Universiteitscampussen zijn in Zuid-Afrika, méér dan elders, de barometer voor het politieke klimaat. Studenten organiseren er verzet tegen een regering die wordt beticht van corruptie, tegen sociale onrechtvaardigheid, tegen het beleid van universiteitsbesturen. Jaren geleden is nog heftig geprotesteerd tegen het inschrijvingsgeld voor het hoger onderwijs. De actiegroepen #FeesMustFall en Open Stellenbosch kregen wereldwijd aandacht. De strijd voor dekolonisatie leidde tot een heuse beeldenstorm. Iconisch is het beeld van de omverwerping van het monument ter ere van de Britse kolonisator Cecil Rhodes op de campus van Universiteit Kaapstad. #RhodesMustFall riep op standbeelden in het land te slopen die herinneren aan een gewelddadig koloniaal verleden.
Momenteel wordt actie gevoerd om plaatsnamen te afrikaniseren. Het ziet er naar uit dat de universiteit van Stellenbosch de volgende tijd in het oog van een storm terecht komt. Aanleiding is de herziening van het taalbeleid. Rector Wim de Villiers en het universiteitsbestuur pleiten er volgens activisten voor alleen nog het Engels als onderwijs- en wetenschapstaal te handhaven. Protestbewegingen klagen naar aanleiding van de ontwerptekst voor het nieuwe taalbeleid discriminatie en sociaal onrecht aan.
Verschraling
Van oudsher, meer dan een eeuw intussen, wordt aan de Universiteit Stellenbosch in Afrikaans en Engels gedoceerd. Ook isi-Xhosa is een volwaardige voertaal op academisch, sociaal en administratief vlak. De dominante positie heeft de academische instelling in Stellenbosch mee te danken aan het Afrikaans, dat zich kon ontwikkelen tot volwaardige wetenschaps- en onderwijstaal. In alle wetenschapsdisciplines, met als internationale lingua franca het Engels, bestaan vaktermen waarvoor equivalenten bestaan in het Afrikaans. De bekende Zuid-Afrikaanse historicus Hermann Giliomee benadrukt dat sinds de Unie van Zuid-Afrika (1910), na de tweede Zuid-Afrikaanse oorlog, beide talen als evenwaardig worden beschouwd. Afrikaans verkreeg pas in 1925 het statuut van officiële ambtelijke taal, naast Engels en geleidelijk ten koste van het Nederlands.
Honderd jaar later stelt de werkgroep voor de herziening van het US-taalbeleid dat Afrikaans niet wordt beschouwd als “inheemse” Afrikataal. Dat is merkwaardig, omdat het Afrikaans alleen in het zuidelijk-Afrikaans subcontinent kon tot stand komen. Naast Europese talen, zoals Nederlands, Engels en Portugees, is er de invloed van het Maleis die met de slavernij is ingesijpeld. Duizenden jaar oude plaatselijke talen, zoals Khoi-talen en andere talen van de Bantoe- of Sintoe-familie, hebben (variëteiten van) het Afrikaans mee gevormd. Tegen het advies voor een herziene taalpolitiek, op vraag van het Zuid-Afrikaans departement voor hoger onderwijs, en het exclusieve gebruik van “inheemsheid” steekt een storm van verontwaardiging op. Het departement Afrikaans en Nederlands (US) stelt in een open brief dat op niet-wetenschappelijke gronden het Afrikaans voortaan als “uitheemse taal” wordt gezien, om uiteindelijk een algehele verengelsing van de universiteit mogelijk te maken. Het universiteitsbestuur stelt in een publiek verweerschrift dat Engels en Afrikaans hoe dan ook de voertalen blijven en dat het niet de verschraling van het Afrikaans op het oog heeft.
Onrustig
Meer dan dertig jaar na de afschaffing van apartheid is het Afrikaans nog steeds een gestigmatiseerde taal in Zuid-Afrika, volgens Giliomee met “te veel politieke bagage”. De opstand in Soweto (1976) tegen de verplichting om overal het Afrikaans op school in te voeren staat in het collectieve geheugen gegrift. Zwarten mochten niet in de eigen taal school lopen, maar moesten de zogeheten taal van apartheid leren. Wat wel eens over het hoofd wordt gezien, zeker in Europa, is dat de strijd tegen apartheid vooral ook in het Afrikaans is gevoerd. En wat ook wel eens wordt vergeten: Engels herinnert in Zuid-Afrika aan honderdvijftig jaar onderdrukkend koloniaal bewind. In dat opzicht rust op het Engels in Zuid-Afrika een historische smet. Het apartheidsbewind was overigens strikt tweetalig – Afrikaans én Engels.
Vanaf morgen wordt protest aangekondigd. Het ziet er naar uit dat het onrustig wordt op de campus. Opmerkelijk is dat actiegroepen nu vooral bestaan uit bruinmensen, de overgrote meerderheid van Afrikaans-sprekenden in de Kaapprovincies. Door het Afrikaans als taal van onderwijs hoogstens nog te gedogen in de universiteitsgebouwen, wordt alle Afrikaans-sprekenden (wit en bruin) op termijn de kans ontnomen om in de moedertaal universitair onderwijs te volgen. Een enquête van 2011 – de meest recente cijfers – laat zien dat 13,6% van de Zuid-Afrikaanse bevolking Afrikaans als eerste taal gebruikt, waarvan het merendeel mensen van kleur.
Dezer dagen circuleren bizarre berichten. Studenten zouden “in die koshuis” geen Afrikaans meer mogen spreken, teneinde Engelssprekenden niet buiten te sluiten. De universiteit heeft die geruchten weerlegd. Op campus wordt het Engels gestimuleerd als taal van “inclusiviteit”. Terwijl er alles voor te zeggen is, in een veeltalig land met in de grondwet elf ambtelijke talen (binnenkort ook gebarentaal), meertaligheid te promoten. Inclusief het Afrikaans, een taal waarin een bijzonder vitale literatuur wordt geschreven en met een rijk cultureel leven, de huistaal van miljoenen Zuid-Afrikaanse burgers (veel meer bruin dan wit). Het is de taal van de regio waar de universiteit van Stellenbosch is gevestigd. De (derde) Afrikaanse taalstrijd roept herinneringen op aan de Vlaamse emancipatiebeweging tegen de hegemonie van het Frans. Ook toen vaardigden schoolbesturen decreten uit tegen het gebruik van het Nederlands op de speelplaats en aan Vlaamse universiteiten is nog lang gedoceerd in het Frans.
Gelijkwaardigheid
De acties voor het Afrikaans worden niet door Afrikaners gevoerd, maar door de lokale bevolking die dus vooral niét wit is. Taalkundigen en taalhistorici zijn het al lang eens dat Afrikaans een inheemse Afrikataal is. Hein Willemse (Universiteit Pretoria) sprak vanochtend in een programma op Radio Sonder Grense over het gevaarlijk onderscheid dat overheidsinstanties thans maken tussen inheemse en uitheemse talen, vooral omdat het verschil verregaande gevolgen heeft op cultureel-etnisch gebied.
Onbegrijpelijk is dat de universiteit nu, niet alleen ideologisch maar vanwege academisch prestige en buitenlandse inkomsten, resoluut kiest voor het Engels. In Stellenbosch staat veel op het spel, vooral omdat nog universiteiten zullen volgen. Taal is een kwestie van ideologie en van sociaal recht. Onderwijs is een grondwettelijk recht. Niet alleen in Zuid-Afrika moet men beducht zijn voor sociale ongelijkheid en de inperking van democratisering die verengelsing met zich meebrengt. Ook aan universiteiten in de Lage Landen blijven we pleiten voor hoogstaand academisch onderwijs in de taal van de regio. De roep voor meertaligheid is méér dan een keuze voor Engels, maar veeleer voor gelijkberechtiging van talen en menselijke gelijkwaardigheid.
De discussie over het taalbeleid kan worden gevolgd op LitNet. De protestactie vanaf 9 april 2021 wordt hier en hier aangekondigd.
Het gesprek met Hein Willemse kan hier worden beluisterd.
Laat een reactie achter