Nieuw in de DBNL: heel veel titels van Henriette Roland Holst.
Kwatrijnen
I
Donkre wereld, wanneer wordt gij verlicht?
Wanneer verheldert, nacht, uw aangezicht?
En gij gekluisterd hart, wanneer zal wijken
de zwaarte, waar ge onder steunt en zwicht?
II
Ik zocht een klankbord en ik vond er geen.
De harten die ik aanriep, bleven steen.
Ik zoek niet meer; het roepen heb ik opgegeven
en wat ik zing is voor mij zelf alleen.
III
Gij zegt: ‘morgen maak ik een nieuw begin;
Op ’t hoogste richt van morgen af ‘k mijn zin.’
Gij dwaas! Een God heeft u vandaag gegeven;
morgen houdt hij misschien zijn gave in.
IV
Nog bloeit rond u de Liefde warm en rood;
de Arbeid voedt u met haar zuiver brood.
Wat hunkert ge naar ’t andre wat zal komen?
Het andre is – de slooping en de dood.
V
Op onzichtbaren stroom ging overstag
een scheepje; onzichtbre vesting streek de vlag;
geen menschlijke oogen zagen ’t, maar een vaalte
streek heen over den luisterrijken dag.
Henriette Roland Holst-van der Schalk (1869-1952)
uit: Verworvenheden (1929)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
klotzchrist zegt
Ontgoocheling? Ja. Maar wel een die vandaag bijna onbegrijpelijk is omdat overal historisch achterhaald verklaard. Het woord en het woordveld voor deze specifieke doelgerichtheid van het levensontwerp bestaan nog wel, maar alleen als een versleten zinsnede.