Jeugdverhalen over joden (127)
Door Ewoud Sanders
Auteur: onbekend
Herkomst en drukgeschiedenis
De korte zedenles ‘Hoogmoed komt voor den val’ is te vinden in Gemeenzame Nederlandsche volksspreuken, voorgesteld in leerzame verhalen, ten dienste der lagere scholen. Dit boekje verscheen in 1843 bij uitgeverij Leepel & Brat en beleefde één druk. In totaal worden er 21 spreekwoorden in toegelicht met een verhaaltje. ‘Ontegenzeggelijk toch is het’, aldus de anonieme samensteller in het voorbericht, ‘dat deze spreuken, welke velen dagelijks in den mond hebben, van grooten invloed op het volkskarakter kunnen en moeten zijn. Het is echter hoofdzaak, dat dezelve wel verstaan en begrepen worden, daar zij, in verkeerden zin opgenomen, niet alleen ophouden nuttig te zijn, maar zelfs eene zeer schadelijke werking kunnen uitoefenen.’
Samenvatting
De jonge edelman Siegfried van Druivenstein bevindt zich in zijn rijtuig tussen Wageningen en Arnhem als hij wordt toegeroepen door de ‘arme joden jongen’ Samuël: ‘Sta mij toe, dat ik achter op het rijtuig ga zitten; ik ben zoo vermoeid.’
Daar wil de jonker niks van weten. Met ‘eenen smadelijken blik’ antwoordt hij: ‘Wat gaat mij uwe vermoeidheid aan, luije bedelaarsjongen!’ Hij heft zijn zweep op en vervolgt: ‘Als gij geen lust hebt, de kracht van mijne zweep te beproeven, pak u dan voort!’
Zuchtend vervolgt Samuël zijn weg. Drie kwartier later, het begint al donker te worden, hoort hij iemand roepen: ‘Ach! wie gij ook zijn moogt, help mij, ik heb mijn been gebroken.’
Het is de jonker. ‘“Wat gaat mij uw been aan!” had nu Samuël, gebruik makende van het regt van wedervergelding, den jonker kunnen toevoegen; doch eene dergelijke onedele gedachte kwam bij den armen knaap niet eens op.’
Met hulp van enkele boerenknechten brengt Samuël jonker Siegfried naar het kasteel van diens ouders. Pas ‘na een lang en smartelijk lijden’ kan Siegfried weer goed lopen. Maar hij vertelt voortaan graag dat het ongeluk hem een inzicht heeft gebracht. ‘Met smadelijke minachting wees ik het onschuldig en billijk verzoek van den joden jongen af; doch de Voorzienigheid heeft het zoo bestuurd, dat ik het juist aan dien armen jongen te danken heb gehad, van niet, door gebrek aan hulp, welligt ellendig om te komen. Aan mij werd alzoo de spreuk ten volle bewaarheid: hoogmoed komt voor den val.’
Doelgroep en receptie
Ik vond twee besprekingen. ‘De verhalen zijn uit het dagelijksche leven ontleend, zeer begrijpelijk voor het kinderlijk verstand, en hebben eene nuttige strekking’, aldus het Nederlandsch letterblad in 1843. In de opsomming van spreekwoorden die aan de orde komen, noemt dit tijdschrift hoogmoed komt voor den val.
De Wegwijzer in de keus van schoolboeken en kinderwerkjes kwam in 1847 tot dit oordeel: ‘Het is voor een leesboekje bijzonder aardig geschreven, en geeft in een en twintig verhaaltjes eene zeer duidelijke uitlegging van even zoovele spreekwoorden.’ Volgens de recensent was dit boekje geschikt voor kinderen van acht tot tien jaar.
Laat een reactie achter