Door Rolf den Otter
Een fel, cynisch gedicht gericht tegen de slavenhandel. In 1807 werd in Engeland de slavenhandel verboden. In de Nederlanden gebeurde dit (onder druk van Engeland op Willem I ) toen Nederland van de Franse bezetting werd bevrijd, in 1814. Vandaar ook de lofzang op Brittania in dit gedicht.
Het heeft een tijdje geduurd voor ik het gedicht “er in kreeg”, omdat ironie, cynisme en boosheid vaak vlak na elkaar komen. De verschillen heb ik een beetje proberen aan te dikken. Twee keer heb ik een foutje gemaakt, bv moeders ipv s’moeders, ik hoop dat u het vergeven kunt.
Op een gegeven moment is er sprake van een slavenhoudster, die een baby vermoord, omdat het kind haar uit haar slaap verstoorde. Loots verwijst hier met een (1) naar “Sparman”. Dat was een drukfout, hij bedoelde John Gabriël Stedman (1744-1797), een Schots Nederlandse officier en schrijver die het boek “Narrative, of a five years’ expedition, against the Revolted Negroes of Surinam” (1797) geschreven had, die in het Nederlands twee jaar later uit kwam als “Reize naar Surinamen en door de binnenste gedeelten van Guiana” uitkwam. Loots schreef “SPARMAN (SIC) geeft dit als eede daad zaak op, men twijfele echter aan de waarheid ; voor de eer der menſchelijke natuur, wensch ik dat SPARMAN onwaarheid gesproken hebbe.” Loots kon niet geloven dat mensen zo slecht waren.
Het gedicht werd in 1823 nog opgevoerd in de strijd tegen de “sekte” van Bilderdijk en Isaac da Costa, die vanuit Christelijke gronden Slavernij verdedigde. Lees hier.
Zedige bedekningen over de bezwaren tegen den geest der eeuw van Mr I. da Costa, door een vriend van Godsdienst en Wijsbegerte uit 1823 (de schrijver bleek E.C. d’ Engelbronner 1779-1832)
Meer over Loots is te lezen in het Biografisch Woordenboek van Nederland
Scans in de video komen hier vandaan.
Met dank aan Rob de Bree van Antiquariaat de Zilveren Eeuw, die mij ten eerste op de gedichten van Loots attent maakte en daarna uitgebreid hielp dit gedicht te duiden!MINDER WEERGEVEN
Laat een reactie achter