Ad Foolen was van 1975 tot 2015 taalwetenschapper aan de Radboud Universiteit. Zijn moedertaal is het Breugels dialect waar ook in het voorgelezen fragment sprake van is. A.F.Th. van der Heijden (1951) is de schrijver van een groot, samenhangend oeuvre; hij viert dit jaar zijn zeventigste verjaardag.
Presentatie, format, productie, vogels en muziek: Michiel van de Weerthof. Het verblijf wordt mede mogelijk gemaakt door de Nederlandse Taalunie. Wanneer bovenstaande Spotify-versie niet werkt kunt u Het verblijf ook hier beluisteren.
Jos Rombouts zegt
Heel mooie tekst, herkenbaar voor mij. Mijn vader sprak oorspronkelijk een Baronies dialect, maar ging na zijn huwelijk met mijn moeder het Noorderkempens dialect spreken van mijn moeder en van het dorp waar we woonden.
Hier horen eigenlijk verwijzingen bij naar een artikel van voorlezer Ad Foolen uit 1995 (https://www.dbnl.org/tekst/_for004199501_01/_for004199501_01_0033.php) en naar een van Guido Geerts uit 2000 (https://www.dbnl.org/arch/_ver016200001_01/pag/_ver016200001_01.pdf).
Jos Rombouts zegt
Ik merk dat ik nog een verwijzing vergeten heb. Ad Foolen publiceerde in 1996 ook een bijdrage, “Herinneringen aan mijn moedertaal’, voor een feestbundel ter gelegenheid van de zestigste verjaardag van Toon Hagen. Die bundel werd geredigeerd door Roeland van Hout en Joep Kruijsen. Hij heet: “Taalvariaties. Toonzettingen en modulaties” en verscheen zoals gezegd in 1996, bij Foris Publications. De bijdrage van Ad Foolen staat op pp. 55-66. Ze bevat naast het verhaal van Adri van der Heijden ook herinneringen aan Foolens eigen ontdekking van de verschillen tussen zijn moedertaal (dus zijn dialect) en het Algemeen Nederlands.
Foolen verwijst ook naar het proefschrift van Jan Brands, dat in 1992 bij de SUN is verschenen onder de titel “Die hoeft nooit meer wat te leren”: Levensverhalen van academici met laaggeschoolde ouders. In 2010 is er bij Aksant een vergelijkbaar proefschrift verschenen. Het is van de hand van Mick Matthys en het is getiteld Doorzetters. Een onderzoek naar de betekenis van de arbeidersafkomst voor de levensloop en loopbaan van universitair afgestudeerden. Dit boek bevat een heel interessante paragraaf 3.3 over hoe ouders en kinderen communiceren. De paragraaf gaat niet over de taalvariëteiten die ouders en kinderen gebruiken, maar over de inhoud van die bijna
onmogelijke communicatie.
De tekst die Ad Foolen heeft voorgelezen, stimuleert veel reflectie. .
Lachlan Mackenzie zegt
Zie ook dit zeer relevante tweegesprek tussen A.F.Th. van der Heijden en wijlen Pieter Muysken: