Een schoorsteen in de verte rookt.
Het is nu ’t uur dat het speelgoed spookt.
Overal gebeuren vreemde dingen.
In de voorkamer gaat een pauw huilen of zingen.
Torens luiden: dit is nu dat uur!
Tegen de pas aangestoken lichten
Zetten de boomen booze gezichten.
Een groote visch hangt in de takken.
De wolken krijgen de maan te pakken.
Een kabouter kijkt weer over de muur.
Nu loopen dieven met zware zakken.
Ons huis kan instorten: de balken krakken.
Rijtuigen daveren; paarden draven.
Wie brand wil stichten hoeft maar te graven:
Onder de wereld smeult altijd vuur.
Hendrik de Vries (1896-1989)
uit: Toovertuin (1946)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter