Het Sintoïsme*
Nog blijft in Miya’s* steeds de Spigel stralen
En flonkt er Bergkristal, Banier en Zwaard,
Waar witte priesterstoet in tempelzalen
D’erinnering aan de Kami’s* vroom bewaart,
Di er op handgeklap van ’t Volk neerdalen
En door gebed de heldenkracht weergaart
Der Vaderen, wier geschim er om blijft dwalen
En door hun macht zijn ziel van licht doorklaart,
Zo ’t veel verwierp van wat de ouden dachten,
’t Wil de’ ogen toch in effen spanning richten
Op de simbolen, di den voorzaat lichtten
Om schoner, reiner dan de voorgeslachten
Van wat als zonde, duister drukte ontdaan,
Een niwe wereld-orde in te gaan.
J.K. Rensburg (1870-1943)
uit: Japanse verzen (1903)
*Het Sintoïsme, de oorspronkelike godsdienst van Japan, welke ook in China bestaat, is de verering van goden, heröen en voorvaderen. De hoofdsimbolen er van zijn de Spigel als beeld van de Schoonheid, wellicht ook van de Zon, een edelsteen of meestal een kogel van bergkristal, een zwaard en de gohei, witte repen papier samenhangend en dikwijls aan de randen verguld en uit één stuk gesneden van twijfelachtige betekenis zover ik weet. Men onderstelde, dat de Kami of geest van een god zich er op neerzette; verder een banier van brokaat.
*Miya: sintoistise tempel.
*Kami: geest van een voorvader of god.
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter