Pallieter (1916) is een nieuwkomer in de canon van de KANTL. Die aarzeling om het boek in de canon op te nemen weerspiegelt de ambigue houding die men tegenwoordig tegenover deze klassieker koestert. Enerzijds valt het literair-historische belang van het boek niet te ontkennen: het kende herdruk op herdruk en werd in vele talen vertaald. Anderzijds vond men de personages te eendimensionaal, het Vlaanderen dat erin geschilderd werd te naïef en te boers. Maar dan ziet men over het hoofd dat Pallieter ook een ode is op de vrijheidsliefde, het hedonisme en de natuur.
Gerard van der Leeuw zegt
Pallieter is natuurlijk veel meer dan een streekroman. Het verhaal is grandioos geschreven, met een taalgebruik waar menig schrijver een puntje aan kan zuigen. Een boek vol (expressionistisch aandoende) kleuren. Een boek dat al voordat iemand daar ook maar oog voor had opkomt voor het beschermen van de natuur. Een boek dat vrijmoedig spreekt over sexualiteit, lang voordat zulks in het katholieke Vlaanderen (en in Nederland) kon.
Een boek dat iemand die het nooit las tot een armer mans maakt. Een boek dat een Herman Hesse , Rilke, Frederik van Eeden en Thomas Mann in diepe verrukking bracht. Lezen dat boek en vergeet het mooie nawoord van Hugo Claus-kenner Kevin Absillis niet (uitgeverij Polis).