Weemoed
O, weemoed waaraan Waspik lijdt,
Westhem, Westhoek en Waterscheid,
Weemoed van Woensel, Windeweer,
Van Wilsum, Wouw en Westermeer,
Van Wapenveld en Wemeldinge,
Van Wedde, Weel en Wageningen.
O, weemoed om de waterschuwen,
om jongens die geen meisjes huwen,
Om ’t hoofd waarop geen haar gekamd wordt,
De woning waar geen wig gewamd wordt.
O, weemoed om het weerbericht
Om alles wat, niet waterdicht,
Door weer en wind wordt overvallen,
Om feesten die in ’t water vallen.
O, weemoed om de weduwen,
Om duwers die niet meeduwen,
Om herders die hun vee schuwen,
Om wallen die geen vijand weren,
En dijken die geen water keren.
En weemoed om het worstevel,
Om wat er niet en wat er wel
In worstevellen wordt gedaan.
O, weemoed om het werwaarts gaan.
En weemoed om de wederhelft
Die zich verdrinken wou in Delft.
O, weemoed om de watertoevoer,
Om wederin- en wederuitvoer,
Om Willemsvaart en Willemsorde,
Om wezens die niet wijzer worden,
Om witte- en om tarwebrood,
Om heel de wijde wereldkloot.
O, weemoed om het wederzien,
Om wachten en niet langer wachten
Op wat door anderen werd ontvreemd
En wat zij nimmer wederbrachten.
O, weemoed, weemoed boven al
Om wat er van ons worden zal,
Om al wat was en wat zal wezen
En waarvan niets ons kan genezen.
Daan Zonderland (1909-1977)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter