Nieuw in de DBNL: heel veel titels van Henriette Roland Holst, en verder werk van Clare Lennart, Maurits Dekker, Bertus Aafjes — en Henri Bruning.
Het eiland P’eng Lai
De zee is wijd en onpeilbaar, zonder bodem of oevers,
de wolken zijn laag over haar eenzaam gezang;
tòch kozen zij zee, want het land wordt al droever
voor wie eenmaal de heldere naam van dit eiland vernam.
De zee is wijd en onpeilbaar, zonder bodem of oevers,
nevel omhult spoedig hen die scheep zijn gegaan –
en de golven begrave’ hen lijk ze allen begroeven –
het eiland P’eng Lai bestaat slechts in naam.
De zee is wijd en onpeilbaar, zonder bodem of oevers,
nooit keerden zij weer, gedréven naar lánd;
hun boeg bleef de grimmige golven doorploegen
tot een noodweer – ontfermend – het schip overmand’.
De zee is wijd en onpeilbaar, zonder bodem of oevers.
••
Pantserkruiser Vorst Potemkin
Zwart uit het staal-blauw water stekend
leunt, een ontredderd wrak, het trotse pantserschip;
een donkre stormnacht heeft het jaren her
met waardloos wrakhout hier aan land gesmeten.
Breed en onstuimig slaan de witte golvenkoppen
luid beukend langs zijn romp en breken
fonklend en ver over een stil en stralend strand.
De zomer brandt! De blauwe oneindigheden
van zee en lucht zijn zwaar van zon verzadigd;
verblindend trilt, van horizont tot land,
d’ onmetelike lichtbaan waar zijn trotse boeg
eens zeeën bliksmend uit elkander joeg.
In de verlaten, kille schaduw-ruimen slaat het water
loom tegen wanden, en de lange wieren en de kleine dieren
schomm’len eentonig, zinloos, op de regelmaat
der branding die hier doods, en jaren al vergaat.
Henri Bruning (1900-1983)
uit: Het verbond (1931)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter