De rozen
Je opende de openslaande deuren:
het leek of met de rozen rond het gras
het paradijs teruggewonnen was,
alleen met nog meer kleuren en meer geuren.
Wie dit gekend heeft moet maar niet meer zeuren.
De dagen van de rozen zijn zo ras
vervlogen dat ik ze na jaren pas
weer dromen kan in geuren en in kleuren.
Door rozegeur word ik met open ogen
nog mooier dan door maneschijn bedrogen,
en snuif ik diep en doe mijn ogen dicht
dan gaat mijn neus, ontsnapt uit mijn gezicht,
de hortus op en wandelt door de tijd
een weg terug die over rozen leidt.
Kees Stip (1913-2001)
uit: Au! de rozen bloeien (1983)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter