Biografisch
Pieter Muysken werd in 1950 geboren in Oruro, Bolivia, waar zijn vader werkzaam was als mijningenieur. Na zijn jeugd in Brunssum en middelbare schooltijd in Heerlen, vertrok hij naar de VS, waar hij in 1972 zijn BA ‘Latin American Studies’ en Spaans behaalde aan Yale College, een afdeling van de gelijknamige universiteit. In 1973-‘74 was hij student-assistent aan het Instituut voor Algemene Taalwetenschap van de Universiteit van Amsterdam. Daar studeerde hij in 1974 af op een scriptie getiteld Some syntactic aspects of creolization, vanaf 1976 was hij er wetenschappelijk medewerker en in 1977 promoveerde hij aan de Universiteit van Amsterdam op een proefschrift met de titel Syntactic developments in the verb phrase of Ecuadorian Quechua.
In 1989 werd hij hoogleraar Algemene Taalwetenschap, meer in het bijzonder Sociolinguistiek en Creolistiek, aan de Universiteit van Amsterdam. In 1998 vertrok hij naar Leiden, waar hij hoogleraar Taalwetenschap werd voor het specialisme Ibero-American Linguistics. In 2001 verruilde hij de Universiteit Leiden voor de Radboud Universiteit Nijmegen, waar hij voor de derde keer aantrad als hoogleraar Taalwetenschap. In 2017 ging hij met emeritaat – ‘reluctantly’, zoals hij later zelf zou schrijven (Muysken 2020).
In 2010 werd hij buitengewoon hoogleraar aan de Universiteit Stellenbosch en verder was hij gasthoogleraar aan de universiteiten van Salzburg, Massachusetts en Montreal. De lijst met universiteiten wereldwijd waar hij uitgenodigd werd als spreker of docent is lang en omvat onder meer Harvard University. Daarnaast was hij lid van talloze wetenschappelijke instellingen (onder andere de KNAW), gremia, commissies en adviesorganen in binnen- en buitenland.
Olympische blik
Zijn taalwetenschappelijke expertise omvatte enerzijds de vele deelgebieden van het onderzoek van taalcontact en anderzijds de formele taaltheorie. Onder de koepel taalcontact valt zijn werk aan onder meer pidgins en creooltalen, twee-/meertaligheid, codewisseling, psycholinguïstische aspecten van tweetaligheid en codewisseling, mengtalen (‘mixed languages’), ‘areal linguistics’ (de tak van de taalwetenschap die zich bezig houdt met ‘Sprachbünde’), tweedetaalverwerving, ontlening, etnolecten en erftalen (‘heritage languages’). Hij was een internationaal gerespecteerd kenner van de Andes-talen en zette zich in voor de documentatie van de ongeveer 30 verschillende talen van Bolivia – waarvan een groot deel bedreigd is (Muysken 2020).
Enkele van zijn publikaties zijn klassiekers geworden, waaronder het in 1981 verschenen paper ‘Halfway between Quechua and Spanish: the case for relexification’, één van de eerste taalwetenschappelijke studies over mengtalen.
De teller voor het totale aantal gepubliceerde titels in verband met bovengenoemde gebieden stond in 2019 op 236 (Veenstra, Smith & Aboh 2020). De lijst wordt aangevoerd door publikaties over pidgins en creooltalen (75) en taalcontact in engere zin (51). In het onderzoek van pidgins en creooltalen liep hij van het begin af aan internationaal voor de troepen uit –onder veel meer als oprichter (1977) van de Amsterdam Creole Studies. Verder was hij lid van de redactieraden van een aantal voorname internationale vaktijdschriften (onder meer op het gebied van de tweetaligheid) en boekenseries.
Ook zijn er van zijn hand invloedrijke taaltheoretische publikaties, waaronder het samen met Henk van Riemsdijk in 1986 uitgegeven Projecting features and featuring projections en het in 2008 verschenen Functional categories. In het juryrapport voor de Spinozaprijs wordt Pieter Muysken dan ook “…een van de productiefste en invloedrijkste Nederlandse taalkundigen van dit moment” genoemd.
Hiermee wordt tegelijkertijd duidelijk dat hij als geen andere taalwetenschapper op verschillende niveaus empirie en theorie vruchtbaar met elkaar wist te verbinden. Of, zoals het in de laudatio bij gelegenheid van de toekenning in 2007 door de KNAW van het Akademiehoogleraarschap heette: Pieter Muysken beschikt(e) over de “bijzondere gave om de inzichten van een theoretisch linguïst toe te passen op concrete verschijnselen die van centraal belang zijn voor de toegepaste linguïstiek.”
Onderscheidingen, prijzen en premies
Behalve de vele min of meer reguliere onderzoekssubsidies, ontving Pieter Muysken verschillende prestigieuze prijzen. Genoemd zij hier allereerst de Prins Bernhardfondsprijs (tegenwoordig bekend als de Keetje-Hodshon-Prijs van de Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen) die hij in 1985 samen met Win Zonneveld ontving. In 1990 deelde hij met zijn voormalige promovenda Jeanine Treffers‑Daller de Prix des Ambassadeurs en in 1998 ontving hij de Spinozapremie (à 3 miljoen Euro). Met de honorering in 2008 van zijn aanvraag voor een ERC Advanced Grant ontving hij verder een onderzoeksbudget van 2,5 miljoen Euro.
Inspirator, promotor en organisator
Pieter Muysken was ongeëvenaard in het aantrekken van jonge onderzoekers, voor wie hij telkens weer externe fondsen wist aan te boren. Het exacte aantal is moeilijk te achterhalen, maar hij moet zo’n 50 promovendi hebben begeleid, uit ongeveer alle delen van de wereld. Als organisator van wetenschappelijke evenementen in binnen- en buitenland was hij vindingrijk en energiek. Daardoor en ook als onuitputtelijke bron van ideeën was hij voor velen de vleesgeworden inspiratie. Bovendien was hij een plezierig, opgewekt en zeer toegankelijk persoon – kortom een fenomeen.
Met dank aan Norval Smith
Referenties
Muysken, Pieter (1981), Halfway between Quechua and Spanish: the case for relexification. In Historicity and variation in creole studies, A. Highfield & A. Valdman (eds), 52–78. Ann Arbor: Karoma Publishers.
Muysken, P.C. ( 2008), Functional categories. Cambridge, UK: CUP
Muysken, P.C. (2020), Studying the Languages of the Andes. Disappearing … and Evolving. ReVista. Harvard Review of Latin America.
Muysken, Pieter en Henk van Riemsdijk (1986), Projecting features and featuring projections. Dordrecht: Foris
Veenstra, Tonjes, Norval Smith & Enoch Aboh, eds (2020), Pieter C. Muysken: A brief biography, a Language Contact bibliography and a Festschrift summary. In: N. Smith, T. Veenstra & E. Aboh (eds),Advances in Contact Linguistics: In honour of Pieter Muysken. Amsterdam: Benjamins
Laat een reactie achter