In dit speelse gedichtje richt Hooft zich tot zijn tweede vrouw Helionora Hellemans. Hoe groot is zijn verlangen (zijn “tocht”) om bij haar te zijn! Helaas, hij is op reis, en in plaats van hem zijn vleugels te lenen om naar het Muiderslot te vliegen, wijst de wrede Min (Cupido) hem een herberg aan in Den Bosch.
Laat een reactie achter