Door Margot Kalse en Olga van Marion
Om opnames en uitgave van de Top 40 mogelijk te maken, zijn wij een crowdfundingsactie gestart: steunleiden.nl/project/top-40-van-de-gouden-eeuw .
Doneer nu en ontvang de cd en/of het liedboek als beloning!
Nederlanders zingen heel veel, niet alleen in kerken en koren, maar ook op feestjes, bij bruiloften en onder de douche. Dat doen ze al eeuwen. Wie verliefd of verlaten is zingt een popliedje, wie in nood is het Wilhelmus of een psalm, en wie een kind in slaap sust een wiegenlied. Een gouden tijd voor het Nederlandse lied is de periode van de late zestiende en de zeventiende eeuw, wanneer al die liedjes verzameld in liedbundeltjes op de markt komen, geschikt voor jong en oud. Muzieknotatie is niet nodig, want de boekjes bevatten contrafacten: teksten van liedjes met aanduiding van de bekende melodie waarop ze gezongen kunnen worden.
Voor de Top 40 van de Gouden Eeuw hebben we de veertig populairste melodieën uit de Nederlandse Liederenbank geselecteerd, die destijds in het Nederlandse taalgebied het meest gebruikt zijn. Bij deze melodieën hebben we mooie, ontroerende en verrassende liedteksten uit die tijd gezocht om Nederlandstaligen van nu in staat te stellen kennis te maken met de rijkdom van dit cultureel erfgoed. Iedereen kan nu met behulp van de muzieknotatie of de midi-files de liedjes leren zingen. Van tijd tot tijd zullen we een exemplaar uit de Top 40 publiceren, tot we bij de allerpopulairste melodie op nummer 1 zijn.
In het boekje waarin alle liedjes verschijnen, willen we uw commentaar graag verwerken.
Psalm 100
Deze psalm, oorspronkelijk een intochtslied in de tempel van Jeruzalem, was ook zeer geliefd bij de vroege calvinistische gemeenten. De tekst roept op om Gods lof te verheerlijken door middel van zang. De reformator Johannes Calvijn (1509-1564) gaf het zingen van de psalmen een belangrijke plaats in de liturgie, want, schreef hij in de voorrede van zijn psalm-editie van 1543, ‘als wij ze zingen, zijn wij er zeker van dat God ons de woorden in de mond legt, alsof Hijzelf in ons zingt om zijn eer te verbreiden’ (‘Et pourtant, quand nous les chantons, nous sommes certains que Dieu nous met en la bouche les paroles, comme si luy mesme chantoit en nous, pour exalter sa glorie’). Calvijn zag zingen als een liturgisch gebeuren op zich, waarin met God wordt gecommuniceerd op andere dan rationele wijze. Volgens hem kon door het zingen de heilzame werking van God worden toegeëigend op een onnavolgbare manier. Als je zingt, druppelt Gods heil ‘als via een trechter rechtstreeks in je ziel’.
De Gemeynte Gods wert hier vermaent, datse inden Tempel te samen comen om Godt te aenbidden, ende syne bermherticheyt ende waerheyt te prysen.
3. Gaet in syn poorten wie ghy syt,
Loeft hem en danckt hem t’alder tyt;
Verbreyt al om syn eer’ bequaem,
En looft synen heylighen Naem.
4. Want Godt vol alder deuchden is,
En syn goetheyt gheduert ghewis,
Tot alder tyt en eewichlyck
Dueren syn waerheyt, en syn ryck.
Jan van der Noot
verschoont | verheerlijk |
sonder ons | zonder ons toedoen |
maeckt ghesont | geneest |
Tekst uit: Jan van der Noot, Het bosken. Inhoudende verscheyden poëtixe wercken [Londen: Henry Bynneman, 1570], fol. L1v-L2, https://books.google.nl/books?id=vypKAAAAcAAJ (pdf pp. 139-140)
Melodie uit: Petrus Dathenus, Alle de Psalmen Davids, Ende Ander Lofsanghen, Wt Den Francoyschen dichte in Nederlandschen overghesett, De welcke men voortaen in de Nederlandsche Ghemeynten ghebruycken zal (z.pl., 1566), fol. Z1v. https://books.google.nl/books?id=5ORNAAAAcAAJ
Laat een reactie achter