• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

‘Veracht niemand om zijnen godsdienst’ (1840)

29 november 2020 door Ewoud Sanders Reageer

Jeugdverhalen over joden (118)

Door Ewoud Sanders

Auteur: Georgius ‘(George’) Jacobus d’Ancona (1803-1850)

’k Zag een’ Jood met oude klêeren
Schreeuwend loopen langs de straat,
En twee nette jonge heeren,
Riepen: Smous! – wat werd hij kwaad.

En was het wel zonder reden?
Foei, dat men een’ armen man
Tegen Godsdienst, tegen zeden
Toch zoo vuig bespotten kan.

Laat men Jood of Christen wezen,
Enkel die verdraagzaam zijn
Toonen dat zij Gode vreezen;
Hem niet dienen slechts in schijn.

Niemand zal ik ooit verachten,
Om de leer die hij belijdt,
Allen, die de deugd betrachten,
Zijn mijne achting toegewijd.

Advertentie van d’Ancona in het Algemeen Handelsblad van 22 juli 1846.

Herkomst en drukgeschiedenis

George d’Ancona was de oudste zoon van een joodse huisarts en een gereformeerde vroedvrouw. Na een tijd als (hoofd)onderwijzer in Nederland en België te hebben gewerkt, begon hij in 1840 in Amsterdam een advertentiebureau. Vanaf 1841 combineerde hij dat met een boekwinkel. Daarin verkocht hij onder meer prentenboeken, bordspellen, speelkaarten en kantoorartikelen.

         Vanaf 1838 was d’Ancona bovendien actief als publicist. Tot zijn dood in 1850 (hij werd slechts 47 jaar) publiceerde hij tientallen ‘boertige’ en ‘luimige’ gedichten, (bruilofts)liederen, toneelstukjes en pamfletten. Hij maakte die ook op bestelling, voor particulier gebruik. Voor de jeugd schreef hij onder meer almanakken, ‘zedenkundige’ toneelstukken, verhalen en gedichten – onder meer over Sinterklaas.

         Het gedicht ‘Veracht niemand om zijnen godsdienst’, waarin een joodse kledinghandelaar wordt uitgescholden voor ‘smous’, staat in Gedichtjes voor de Nederlandsche jeugd, in navolging van den heer H. van Alphen. Deze uitgave verscheen in 1840 bij H. Moolenijzer in Amsterdam. Een herziene druk, waarin dit gedicht overigens ongewijzigd is opgenomen, verscheen omstreeks 1843 bij G.B. van Goor onder de titel Gedichtjes voor de lieve jeugd.

         De Moolenijzer-uitgave vermeldt d’Ancona wel op de titelpagina als auteur, de Van Goor-uitgave niet. In de inleiding bij die laatstgenoemde uitgave schrijft hij: ‘Zonder om te zien naar de kunstkrachten van anderen, heb ik gehoor gegeven aan den innerlijken drang van mijn hart om voor de lieve kleinen eenige dichtstukjes neder te schrijven, die, onder Gods zegen, bevorderlijk kunnen zijn om de zaden der deugd in hen te ontwikkelen en hen van menige verkeerde gewoonte of kwaad aanwensel eenen afkeer in te boezemen. Mogt ik mijn oogmerk slechts eenigermate hebben bereikt, ik zou de oogenblikken aan de zamenstelling dezer kindergedichtjes besteed, gewis onder de gelukkigste mijns levens tellen.’

         Gedichtjes voor de lieve jeugd beleefde tot 1844 zeker vier drukken.

‘Mousje lief’

George d’Ancona voerde vaker joodse personages op. Zo komen in zijn ‘boertige dichtstuk’ Amsterdamsch standje (1840) twee joodse straathandelaren voor: een naamloze klerenhandelaar en Leip, die augurken en eieren verkoopt. Zij spreken joods dialect, dat door d’Ancona fonetisch wordt weergegeven: hik in plaats van ik, khijk in plaats van kijk, enzovoorts. Ook gebruiken ze uitroepen die toenmalige lezers als typisch joods zullen hebben herkend: begotje (‘bij god’), nah (‘nou’), oway (‘o wee’) en sjolem (‘goedendag’).

         Zuurhandelaar Leip wordt een mousje genoemd (een eufemistische vorm van smous, een scheldwoord) en opvallend goedhartig toegesproken: ‘Daar zijn je centen, mousje lief,/ Nu kunt gij op gaan rijen.’

         Het tijdschrift Vaderlandsche Letteroefeningen velde in 1846 een vernietigend oordeel over Een Amsterdamsch standje. De recensent was er niet in geslaagd het uit te lezen, maar oordeelde desalniettemin: ‘De lezing van een paar bladzijden van deze zoogenaamde boertige gedichten is een waar vomitief [braakmiddel] voor elk, die nog eenigen smaak en gevoel voor het welvoegelijke bezit. Foei, Mijnheer d’Ancona!’ Desondanks beleefde dit dichtwerk tot 1850 tenminste vier drukken.

Doelgroep en receptie

Gedichtjes voor de Nederlandsche jeugd, in navolging van den heer H. van Alphen werd in september 1841 in een krantenadvertentie door uitgeverij H. Moolenijzer aanbevolen als ‘kermisgeschenkje’ – niet te verwarren met kerstgeschenkje. Kennelijk achtte men het opportuun om de Amsterdamse jeugd ten tijde van de kermis tot goed gedrag aan te sporen.

         Van deze bundel heb ik geen besprekingen gevonden.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: 19e eeuw, jeugdliteratuur, Jeugdverhalen over joden

Lees Interacties

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Lizzy Sara May • Schepping

We zullen een lief lichtblauw
dienstmeisje voor je kopen
en voor mij een roerend roze
huisknechtje

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

Er is voortdurend wind, wind
door het dorre blad, dat afgewend, vergeten,
stijf hangt van kou.

Sneeuw knerpt onder mijn zolen,
wind drukt mijn jas, het skelet van dunne
besneeuwde bomen, van sneeuw op gras.

Bron: Uit de hoge boom geschreven, 1967

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

6 februari 2026: Towards New Horizons of Scholarly Publishing

6 februari 2026: Towards New Horizons of Scholarly Publishing

17 december 2025

➔ Lees meer
28 december 2025: Zesde editie van Winterzinnen

28 december 2025: Zesde editie van Winterzinnen

16 december 2025

➔ Lees meer
14 januari – 6 maart 2026: Workshop Slimmer zoeken in Delpher

14 januari – 6 maart 2026: Workshop Slimmer zoeken in Delpher

10 december 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1943 Jurjen van der Kooi
sterfdag
2023 Eva Essed-Fruin
➔ Neerlandicikalender

Media

Publieke Intellectuelen: Maria Dermoût

Publieke Intellectuelen: Maria Dermoût

22 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Lidy Zijlmans: bijna vijftig jaar ervaring in de NT2

Lidy Zijlmans: bijna vijftig jaar ervaring in de NT2

22 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Willem Otterspeer over Michaël Zeeman

Willem Otterspeer over Michaël Zeeman

21 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d