Ik gedenk vanavond Jan Fontijn, geliefde van Charlotte Mutsaers, die op 6 januari overleed op 85-jarige leeftijd. De foto is genomen in de zomer van 2015, kort nadat hij zijn biografie van Jacob Israël de Haan had afgerond. We bezochten Jan en Charlotte (en hond Pieter!) in hun huisje in de Morvan, waar we vaker in de zomer op bezoek te gast waren voor een champagnelunch in de tuin.
Het was een paar weken nadat Jans biografie was gepresenteerd in de aula van de Universiteit. Voor mij een slechte herinnering, want ik arriveerde te laat uit Leuven in Amsterdam om mijn toespraakje voor Jan te kunnen houden. Al bij Brussel zat ik vast in een file en dat herhaalde zich op de de ring van Antwerpen en daarna ook nog bij Breda. Onderweg werd duidelijk dat ik niet op tijd zou zijn, maar gelukkig kon Emile Schrijver mijn plaats innemen en per telefoon vertelde ik hem nog wat ik had willen melden.
Ik was nog juist op tijd om het ontroerende einde van de boekpresentatie mee te maken. Jan las de indrukwekkende brief voor van Johanna van Maarseveen aan haar echtgenoot Jacob Israël de Haan in Palestina. Die brief van 13 juni 1924 zou De Haan niet ontvangen voordat hij op 30 juni met drie pistoolschoten werd vermoord.
De brief staat integraal in de biografie die Jan in de drie jaar daarvoor schreef. Ruim drie jaar eerder had hij in het museumcafé van de Bijzondere Collecties een gloedvolle Jacob Israël de Haan-lezing uitgesproken. Napratend met Marita Mathijsen, Emile Schrijver, Jan en Charlotte kwamen we op het idee dat Jan toch eigenlijk de ideale kandidaat was om de biografie van De Haan te schrijven. Nog diezelfde avond vroeg ik hem of hij niet als gastschrijver bij de Bijzondere Collecties aan de slag wilde gaan, om er – met gebruikmaking van het archief van De Haan – aan de biografie te kunnen werken. En zo geschiedde.
Jan ging aan de slag, bijgestaan door Rachel Boertjens, en kwam met een ijzeren discipline dagelijks naar de leeszaal van de bibliotheek om aan zijn boek te werken. ’s Zomers ging ik langs bij hem en Charlotte in hun huisje in de Franse Nievre. Jan praatte me dan tijdens een wandeling door de tuin bij over de vorderingen van zijn biografie. Ik heb zelden iemand met zoveel passie en doorzettingsvermogen aan het werk gezien.
In mei 2015 verscheen Onrust, het had hem veel energie gekost, maar op het Franse platteland kon hij bijkomen van zijn inspanningen. Het motto dat hij zijn boek meegaf (van De Haan zelf): ‘Rusten in ’t leven kan ik niet,’ was hem op het lijf geschreven. Het was een voorrecht om met hem te mogen werken en om Jan en Charlotte in Frankrijk te mogen bezoeken. We gaan hem zeer missen, maar ik koester de herinnering. En veel sterkte en liefs voor Charlotte, die zo lang haar leven met hem deelde.
Laat een reactie achter