Jeugdverhalen over joden (136)
In deze reeks publiceert Ewoud Sanders het ruwe materiaal voor een in 2022 te verschijnen boek met een analyse van dit materiaal.
Auteur: onbekend
Waarschijnlijk oorspronkelijk Nederlands
Herkomst en drukgeschiedenis
De Kinder-Courant publiceerde ‘Vooroordeel’ in 1860. Het verhaal is niet ondertekend. Tussen circa 1857 en circa 1868 trad de Haagse onderwijzer J. van Weerden op als uitgever en hoofdredacteur van de Kinder-Courant. Dit weekblad verscheen tussen 1852 en 1905. Het was het langstlopende kindertijdschrift uit de negentiende eeuw.
Samenvatting
Marskramer Levi woont met zijn vrouw en twee dochters in Campenhout, een dorp niet ver van Brussel. Het is het enige joodse gezin in het dorp. Zij leven orthodox. In de woorden van de auteur: ‘Levi was een Israëliet van den ouden stempel, maar daarom niet minder achtenswaardig.’
Iedereen respecteert Levi en zijn gezin, behalve de vrouw van de koster. ‘De goede vrouw was van meening, dat het tot haren christelijken pligt behoorde, dat men den Israëliet niet slechts geene liefde moet bewijzen; maar dat men hem moest schuwen.’
Er breekt een epidemie uit en de kostersvrouw wordt ernstig ziek. Zij krijgt alleen hulp van Levi’s vrouw. ‘De kostersvrouw herstelde. De vrouw van Levi kreeg de ziekte en na vier en twintig uren lijdens was zij dood.’
Levi is op dat moment op pad met zijn handel. Als hij terugkeert, is zijn vrouw al begraven. Zijn dochters, Eva en Lea, worden verzorgd door de kostersvrouw.
Twee jaar later overlijdt Levi. De dorpelingen weten niet wat zij met de twee joodse meisjes aan moeten, want op zijn sterfbed heeft Levi zijn dochters laten beloven dat zij geen afstand mogen doen van ‘de godsdienst hunner vaderen’. ‘Wie van de dorpelingen zou kinderen in huis willen nemen, die men geen “Onze Vader” kon leeren bidden, en zelfs geen kruisje kon laten maken?’
Dan besluit de kostersvrouw de meisjes in huis te nemen. Zij is goed en lief voor hen. ‘Als de heer pastoor een bezoek bragt en hij zijn hand over het lieve donkere kopje van Eva streek, en soms haar wat lekkers meêbragt, dan was de kostersvrouw over de huizen [erg blij] dat zijn Eerwaarde zoo goed zag wat een lief kind haar klein Jodinnetje was.’
Als de koster vraagt hoe het komt dat zijn vrouw nu zo ‘minzaam’ is tegen kinderen die een religie aanhangen die zij ‘haat’, antwoordt zij dat ze in werkelijkheid jaloers was: Levi en zijn vrouw hadden kinderen, zij niet. Dat de moeder van de meisjes overleed, doordat zij de kostersvrouw verzorgde, heeft haar tot inkeer gebracht. ‘Toen heb ik begrepen dat die Israëlitische vrouw de les van den Zaligmaker in beoefening had gebragt, die ik geweten maar niet betracht had: Hebt uwe naasten lief als u zelven! Ik tracht nu aan hare meisjes goed te maken, wat ik aan de ouders heb misdaan.’
Doelgroep
De Kinder-Courant richtte zich voornamelijk op kinderen uit de betere milieus in de leeftijd van zeven tot vijftien jaar.
Laat een reactie achter