeld, maar dat hoeft geen bezwaar te zijn. De term Latinx is nog niet héél breed gebruikt, maar heeft toch al een behoorlijke verspreiding.
We zouden ook twee medeklinkers kunnen gebruiken. Milfje-Marten gebruikte lang zhij of z/hij, maar dat past vooral bij de optie ‘gender doet er niet toe’, en lijkt niet geschikt voor genderneutrale mensen. Milfje is bijvoorbeeld wel een zhij, want man én vrouw, maar een non-binair persoon is man nóch vrouw. Als we kijken naar andere medeklinkers blijkt dat veel opties al bezet zijn (blij, brij, glij, klij, prij, slij, snij, spij, vlij, vrij). Je zou wel andere opties kunnen gebruiken, zoals krij, plij of grij, maar voor ons is de afstand tot hij/zij dan al te groot.
Een andere optie voor een nieuw woord is om het te laten lijken op hen/hun. Hier is het waarschijnlijk het best om de medeklinkers aan te houden, net als de Zweden, om de herkenbaarheid te maximaliseren.We zagen daar al twee opties voor: het Oudnederlandse hin, en de Hooft-innovatie hum. Dat tweede woord lijkt veel op hem, en draagt dus misschien teveel mannelijke associaties. Bovendien bestaat het al, als stam van het werkwoord hummen. Niet erg gebruikelijk, maar toch. Hin is wat dat betreft vrij ideaal: er is een historisch aspect, en er is alleen een extreem obscure betekenis (het schijnt een ‘joodse wijnmaat‘ te zijn?!) dus de kans op verwarring is minimaal. Andere opties in deze hoek zouden hon (maar nadelige associatie met honnepon) en han (maar mogelijke voornaam) kunnen zijn.
Tevreden met je woord? Ga dan naar stap 4
Stap 4: Hoe zorg je dat het aanslaat?
Bovenstaande overwegingen hebben onderliggend vooral betrekking op de vraag hoe je het woord taalkundig laat slagen. Vermijd dubbelzinnigheid (die), slimmigheid of vreemdheid (qij), en ongewenste associaties (hen). Maar zelfs als je dan een heel goed woord hebt, dan zijn er nóg drie sociale factoren van groot belang. De eerste is dat de gemeenschap van mensen, op wie het woord betrekking heeft, achter de keuze staat. Het is maar al te makkelijk om lekker van buiten een label op een groep te plakken, maar dat is badinerend. Daarom is stap 4a: betrek relevante actoren. Dat is nog relatief eenvoudig. Trouw-journalist Becker doet het in ieder geval heel keurig door eerst aan non-binair persoon Marieke Lucas Rijneveld te vragen waar haar/hun voorkeur naar uitgaat.
Iets lastiger wordt het al bij stap 4b: zorg dat het gebruikt wordt. Dat klinkt triviaal, maar dat is het niet. Je kunt op paper allerlei leuke maatregelen bedenken, en ervoor zorgen dat de taaltechnische drempels voor gebruik (opvallendheid, uitspreekbaarheid, etc.) in ieder geval zijn weggenomen. Maar dan nog heb je geen zekerheid dat mensen het ook daadwerkelijk gaan gebruiken, en daar zit toch echt het succes. Daarbij zou het helpen als de mensen van de gemeenschap zelf het gaan gebruiken, zeker als die mensen een bepaalde status of bekendheid hebben. Status zorgt voor overname. Er zijn voortrekkers nodig, rolmodellen. Zoals we Vroeger zeiden, toen DWDD nog bestond: als Matthijs van Nieuwkerk een nieuw woord gebruikt, dan gaat het aanslaan.
Veel lastiger is de laatste stap, 4c: er moet maatschappelijk draagvlak zijn. Als je ziet dat genderneutraal nog maar 3 jaar geleden werd uitgeroepen tot irritantste woord van het jaar bij de wanstaltige Weg met dat Woord Verkiezing van het INT, en wat voor ophef er was toen de NS van ‘dames en heren’ naar ‘beste reizigers’ ging, dan vragen wij ons af of dit wel het geval zal zijn. Deze voorbeelden laten zien hoe droevig kleingeestig veel Nederlanders toch zijn. Hoe weinig begrip ze kunnen hebben voor het feit dat mensen zich lekker willen voelen in hun eigen identiteit. Maar goed, iedere verandering moet ergens beginnen, en beperkten van geest zijn helaas van alle tijden.
Ja en nu?
We hadden nooit een echte oplossing beloofd, maar wel een keuzeschema en opties. Moesten wij dan toch een optie kiezen, dan kozen we waarschijnlijk voor hin. Dat woord heeft de juiste combinatie van relatieve onopvallendheid, historische roots, onverwarbaarheid, en herkenbaarheid. Maar goed: wij zijn noch genderfluïde, noch genderneutraal, noch non-binair, dus wij willen deze keuze absoluut niet opleggen. Opdat hin over wie het gaat hin eigen label kieze!
Dit stuk verscheen eerder op het weblog van Milfje Meulskens
Afbeelding: Circuits Online
Olivier van Renswoude zegt
“Hoe zorg je dat het aanslaat?”
Zoals we met blank/wit hebben gezien kun je een heleboel gewoonweg doordrukken vanuit plekken van macht en invloed, ongeacht of mensen het vreemd vinden of niet willen.
Wouter van der Land zegt
Fijn beslissingsschema. Over: “Als je wil dat een nieuw genderneutraal persoonlijk voornaamwoord aanslaat, moet het zoveel mogelijk lijken op een bestaand woord, zodat het herkenbaar is.”
Een iets andere optie is het gebruik van een afkorting of verkorting (zo is ‘u’ meen ik ontstaan). Je zou bijvoorbeeld ‘Ep’ kunnen gebruiken, naar ‘enkelvoudig persoon’. ‘Ep’ is kort en heeft een vorm die lijkt op ‘ik’ en ‘het’, dus het past in het rijtje. Voor bezittelijk dan ‘Eps’.
Marten van der Meulen zegt
Ik begrijp de redenering, maar ik denk dat de meeste taalgebruikers niet weten dat u van UEdele komt. En dan nog is de woordvorming misschien vergelijkbaar, maar is de vorm op zich niet goed herkenbaar als persoonlijk voornaamwoord…
DirkJan zegt
“Binnenkort in dit theater mijn vondst die ik heb ingestuurd.”
+
Is het Nederlands klaar voor het genderneutrale ‘Hen loopt’? – Sander Becker – trouw.nl
https://www.trouw.nl/cultuur-media/is-het-nederlands-klaar-voor-het-genderneutrale-hen-loopt~b5fb2e1b/
Oproep: Heeft u een tip voor het ideale genderneutrale voornaamwoord, of weet u hoe de Trouw-redactie het beste met deze kwestie kan omgaan? Stuur een mailtje naar lezers@trouw.nl.
__
Aan: Trouw – lezers@trouw.nl
Datum: 8 oktober 2020
Onderwerp: Lezersoproep: Verzin een genderneutraal voornaamwoord
Hai redactie, Sander Becker,
Ik heb de oproep gelezen voor een nieuw genderneutraal persoonlijk voornaamwoord Hoewel ik zeer sceptisch ben dat een bedacht woord vanzelf ingang gaat vinden, dat kan je niet opleggen, kwam ik op het volgende simpele idee en woord:
tus
En ’tus’ is natuurlijk afgeleid van ’tussenmens’, gemunt door Marieke Lucas Rijneveld.
Tus heeft een nieuwe roman geschreven en Ik geef het boek aan tus.
En het mooie aan mijn vondst vind ik dat het ook ’tus’ is als je anders ‘hem’ of ‘haar’ schrijft, twee functies in een!
Leef met vlag en wimpel, hou het leven simpel!
Groet,
DirkJan Vos
(Amsterdam – Den Haag 1960)
http://www.dejongenskamer.nl
https://www.youtube.com/watch?v=ksOzvYYHW48
http://www.dejongenskamer.nl/varia99.htm#tus
__
Milfje Meulskens is een pseudoniem waar twee mensen achter schuilgaan, opvallend dat ze beiden dezelfde vondst ‘hin’ delen.
__
Interview Trouw (door Sander Becker) vandaag met Nicoline van der Sijs en van harte gefeliciteerd!
Nicoline van der Sijs wint Taalboekenprijs: Taalverloedering? Welnee: verrijking!
https://www.trouw.nl/cultuur-media/nicoline-van-der-sijs-wint-taalboekenprijs-taalverloedering-welnee-verrijking~bfa8d05a/
Anoniem zegt
Ook zou ik zeer gaarne willen, kortom ik wil dus, dat er een duidelijk verschil komt tussen “wij” als “ik en jij”, als “ik en jullie”, als “ik en hij”, als “ik en zij (enkelvoud, vrouwelijk)” en “ik en zij(meervoud)”. Dit alles om mijn eigen nogal narcistische en niet van enig cultuurbolsjewisme ontblote ik-identiteit te onderstrepen en uit te venten, uh, uit te wijven, nee, uit te genderneutrale homo sapiensen (raceneutral, neanderthalers included). Of zouden professionele en amateur taalkundigen taalhypes enkel moeten gadeslaan en er dus niet aan meedoen?
Anoniem zegt
Ronald V.
Marten van der Meulen zegt
In sommige talen bestaat dit onderscheid wel degelijk: https://en.wikipedia.org/wiki/Clusivity. Je zou dit stroomschema ook kunnen aanpassen om vormen te maken voor wij-inclusief en wij-exclusief, dus laat het lijken op het bestaande, en niet te slim. Ben benieuwd naar je inzending, maar ik denk wel dat de noodzaak hiervoor wat minder urgent wordt gevoeld, omdat de link met identiteit verder weg is.
Guus Kroonen zegt
‘Hin’ lijkt op het Zweedse equivalent ‘hen. Toeval?
Ik zie zelf wel wat in ‘die’, objectsvorm ‘dien’, zoals in ‘met alle gevolgen van dien’. Het is genderneutraal, komt al voor in de taal en is toch nieuw, omdat het gebruik maakt van de naamvalsvormen, net als bij de bestaande voornaamwoorden. En echte voornaamwoorden zijn voor het Nederlands naamvallen wel handig.
Toegegeven, ‘die ~ dien’ is een beetje neoklassicistisch, maar liever dat dan een willekeurig klankreeks: puur dadaïsme!
Marten van der Meulen zegt
Dat ‘hin’ op ‘hen’ lijkt is geen toeval, maar een effect van de gedeelde afkomst van de Nederlandse en Zweedse taal.
Wat betreft ‘die’: onze bezwaren daartegen doen we in het stuk al uit de doeken. ‘Dien’ is interessant maar roept wellicht associaties op met een vrouwelijke voornaam?
dereijke zegt
Kunnen we niet stoppen met dat genderneutrale gedoe? De natuur is toch ook niet genderneutraal? Wat we het meest zien is dat onder de noemer “genderneutraal” gek genoeg alleen mannelijke vormen toegestaan zijn: een vrouw is geen directrice meer maar een directeur, ook geen historica meer maar een historicus, etc.. Soms duurt het alinea’s lang voor je in de gaten hebt dat de bedoelde persoon een vrouw is en geen man. Het wordt nog moeilijker als ze een voornaam heeft die ook een man had kunnen hebben, zoals Wil, Cor of Anne.
Daarom stel ik voor dat we, als we dan per se alleen mannelijke functie- of beroepsnamen willen hebben, ook alle verwijzingen naar de bedoelde personen vermannelijken: HIJ, ook als het voorheen over een zij zou zijn gegaan, ZIJN, ook als een haar bedoeld is. Gaat het dus over een persoon van wie algemeen bekend is dat HIJ een vrouw is, bijv. minister Ollongren of koningin Maxima, dan schrijven we dus “minister Ollongren, hij heeft meegedeeld dat …”, en “koningin Maxima droeg het diadeem van zijn schoonmoeder”.
Laten we daarbij blij zijn dat onze taal sowieso al genderneutraler is dan de Slavische en de Baltische talen, die het geslachtsverschil zelfs laten doorwerken in familienamen. En verder moeten we niet moeilijk doen, dus geen gekunstelde bedenksels als HIN, en al helemaal geen stroomschema’s.
Anoniem zegt
En ook geen enige ironie meer. 🙂 Overigens, in het Amerikaans is het: the philosopher, she said … Ongeacht of het een man dan wel vrouw is. Maf, dat wel. Maar taalkundig geslacht is heel wat anders dan biologisch/sociaal geslacht. Iets dat taalkundigen wel weten, maar dat allerlei ideologen niet weten. En taalkundigen dienen te beschrijven, niet voor te schrijven.
Marten van der Meulen zegt
Gelukkig schrijven deze taalkundigen dan ook niet voor, maar geven ze, geheel naar de aard van hun professie, een overzicht van voor- en nadelen der verschillende opties, en laten ze de daadwerkelijke keuze herhaaldelijk expliciet bij degenen waar de kwestie het meest betrekking op heeft.
Ronald V. zegt
Maar misschien zouden deze professionele taalkundigen als ze toch adviseren en opties voorleggen, de optie kunnen voorleggen om niets te veranderen en niet meer te zeuren? Zomaar een ideetje, hoor. Maar misschien kan er ook eens geluisterd worden naar mensen die niet zo van al die hijgerige hypes houden? 🙂
RV
Ronald V.
Marten van der Meulen zegt
Wanneer je goed had gelezen, dan had je kunnen zien dat het hier gaat om wat te doen ALS je een genderneutraal voornaamwoord wil kiezen. Wij leggen die keuze het te gebruiken niet op.
Wel ben ik persoonlijk van mening dat iedereen het recht heeft zich gehoord te voelen op een manier die bij hen past. Op dit moment voelen veel mensen zich blijkbaar niet lekker bij hij/zij: dat een ‘hijgerige hype’ vind ik, zoals ik al in de voorlaatste alinea schrijf, droevig en kleingeestig.
Ronald V. zegt
Unzeitgemäße Betrachtung
Ik vind dat je toch teveel achter een hijgerige hype aansjokt en mij zeer ten onrechte ervan beschuldigt dat ik kleingeestig zou zijn. Integendeel, de kleingeestigheid ligt geheel en al bij de adepten van die holhoofdige hype. Het komt mij bizar (ook een modebegrip trouwens) over dat iemand die toch aan de wetenschap heeft geroken, geen kritische distantie kan bewaren tot mallotige denkmodes. Wat mij betreft, einde discussie. Maar ik zou het wel op prijs stellen als men zich onthoudt van niet terzake doende kwalificaties.
RV
DirkJan zegt
Je bedoelt niet ter zake doende denigrerende kwalificaties als ‘achter een hype aansjokken door een promoverende neerlandicus die aan de wetenschap heeft mogen ruiken.”. En prima als wat jou betreft de discussie is ges;loten, maar dat hoef je niet per se mee te delen,, mensen(!) maken zelf wel uit of ze nog op je reageren of niet. Dat geldt ook voor jou. Next.
+
Er zijn mensen die men overtuigt met verheven gebaren, maar die men wantrouwig maakt met argumenten,
Friedrich Nietzsche
Ronald V. zegt
De sociologische vaststelling dat iets een hyperige. narcistische denkmode is, is tamelijk objectief, hoor. En het blijft nogal bizar dat sommige wetenschappers hun wetenschappelijke scrupules opzij zetten en meedoen met al te populistische denkmodes en ondertussen afgeven op het populisme. En als men ter verdediging van een narcistische hype niet verder komt dan “ja maar zo ervaren mensen het”, dan is dat in intellectueel opzicht een enorm zwaktebod. Sommige mensen ervaren de biologische evolutiewetenschap ook als een aanslag op hun identiteit maar dat wil nog niet zeggen dat we daarom Darwin van de universiteiten moeten verbannen. En geloof het of niet maar er zijn postmodernisten die vinden dat creationisme en darwinisme eigenlijk gelijkwaardige hypotheses zijn en dat mensen zoals ik die het creationisme als potsierlijke pseudowetenschap bestempelen, eigenlijk kleingeestige luitjes zijn.
RV
DirkJan zegt
Maar mensen zijn natuurlijk ook natuur en in de dierenwereld komen ook diverse vormen van sekse voor. Ik vind een genderneutrale uitbreiding uitstekend, zo zit de natuur altijd al en de wereld /nu/ in elkaar, er is geen sprake van een hype, maar van een groep mensen die altijd onderdrukt werden om voor hun geaardheid uit te komen.
Wat betreft de mannelijke dominantie in beroepen, dat moet je aan vrouwen zelf vragen hoe ze willen worden aangesproken en dat is ook niet eenduidig Er zijn vrouwen die juist met de bestaande, mannelijke – semi-neutrale- vormen willen worden betiteld, zoals met dichter en wetenschapper, maar er zijn evenzogoed vrouwen die juist als vrouw,.dichteres en wetenschapster willen worden genoemd. Daar kan je rekening mee houden, bijvoorbeeld als krant in interviews. Daar was die oproep in Trouw mede voor bedoeld
__
Mijn eerdere reactie werd aanvankelijk tegengehouden en als spam herkend en ik weet niet hoe lang het duurde voordat ie door de redactie werd doorgegeven, dank daarvoor, maar hij is wel kwa tijdstempel een tijd geleden in de reactiefeed terechtgekomen, hier het linkje naar mijn concrete suggestie en dat vind ik veel creatiever dan allerlei schema’s en conservatieve kritieken. Verzin ook een listig genderneutraal persoonlijk voornaamwoord!
https://neerlandistiek.nl/2020/10/schema-voor-het-kiezen-van-een-genderneutraal-persoonlijk-voornaamwoord/#comment-24994
+
Dat mensen over hun kind twitteren: ‘De kleuter gaat, De zoon heeft, De puberdochter wil …’ Heeft u dat ook?
Anoniem zegt
harry reintjes schreef:
x wil niet meer hij genoemd worden, zo heeft nhoz (niet hij of zij) gisteren meegedeeld. nhoz (niet haar of zijn) familie was al op de hoogte. ik heb nhoh (niet hem of haar) gisteren geïnterviewd.
hebben de genderneutrale piet en angela timmermans inmiddels ook genderneutrale voor- en achternamen?
Anoniem zegt
harry reintjes schreef:
of misschien iets binairs uit het binaire stelsel voor non-binairen. weliswaar minder talig, maar wel eigentijds:
x werd door de boa aangesproken. 1 (hij/zij) had wel een mondkapje om, maar toen de boa 10 (hem/haar), zag bleek dat 1 (hij/zij) 101 (zijn/haar) mondkapje totaal verkeerd om had.
dereijke zegt
[Correctie op mijn eerdere bericht:] KONING Maxima droeg het diadeem van ZIJN schoonmoeder.
Ik neem voor het gemak aan dat deze discussie in den beginne nog serieus bedoeld was – hoewel de aftrap met een pleidooi voor een stroomschema en het gebruik van niet-bestaande terminologie dat al direct onwaarschijnlijk maakte. Maar wat moeten we dan met onzin als nhoz en nhoh ? Het gaat om een trend (een hype, inderdaad) in de Nederlandse taal; daar hebben neerlandici dus iets van te vinden. En die neerlandici liggen al zo onder vuur (irrelevantie van hun vak, aanstaande degradatie van dat vak in het onderwijs tot een bijvak in de onderbouw), en de taal waar ze zich in verdiepen mag onderhand op de UNESCO-lijst van bedreigde talen; mag dan van ze worden verwacht dat ze zich niet verliezen in geneuzel ? Zelfs het uitwisselen van jij-bakken en beledigingen wordt niet geschuwd.
Anoniem zegt
harry reintjes schreef:
uiteraard onzin, zoals ik het onzin vind dat neerlandici zich zouden moeten bezighouden met het bepalen van een voornaamwoordelijke aanduiding voor genderneutralen. laat elke genderneutraal, als dat dan zo nodig moet, zelf bepalen met welk voornaamwoord HET aangeduid wil worden.
Weia Reinboud zegt
‘Hin’ vind ik wel leuk, het kan terloopser uitgesproken worden dan andere genoemde alternatieven, zoals ‘die’. ‘Hin’ zou ook gebruikt kunnen als geslacht onbekend is, ‘die vlieg gaat steeds op de rand van m’n bord zitten, wat zoekt hin daar?’
hrafn zegt
Het zou fijn zijn als er eerst goed basis onderzoek werd gedaan naar dit onderwerp voordat er zo’n artiekel word geschreven.
In het engels is het formeel en informeel al sinds de 14e eeuw gebruikelijk om “they” en “them” te gebruiken voor een enkele persoon met een onbekende of niet binaire gender.