‘Rijmsnoer om en om het jaar’ uit 1897 is de laatste bundel die Gezelle zelf samenstelde. Hij bracht er een omvangrijke lyrische productie in onder van drie warendichterschap in een cyclus geordend naar de maanden van het jaar. Het gedicht ‘Abeelen’ in de afdeling ‘Lentemaand’ (maart) vertolkt fijnongeloof, spijt en verontwaardiging wanneer hij vaststelt dat langs een zandweg alle populieren (abelen) zijn omgehakt en de stammen van hun kruinen worden ontdaan.
Laat een reactie achter