Dit artikel is een update van de eerder verschenen versie in juli 2020
Naar aanleiding van het verschijnen van de herziene ‘canon van de Nederlandse literatuur’, gepubliceerd door de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren (zie: https://literairecanon.be/ ) heb ik een aantal leermiddelen bij canonteksten samengesteld.
Die leermiddelen zijn bedoeld voor het secundair of voortgezet onderwijs. Ze bestaan telkens uit twee aparte delen: een lijst met vragen en opdrachten voor de leerlingen en een handleiding voor de leerkracht met achtergrondinformatie, een aantal suggesties voor didactische werkvormen en de oplossingen van de vragen. Elk leermiddel is zowel bruikbaar voor klassikaal onderwijs als voor zelfstudie en afstandsonderwijs. Bij het afstandsonderwijs kunnen de leerlingen de informatie voor de leerkracht gebruiken als correctiemodel voor de vragen en opdrachten. In alle leermiddelen probeer ik niet alleen aandacht te besteden aan de literair-historische context, maar ook te focussen op de ‘herkenbaarheid’ voor de leerlingen en te zoeken naar vergelijkingsmateriaal in de beeldende kunst en in de actualiteit.
Alle materialen zijn gepubliceerd op KlasCement, de leermiddelenwebsite van het Departement Onderwijs en Vorming van de Vlaamse Overheid. Aan de al eerder verschenen leermiddelen heb ik het afgelopen jaar de volgende toegevoegd:
Hugo Claus, De moeder
Dit gedicht ‘De moeder’ wordt door de leerlingen niet als overdreven hermetisch ervaren en de thematiek ervan sluit goed aan bij algemeen menselijke ervaringen. Door middel van de vragen en opdrachten kunnen de leerlingen het gedicht zowel in de klas als thuis zelfstandig verwerken.
Herman Gorter, liefdespoëzie
https://www.klascement.net/downloadbaar-lesmateriaal/125361/herman-gorter-liefdespoezie/
De bedoeling van de opdrachten in dit leermiddel is in de eerste plaats de leerlingen als individuele lezers productief en creatief te maken. Door impressionistische gedichten met impressionistische schilderijen te vergelijken, streven we ook de kijkvaardigheid na, gecombineerd met inzicht in de overeenkomsten en verschillen tussen poëzie en beeldende kunst.
Paul van Ostaijen, Nagelaten gedichten
https://www.klascement.net/downloadbaar-lesmateriaal/122759/paul-van-ostaijen-nagelaten-gedichten/
In zijn Nagelaten gedichten wilde Paul van Ostaijen (1896-1928) een ‘zuivere lyriek’ nastreven en het gedicht een zo groot mogelijke autonomie verschaffen, los van de gedachten, de gevoelens of de biografie van de dichter. Sinds de Eerste Wereldoorlog heeft nagenoeg elke Vlaamse dichtende generatie zich op een of andere manier door Van Ostaijen laten inspireren. Geen enkele andere dichtbundel heeft immers zoveel invloed gehad op de dichters die na hem aan het woord kwamen.
Paul van Ostaijen, In memoriam Herman Van den Reeck
https://www.klascement.net/downloadbaar-lesmateriaal/121855/paul-van-ostaijen-ritmische-typografie/
In dit leermiddel maken de leerlingen kennis met de ritmische typografie van Paul van Ostaijens poëzie door middel van het gedicht ‘In memoriam Herman Van den Reeck’. De vragen en de opdrachten zijn gericht op de interpretatie, de creatieve verwerking en de actualisering van de tekst.
Gruuthusemanuscript, Kerelslied
https://www.klascement.net/downloadbaar-lesmateriaal/121733/kerelslied-vragen-en-opdrachten/
Met behulp van dit leermiddel kunnen de leerlingen niet alleen de tekst van het Kerelslied lezen en interpreteren, maar ook luisteren naar de muzikale uitvoering ervan en kijken naar beeldende kunst waarin dezelfde normen en waarden worden gepropageerd.
Gerbrand Adriaenszoon Bredero, Groot liedboek
https://www.klascement.net/downloadbaar-lesmateriaal/127021/bredero-groot-liedboek-lesidee/
Uit elk van die drie afdelingen van het Groot Liedboek werd telkens één lied gekozen. De boertige liederen zijn genretafereeltjes, zoals we die ook in de zeventiende-eeuwse schilderkunst aantreffen. In de liefdesliederen maken we kennis met een minnaar, die veel liefdesverdriet te verwerken kreeg en in de ernstige of vrome liederen spreekt de dichter in aangrijpende bewoordingen over het menselijk tekort. Daarbij laten we telkens zien dat dezelfde thema’s ook voorkomen in de beeldende kunst van de gouden eeuw.
Gerbrand Adriaenszoon Bredero, Spaanse Brabander
In dit leermiddel maken de leerlingen kennis met de belangrijkste figuren van het stuk door middel van enkele monologen, die op Youtube bekeken en beluisterd kunnen worden. De bedoeling van de opdrachten is de leerlingen zowel de historische achtergronden te laten ontdekken als de aanknopingspunten met hun eigen actuele leefwereld.
Pieter Corneliszoon Hooft, liefdesliederen en -gedichten
We vergelijken de teksten van Hooft met schilderijen uit de gouden eeuw en zoeken overeenkomsten tussen de 17de-eeuwse leefwereld en de hedendaagse belevingswereld van de leerlingen. De bedoeling van de opdrachten is opnieuw de leerlingen zowel de historische achtergronden te laten ontdekken als de aanknopingspunten met de schilderkunst van die tijd en met hun eigen ervaringen.
Joost van den Vondel, gedichten
https://www.klascement.net/downloadbaar-lesmateriaal/130475/joost-van-den-vondel-gedichten-lesidee/
In dit leermiddel maken de leerlingen kennis met Vondels gelegenheidspoëzie en met zijn zogenaamde hekeldichten. Rouwgedichten voor zijn overleden kinderen worden met enkele kinderportretten uit de gouden eeuw vergeleken en we zoeken overeenkomsten tussen de maatschappelijk geëngageerde poëzie van Vondel en de hedendaagse protestliteratuur.
Het Wilhelmus en de geuzenliederen
De geuzenliederen zijn politieke strijdliederen van de opstandige edelen en hun medestanders in de Nederlanden tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648). Het Wilhelmus is wellicht het meest bekende en misschien ook het mooiste gedicht in dit genre. Ook tijdens de Tweede Wereldoorlog ontstonden er geuzenliederen. De verzetsstrijders tijdens de Duitse bezettingstijd (1940-1945) noemden zich ook ‘geuzen’ en publiceerden hun protestliteratuur in een nieuw ‘geuzenliedboek’.
Constantijn Huygens, liedjes en gedichten
Constantijn Huygens (1596-1689) werd vroeger niet op één lijn geplaatst met andere grote zeventiende-eeuwse dichters, zoals Hooft en Vondel, maar de laatste tijd is het besef ontstaan, dat Huygens misschien wel de allergrootste is. Van zijn grote veelzijdigheid getuigen de vele poëtische genres die hij beoefende: lange gedichten, liedjes, sonnetten en epigrammen, allemaal teksten die tot de canon van de Nederlandse literatuur behoren.
Multatuli, De Japanse steenhouwer
Het verhaal van De Japanse steenhouwer is te vinden in het elfde hoofdstuk van de Max Havelaar (1860) van Multatuli. Uit zijn bronvermelding blijkt dat Eduard Douwes Dekker het verhaal niet zelf verzonnen heeft, maar dankzij hem is het wel bekend geworden in ons taalgebied. Het verhaal, dat eigenlijk geen sprookje is, maar een parabel, leent zich uitstekend tot lectuur en bespreking in de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Het is de bedoeling dat de leerlingen de kenmerken van het genre ‘parabel’ zelf op inductieve wijze uit het voorbeeld afleiden.
Hella S. Haasse, Oeroeg
https://www.klascement.net/downloadbaar-lesmateriaal/139725/hella-s-haasse-oeroeg-tekstbegeleiding/
De novelle of korte roman Oeroeg is het prozadebuut van de Nederlandse auteur Hella S. Haasse (1918-2011). Het boek verscheen in 1948 als Boekenweekgeschenk, werd meer dan vijftig keer herdrukt en is in elf talen vertaald. De inspiratie voor het verhaal vond Haasse in de voormalige kolonie Nederlands-Indië (het huidige Indonesië), waar ze werd geboren en een groot deel van haar jeugd doorbracht. Voor de structuuranalyse wordt gebruik gemaakt van de vragen en opdrachten uit het leermiddel ‘Structuuranalyse van de roman’. Zie: https://www.klascement.net/downloadbaar-lesmateriaal/112032/structuuranalyse-model-boekbespreking/
Bij deze leermiddelen hoort een tekst met een verantwoording van de gebruikte werkvormen en een toelichting bij de gehanteerde didactische principes: https://www.klascement.net/artikels/67899/middelnederlandse-literatuur-in-het-secundair-onderwijs/
jan.uyttendaele@gmail.com
Laat een reactie achter