Klimaatpoëzie (2): Joke van Leeuwen en Bart Moeyaert, beide uit het in 2020 verschenen Zwemlessen voor later, geschreven door honderd ‘klimaatdichters’, die allemaal op hun eigen manier uiting geven aan hun zorgen om de invloed van de ‘koolzuurdeken’ (Het Vaderland, 1957)op onze wereld en haar klimaat.
Te
te waar dan te hier ach te duurzaam te duren
te natter te droger te technisch te sturen
te weten dat alles te economie dan
te plan plan plan plan plan
te plan plan rapport
te kort dag
tekort
Joke van Leeuwen
•••
Repeat
Niet getreurd.
De kraai komt toch.
De larf is voor het vogeljong.
Het kikkervisje vissenvoer.
De leeuw wacht af.
De valk slaat toe.
De dolmuis dood.
Het graan spoelt weg.
Iets schiet weer uit.
Daar is de luis met honingdauw.
Het mierensap.
De rups eet eikenblad.
Wat er nog hangt valt niet vergeefs.
Wat er dan ligt vergaat.
Dat houdt de regenworm in vorm.
Wordt door de egel opgegeten.
Wordt de egel doodgereden.
Landt de kraai.
Hetzelfde geldt voor ons.
Hetzelfde voor de kat.
Het prul, de reus.
Ooit heten we gebeurd.
Bart Moeyaert
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter