Klimaatpoëzie (3): Ilja Leonard Pfeijffer, uit het in 2020 verschenen Zwemlessen voor later, geschreven door honderd ‘klimaatdichters’, die allemaal op hun eigen manier uiting geven aan hun zorgen om de invloed van de ‘koolzuurdeken’ (Het Vaderland, 1957).
Sonnet van de nieuwe zomers
waarin hitterecords worden gebroken
Toen winters winters waren, waren zomers
geluk met tussen buien door een plasje
precieuze zon op een bomvol terrasje
met blije, bleke rijtjeshuisbewoners.
Inmiddels vrezen wij de koperen ploert,
die ons het huis in jaagt met ijs in baden
ons doet vloeken op het ozongat,
terwijl hij ons met zomer overvoert.
Het weertje is nu echt het weer geworden.
Zijn lieve suffix is eraf gesmolten
met dank aan industrie en vliegverkeer.
Debat om wat halfslachtige akkoorden
heeft meer dan ons gemoed verhit. Revolte
of ondergang, daar komt de keus op neer.
Ilja Leonard Pfeijffer (1968)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter