Aan het eind van de Mannefestaosie Nedersaksische literetuur van 12 februari 2021 via Zoom werd het Jaorboek Nedersaksisch 2 aangekondigd, en vorige week is het al gereedgekomen.
Het eerste deel van het Jaorboek bevat de bijdragen van zeven belangrijke Nedersaksische schrijvers en dichters aan de ‘mannefestaosie’, de tekst van een inleidende voordracht en een lezing over de na-oorlogse grenscontacten tussen Nedersaksische schrijvers door Helmut Lensing. Het boek is in deel 2 aangevuld met artikelen van meer taalkundige, taalsociologische en/of historische aard.
Literatuurhistoricus Henk Nijkeuter hield op 12 februari de inleidende voordracht, getiteld Nedersaksische literatuur in het kört. Hij geeft hierin een beknopt overzicht van de ontwikkeling van de Nedersaksische literatuur, van Heliand tot heden. Hierna volgt dus het werk van zeven interessante Nedersaksiche auteurs. Achtereenvolgens:
’t Exotische van de eigen streek (mit een fragment uut Moenen), door de jonge Overijssels-Drentse auteur Chris Canter.
Goeie kunde die mit me mitreizen blift… (veurdracht over de eigen schrieveri’je – mit romanfragmenten), door Johan Veenstra, bekend Stellingwerfs auteur van bijna 30 literaire werken, winnaar van onder meer de Rink van der Velde-priis en onlangs gelauwerd met de Zilveren Anjer.
Eerste keus uut mien verhoalen en gedichten, door de productieve, vaak geprezen Groninger auteur Tonko Ufkes (regio Westerkwartier). In 2019 ontving Ufkes de Noordduitse Freudenthalpreis, de belangrijkste prijs voor literatuur in het Nedersaksisch.
Gedichten in ’t Nedersaksisch van Gællemuun / Genemuiden, door de West-Overijsselse auteur Jannie Bakker. Haar poëzie wordt zeer gewaardeerd en graag gelezen.
Een paar gedichten in ’t Aachterhoeks veur de Mannefestaosie Nedersaksische Literetuur, door de Achterhoekse auteur Derk Jan (Dick) ten Hoopen. Ook zijn poëzie wordt vaak beluisterd en menigmaal geprezen.
Wied weg en toch kort bie! (Keuze veur de Mannefestaosie Nedersaksische Literetuur; Veluws van Heerde), door Jan van Leeuwen. Deze Oost-Veluwse dichter was tot voor kort vooral bekend in Heerde en omgeving. Zijn indringende poëzie over de gevolgen van de corona voor de inwoners van Heerde en omgeving maakten hem bekend in een groter gebied.
Gedichten in het Twents en Sallands (met toelichting), door Laurens ten Den. Ten Den is behalve auteur ook theaterman en dat merkt de lezer ook in deze bijdrage. Hij brengt onder meer werk van Shakespeare, van Willem Wilmink en van de Braziliaanse dichter Carlos Drummond de Andrade in z’n eigen Nedersaksisch.
Die Bentheimer Plattdeutsch-Bewegung öffnet sich nach Westen is de titel van de lezing van Helmut Lensing, onder meer lid van de adviescommissie van het Studiengesellschaft für Emsländische Regionalgeschichte en hoofdredacteur van het tijdschrift Emsländische Geschichte. In zijn bijdrage schetst hij hoe na WO II van beide kanten van de grens toenadering werd gezocht tussen Nedersaksische auteurs en anderen om tot samenwerking te komen. Die samenwerking uitte zich onder meer in publicaties door auteurs uit Bentheim / Emsland in ’t Swieniegeltje, Nedersaksisch literair tijdschrift van weleer.
De artikelen van deel 2 van het Jaorboek Nedersaksisch 2 (2021) staan los van de ‘mannefestaosie’. De titels van de bijdragen en namen van de auteurs zijn:
Taal en cultuur in vertaling: de Heliand, door Jan Nijen Twilhaar. Nijen Twilhaar beschrijft het waarom en hoe van zijn vertaling in zijn Sallands, dat van Hellendoorn.
Van de taal van het Rentenboek van het Olde Beghijnenhuis naar het Zwols van nu, door Evert van den Berg en Philomène Bloemhoff. Deze bijdrage gaat nauwkeurig in op Zwolse taaleigen elementen in het Rentenboek. Het werd in 2013 door het Historisch Centrum van Overijssel verworven .
Nieuwe evidentie voor de Westfaalse expansie is de bijdrage waarin Harrie Scholtmeijer het begrip Westfaalse expansie kort duidt. Hij schetst vervolgens evidentie uit met name de West-Overijsselse context.
Vrij gebruik van Limburgs en Nedersaksisch in het regionaal en lokaal bestuur: een aanbeveling laat zien dat de huidige Algemene wet bestuursrecht zich niet goed verdraagt met een vrij gebruik van Limburgs en Nedersaksisch. Dat zou je juist wel willen verwachten. Auteurs zijn Roeland van Hout en Henk Bloemhoff.
Die grenzüberschreitende Niederdeutsch-Bewegung in den Jahren nach dem Zweiten Weltkrieg in der Region Emsland/Grafschaft Bentheim und den östlichen Niederlanden is een uitvoerige bijdrage door Helmut Lensing. Het biedt interessante geschiedenis van de Nedersaksische beweging aan weerszijden van de Nederlands-Duitse staatsgrens na WO II.
Het Jaorboek Nedersaksisch 2 (2021) is een uitgave van Stichting Sasland in samenwerking met boekenbestellen.nl in Zwaag. Omvang: 148 pagina’s, prijs: € 35,80. Het Jaorboek is verkrijgbaar via deze link. Het is ook verkrijgbaar via de plaatselijke boekhandel en bol.com.
Laat een reactie achter