De lerarenopleiding wil wel, maar het moet ook kunnen.
Lerarenopleiders voor basisonderwijs vinden leesonderwijs van groot belang, en tonen een grote betrokkenheid als het over lezen gaat. Gebrek aan tijd en de invulling van het curriculum maken het echter moeilijk om effectief leesonderwijs te geven. Zo zijn wetenschappelijke inzichten over effectief leesonderwijs te weinig in de curricula vervat, en staat de Nederlandse landelijke kennisbasistoets effectief leesonderwijs in de weg. Die vaststelling deden leden van de Vlaams-Nederlandse Taalraad Begrijpend Lezen tijdens gesprekken met 16 lerarenopleidingen basisonderwijs in Vlaanderen en Nederland. Al hun bevindingen zijn nu te lezen in het rapport Effectief leesonderwijs in de lerarenopleiding: kansen, drempels en uitdagingen.
Studenten aan de lerarenopleiding hebben moeite met begrijpend lezen. Dat valt de lerarenopleiders met wie de Taalraad sprak al jaren op. “Op hun schouders rust dan ook een grote verantwoordelijkheid”, stelt Jan Rijkers, voorzitter van de Taalraad. “Ze moeten het leesbegrip en de leesmotivatie van hun studenten bijspijkeren, terwijl ze hun studenten ook moeten voorbereiden op hoe ze effectief leesonderwijs aan hun toekomstige leerlingen kunnen geven.”
“Lerarenopleiders moeten het leesbegrip en de leesmotivatie van hun studenten bijspijkeren, terwijl ze hun studenten ook moeten voorbereiden op hoe ze effectief leesonderwijs aan hun toekomstige leerlingen kunnen geven.”
(Jan Rijkers, voorzitter Taalraad)
Het is een uitdaging die de lerarenopleiders vanuit passie en betrokkenheid graag aangaan, maar de omstandigheden in de praktijk maken hen dat niet gemakkelijk. Ze komen handen te kort, het curriculum zit overvol. Bovendien stelt de Taalraad vast dat de wetenschappelijke inzichten over effectief onderwijs in begrijpend lezen op te weinig opleidingen in het curriculum vervat zitten. Dat is voor een groot deel te wijten aan een gebrek aan tijd en middelen, maar het valt op dat de focus van het leesonderwijs te vaak op leesplezier ligt, en te weinig op effectieve leesdidactiek. Terwijl uit onderzoek naar begrijpend leesonderwijs blijkt dat het cruciaal is om op beide in te zetten.
Jan Rijkers: “Het volstaat niet om alleen aandacht te hebben voor het motiveren van kinderen om te lezen. Het is ook nodig om studenten expliciet te leren hoe ze met leerlingen in gesprek kunnen gaan over de inhoud van een tekst, hoe ze kunnen werken aan de opbouw van kennis en woordenschat, en welke strategieën er zijn om vat te krijgen op een tekst.” www.taalunie.org In Nederland wordt het curriculum bovendien te vaak bepaald door de landelijke kennisbasistoets, die lang niet alle aspecten van effectief leesonderwijs toetst.
“Het volstaat niet om alleen aandacht te hebben voor het motiveren van kinderen om te lezen.”
(Jan Rijkers)
Een andere zorgwekkende vaststelling is dat leraren-in-opleiding op hun stageschool veel te weinig kansen krijgen om effectieve leesdidactiek in te oefenen. Al te vaak worden ze in het keurslijf geduwd van de methode die de stageschool gebruikt. Dat toont aan dat kennis rond effectieve leesdidactiek op stagescholen nog onvoldoende is ingeburgerd, maar ook dat een nieuwe generatie leerkrachten daardoor onvoldoende voorbereid is om hun leerlingen te leren lezen. Dat is volgens de Taalraad uiterst zorgwekkend.
De Taalraad Begrijpend lezen pleit daarom voor meer tijd en middelen voor effectief leesonderwijs. Gelukkig krijgt dit pleidooi bij zowel de Nederlandse als de Vlaamse overheid al deels gehoor via een Leesoffensief. Toch vindt de Taalraad dat de bel niet luid genoeg kan klinken als het gaat over de opleiding van toekomstige leraren en de duurzame professionalisering van zittende leraren op het vlak van effectief leesonderwijs.
Laat een reactie achter