Recensie: Betje Wolff & Aagje Deken – Historie van mejuffrouw Sara Burgerhart (hertaald door Tonnus Oosterhoff)
Dankzij de frisse hertaling van Tonnus Oosterhoff kan nu iedereen ontdekken hoe boeiend de Historie van mejuffrouw Sara Burgerhart nog steeds is.
Sara Burgerhart werd voor het eerst gepubliceerd in 1782. Het onafscheidelijke schrijversduo Elisabeth Wolff en Agatha Deken (de Nicci French van hun tijd) had met het boek al snel veel succes. De brievenroman over de wees Sara Burgerhart die ondanks ongelukkige keuzes in de liefde tot inzicht komt en zich ontwikkelt tot een verstandige jonge vrouw, werd een heuse bestseller.
Vandaag de dag wordt Sara Burgerhart gerekend tot de klassiekers van onze literatuur. Maar eerlijk is eerlijk: voor de gemiddelde lezer zal het 18e eeuwse Nederlands een belemmering vormen om echt van de roman te kunnen genieten. Gelukkig is er nu een fonkelnieuwe hertaling die het boek voor iedereen toegankelijk maakt.
Dichter, essayist en romanschrijver Tonnus Oosterhoff moderniseerde de spelling en interpunctie, kortte lange zinnen in en verving veel Franse uitdrukkingen voor Nederlandse. Het resultaat is een opgefriste tekst, waarbij in de 175 brieven waaruit de roman bestaat, het karakteristieke taalgebruik van elk personage behouden is gebleven.
Zoals dat van de doortrapte womanizer heer R., die tegenover zijn vriend opschept over zijn pogingen Sara te verleiden:
Maar wat lul ik over liefde tegen een liederlijke figuur als jij. Een wijf is een wijf, vind jij. Donder op, je bent mijn gebabbel niet waard. Maar nu heb ik een ander plan, dat niet fout kan lopen. En als die weduwe het in haar hoofd haalt mee te komen, prima, die ziet er ook appetijtelijk uit. Dan heb ik er twee voor de prijs van één. Ik ben een hele kerel hè? Als je me zo hoort snoeven en pochen?
Echt man, ik hou van haar. Dat is het probleem. En ik laat haar niet lopen, ik ben razend geil op haar.
hertaling Oosterhoff
Maar, wat praat ik van liefde tegen zulk een liederlyken knaap als gy zyt? Een vrouw is by u een vrouw – loop, gy zyt myn gebabbel niet waardig. Ik heb echter nu een ander plan: dat zal niet missen; en, zo de Weduw het in ’t hooft krygt, om hare jonge Vriendin te geleiden, (zy ziet er óók wel uit,) dat zal den koop niet breken. Zoudt gy niet zeggen, dat ik al een gansch kerel ben, als gy my zo hoort snoeven en pochen?
Waarlyk, ik bemin haar; dat is al de zwarigheid; en nooit verlaat ik het Wicht, of ik ben razent zot naar haar; en wat denkt gy?
origineel
Wat een contrast met de trouwe, deugdzame Hendrik Edeling, die zijn liefde betuigt aan Sara:
Ik heb altijd respect gehad voor de andere sekse. Maar ik heb nooit een meisje gekend voor wie ik meer dan vriendschap voelde.
Jij hebt me de liefde leren kennen! Jouw eerste oogopslag drong binnen in het diepste van mijn hart. Ik voelde dat ik vatbaar was voor emoties die tot dan toe in hun verpakking lagen te wachten.
hertaling Oosterhoff
Ik heb altoos de Sex met achting beschouwt: maar ik heb nooit eene Juffer ontmoet, die ik genoeg onderscheiden kon, om met haar, anders dan als een Vriend, omtegaan.
Gy, myne waartste, zyt het, die my de liefde hebt leren kennen! Eén opslag uwer oogen drong tot in het binnenst van mijn hart; en ik voelde, dat ik vatbaar was voor aandoeningen, die by my in hare eigen bekleedzels lagen ingewikkelt.
origineel
De verschillende karakters van de personages, die stuk voor stuk een eigen ontwikkeling doormaken, het vernuftige geheel van brieven die elkaar beantwoorden en die zo de handeling voortstuwen, en de inkijkjes in het leven van vrouwen in de 18e eeuw maken Sara Burgerhart nog steeds boeiend om te lezen. Of eigenlijk: opnieuw, dankzij het werk van Oosterhoff.
Wel slordig en onbegrijpelijk: het flinke aantal spelfouten in deze nieuwe uitgave.
Betje Wolff & Aagje Deken – Historie van mejuffrouw Sara Burgerhart (hertaald door Tonnus Oosterhoff). Uitgeverij kleine Uil, Groningen. 428 blz. € 23,50
Reinier+Salverda zegt
Maar waarom zijn die Franse woorden niet vervangen door Engelse?
Edmond de Waardt zegt
Naar mijn mening had het Frans een heel andere positie in de 18e eeuw dan het Engels nu. Engels is vaak aanstellerig of quasi-modieus. Het Frans werd echt door de hogere klasse gesproken en vaak ook geschreven (denk aan Belle van Zuylen)
Arie Verhagen zegt
Hm, zelfs als dat waar is – dat de hogere klasse het Frans toen echt veel gebruikte, en dat het hedendaagse equivalent daarvan (ik denk b.v. aan wetenschappers…) het Engels daarmee vergeleken maar weinig gebruikt (is dat zo?) – dan zegt dat toch eigenlijk weinig over het effect van het gebruik van Franse woorden uit de vreemde taal in Nederlandse tekst? Dat soort ‘code-switching’ kan in de 18e eeuw heel goed ook aanstellerig en/of quasi-modieus zijn geweest. Lijkt me zelfs plausibel, in sommige (veel/weinig?) gevallen.
Margriet van den Bosch zegt
Interessant Arie en Reinier,
Iemand in mijn familiekring lardeert haar zinnen met vele Franse woorden. Is dat aanstellerig? In eigen kring niet en het is heden toch ook niet quasi-modieus. Deze persoon is tweetalig opgegroeid. Is deze tweetaligheid een factor die nadere beschouwing vraagt?
Andere tweetaligen die ik ken, spreken consequenter in een taal.
Margriet