Vanmiddag werd tijdens de Grote Taaldag de prijs uitgereikt voor het beste proefschrift van 2021 uitgereikt aan Ulrika Klomp. Hier is het juryrapport.
De jury voor de AVT-Anéla dissertatieprijs bestond dit jaar uit Charlotte Gooskens (Rijksuniversiteit Groningen), Sebastiaan Dönszelmann (Vrije Universiteit Amsterdam), Haike Jacobs (Radboud Universiteit Nijmegen) Gertjan Postma (Meertens Instituut) en Connie de Vos (Tilburg University). De jury werd ondersteund door Jorrig Vogels (namens AVT) en Paz González (namens Anéla).
In totaal zijn er twaalf proefschriften voorgedragen die de hele breedte van de taalkunde bestrijken: reikend van het gebruik van metaforen in politieke debatten tot aan experimenteel en computationeel onderzoek naar de cognitieve mechanismen die ten grondslag liggen aan het ontstaan van nieuwe talen. Bij de selectie heeft de jury de volgende criteria gehanteerd: Reikwijdte, Methodologie, Vakmanschap, Originaliteit, Impact, en Helderheid van verslaglegging. Alle juryleden hebben tijdens de eerste selectieronde van ieder proefschrift tenminste het eerste hoofdstuk, het laatste hoofdstuk en de samenvatting gelezen. De jury is vervolgens eensgezind tot een top drie van genomineerden gekomen. U hebt vanmiddag de video’s kunnen zien waarin deze genomineerden hun onderzoek toelichten, hierbij in alfabetische volgorde:
- John L.S. Huisman (Radboud Universiteit Nijmegen & Max Planck Instituut voor Psycholinguïstiek) met zijn proefschrift Variation in form and meaning across the Japonic language family with a focus on the Ryukyuan languages;
- Nantke Pecht (Maastricht University) met haar proefschrift Language Contact in a Mining Community. A study of variation in personal pronouns and progressive aspect in Cite Duits;
- Ulrika Klomp (Universiteit van Amsterdam) met haar proefschrift A descriptive grammar of Sign Language of the Netherlands;
Tevens wil de commissie specifiek nog het proefschrift eervol vermelden van Pomme van de Weerd dat beschrijft hoe vmbo-leerlingen in Venlo de termen Nederlanders and Buitenlanders hanteren.
Haar onderzoek over ‘Nederlanders en Buitenlanders’ bespreekt een zeer actueel onderwerp: hoe kijken we naar onszelf en naar de ander, welke woorden geven we daaraan en hoe beïnvloeden die woorden ons weer? De studie is breed verankerd in de literatuur, methodologisch mooi opgebouwd, steunend op vakkundig voeten-in-de-klei-veldwerk en uitgevoerd binnen een populatie die in maatschappelijk en cultureel opzicht alle aandacht verdient. Wat de jury daarbij extra gewaardeerd heeft is de manier waarop de onderzoeker haar studie uiteindelijk positioneert tussen ander onderzoek en bediscussieert op welke wijze en binnen welke domeinen haar studie een bijdrage kan vormen. De inleiding van het stuk is bovendien prachtig geschreven, haast een filosofisch tractaat, en volgens de jury de moeite van het lezen zeker waard voor iedereen met belangstelling voor taal, taalkunde, onderwijs en de maatschappij.
In het tweede etappe van selectie hebben alle juryleden de drie genomineerde proefschriften in hun geheel gelezen en in een kort verslag beschreven. Hieronder volgt een korte beschrijving van de drie genomineerde proefschriften. Alle drie deze proefschriften leveren een duidelijke bijdrage aan theorievorming en zijn grondig opgezet en beschreven. Het zijn alle drie indrukwekkende boeken waarin theoretische diepgang gecombineerd wordt met methodologische vernieuwing.
Het proefschrift van John Huisman Variation in form and meaning across the Japonic language family with a focus on the Ryukyuan languages – betreft een vergelijkend onderzoek binnen de Japanse taalfamilie, en in het specifiek de Riukiu-taalgroep die gesproken wordt op de Japanse archipel. Huisman richt zich daarbij op de betekenissen van woorden voor kleuren, het menselijk lichaam en snij- en breekhandelingen. Middels een uitgebreid scala aan kwalitatieve en kwantitatieve methoden laat hij zien dat hoewel geografische afstand grotendeels de linguïstische afstand voorspelt, dit effect kleiner is voor de kleinere eilanden, waar kolonisatiepatronen een grotere rol spelen. Dit suggereert dat zowel geografie als geschiedenis mee moeten worden gewogen in verklarende modellen over taaldiversiteit en diversificatie. In tegenstelling tot vergelijkbare studies wordt er in dit proefschrift niet alleen gekeken naar de diversificatie van de vorm, maar juist ook naar variatie in de betekenissen.
Nantke Pecht beschrijft in haar proefschrift Language Contact in a Mining Community. A study of variation in personal pronouns and progressive aspect in Cité Duits het taalgebruik van ex-mijnwerkers in Mechelen. Het zogeheten Cite Duits is een op het Duits gestoelde varieteit, ontleent het technische vocabulaire grotendeels uit het Frans, de morfologie zowel uit het Hoogduits als het Maaslands dialect, terwijl de syntaxis veel meer door het Vlaams/Nederlands beinvloed is. Hieruit blijkt dat verschillende lagen van de taal – lexicon, morfologie en syntaxis – een andere uitkomst laten zien bij taalcontact. Pecht laat daarmee op overtuigende wijze zien dat theorieën over taalmenging, in ieder geval met betrekking tot typologisch sterk verwante talen, onderscheid moeten maken tussen deze verschillende niveaus van de grammatica.
Het proefschrift van Ulrika Klomp A descriptive grammar of Sign Language of the Netherlands, ten slotte, beschrijft de grammatica van de Nederlandse Gebarentaal. Het betreft een van de eerste volledige grammaticale beschrijvingen van een gebarentaal ooit en als zodanig vormt het een prachtige blauwdruk voor toekomstig werk binnen het vakgebied. De grammatica bouwt voort op meer dan 30 jaar onderzoek in Nederland en bestrijkt de fonologie, morfologie en syntaxis van “de taal van dove mensen in Nederland” zoals Klomp het zelf ook beschrijft. Het verschijnen van dit boek sluit daarmee naadloos aan op de Wet erkenning van de Nederlandse Gebarentaal die het afgelopen jaar zijn intree deed en die het gebruik van deze minderheidstaal beoogt te bevorderen in de Nederlandse samenleving. De commissie is ervan overtuigd is dat dit proefschrift daar een belangrijke bijdrage aan zal leveren.
Hoewel alledrie de genomineerde proefschriften alle van bijzonder hoge kwaliteit zijn, bleek het niet moeilijk om consensus te bereiken over de winnaar. Vanwege de theoretische diepgang, de breedheid van benadering, de grondigheid van onderzoek, en de kristalheldere en genuanceerde wijze waarop de auteur verslag doet, heeft de jury unaniem besloten om de AVT/Anéla dissertatieprijs 2021 toe te kennen aan Ulrika Klomp.
Laat een reactie achter