met Feike Dietz, Jeroen Dera en Yra van Dijk
Het gaat slecht met het leesonderwijs, leesniveau en leesplezier in dit land, maar met het debat hierover gaat het uitstekend: opiniestukken vliegen je om de oren en er wordt ook steeds meer onderzoek gedaan naar geletterdheid, literatuuronderwijs en leesplezier. Over verleden, heden en toekomst van het leesonderwijs spreekt Geert Buelens met drie academici die zich er in onderzoek en praktijk intens mee bezighouden: Feike Dietz, Jeroen Dera en Yra van Dijk.
Melchior Vesters zegt
Aangaande de speculatie over ‘leesplezier’ en de internationaal laagste positie (hierbij) van Nederland:
1. Eigenlijk vind ik speculeren hierover onnuttig totdat precies is gedefinieerd wat leesplezier is. Internationaal comparatief onderzoek is pas mogelijk als in alle landen naar exact hetzelfde fenomeen onderzoek wordt gedaan.
2. Verder denk ik dat de *introductie* van de term leesplezier eerst moet worden onderzocht. Wie hebben het begrip (in Nederland) gepusht en vanuit welke achtergrond? Mogelijk nuttig om het proefschrift van Dirksen erop na te slaan, met een historisch overzicht van lezersgerichte theorieën. Ik denk dat leesplezier een ‘belangrijk’ begrip is geworden omdat lezersgerichte vakdidactici (met invloed bij SLO) het hebben gepusht, niet omdat het wetenschappelijk was bewezen. Kortom: het is überhaupt niet vanzelfsprekend om onderzoek te doen naar ‘leesplezier’. Je kan eindeloze enquêtes afnemen maar wat mij betreft is de lezersgerichte invalshoek zelf al grotendeels verkeerd.
Ik vind het een doel van literatuuronderwijs dat lln. beter inzicht krijgen in hun leeservaring & emoties, maar dit hoort in de onderbouw. Hierom vind ik dan een tekstervarende didactiek (= aansluiten bij ‘leesplezier’) oké. In de bovenbouw zijn er andere doelen. Literatuuronderwijs moet kennis bijbrengen van teksten + maatschappelijke, historische contexten, dus hierbij is een tekstgerichte, analytische didactiek gewoon superieur aan een tekstervarende. Overigens doe ik bij het bespreken van teksten wel een beroep op voorkennis uit de onderbouw: inzicht in, kunnen praten over eigen emoties.
3. Toch een beetje speculatie: ik denk dat zwakker primair onderwijs – een actueel probleem – sowieso leidt tot minder leesplezier. Ten eerste: zolang technisch slecht lezen een probleem is, kan je een tekst sowieso niet positief beleven. Ten tweede, Yra zei het in de podcast al: leraren weten gewoon te weinig over literatuuronderwijs & wat er is qua verschillende complexiteit (overigens, @Yra: Lampje = complex vanwege het perspectief/de open plekken, het magisch realisme met een symbolische betekenis… te complex voor veel 11-jarigen denk ik!). Hetzelfde probleem heb je met tweedegraads leraren die op hun opleiding alleen maar over leesplezier horen. Zulke leraren kunnen niet ‘het juiste boek op het juiste moment’ aanbieden omdat ze te weinig kennis hebben van complexe literatuur – die ook vraagt om een andere didactiek dan een tekstervarende.
4. @Jeroen, even na 57 min.: je noemt een ‘statistische onderrepresentatie’ van vrouwelijke auteurs en zwarte auteurs en dat er een ‘bias voor teksten van witte mannen’ is. Dit zijn geen feiten maar jouw meningen, vanuit je diversiteitsideologie. Even na 58 min. zeg je dat er bij het verschijnen ‘niemand’ kritiek uitte op hoe ‘woke’ het was om te beweren dat we meer vrouwen e.d. moeten lezen. Correctie: dat heb ik onmiddellijk gedaan in de FB-groep leraar NL en zal het hier nog herhalen, omdat ik als leraar geen behoefte heb aan aanbevelingen van iemand (die niet voor de klas staat) die een (diversiteits)ideologie wil propageren. Anders dan jij geloof ik niet dat leeslijstquota wat voor onderwijsprobleem dan ook gaan oplossen.
Ik vond/vind jouw aanbevelingen blijk geven van een oppervlakkige opvatting van diversiteit. Het is niet inherent waardevol om quota vrouwelijke/zwarte/queer auteurs te lezen, het hoort alléén te gaan om de inhoud van boeken, om (machts)relaties tussen personages & wat voor wereldbeeld daarmee wordt gerepresenteerd. Prima als je een kritische analyse maakt van Krabbé’s man-vrouwverhouding; mee eens & wil ik in mijn les best aandacht aan geven. Maar het is verkeerd om een gerepresenteerd wereldbeeld te koppelen aan het feit dat de auteur een blanke man is. Quota w.b. auteurs zijn verkeerd en w.b. personages trouwens ook. Het is m.i. bijvoorbeeld niet van belang dat zwarte scholieren ‘voldoende’ zwarte personages tegenkomen om zich mee te identificeren. Ik vind het namelijk schadelijk als iemand wordt aangemoedigd zich te identificeren met huidskleur. Identiteitspolitiek = hokjesgeest van de 21e eeuw; weg ermee! En dat vindt niet alleen deze onbeduidende leraar, maar ook Robbert Dijkgraaf: https://www.nrc.nl/nieuws/2021/05/14/hokjesgeest-a4043583.