Elven Zingen bij een Alleengelaten Kind
Blaas het maanlicht in zijn oogen,
ritsel wilgenblaren bij zijn ooren …
Laten zij hem nu maar houden,
altijd zal hij ons behooren,
en zij zullen niet vermogen
binnen muren die zij bouwden,
binnen liefde van hun oogen
hem te houden …
o, wat zouden
— als ons zingen door zijn jaren
rust en duur hem heeft ontnomen —
al hun klagen en ervaren
tusschen hem en onze droomen,
hij zal komen, hij zal komen,
en zijn oogen zullen staren …
ritsel, ritsel wilgenblaren,
blaas het maanlicht in zijn oogen.
A. Roland Holst (1888-1976)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter