Momenteel ben ik bezig de laatste hand te leggen aan het boek De taalkunstenaar, naar een nieuwe basisdidactiek voor het taalonderwijs. Het is een neerslag van al mijn ideeën die ik heb opgedaan tijdens mijn onderwijscarrière als leraar in het basisonderwijs, freelance educatief auteur en als pabodocent Nederlands. Het is in eerste instantie bedoeld voor leraren in het basisonderwijs en pabostudenten, maar is wellicht ook geschikt voor het middelbaar en voortgezet onderwijs.
In mijn boek behandel ik een nieuwe taaldidactiek met als rode draad: de leerling aan het woord. De didactiek bestaat uit vier basismodellen:
1. Het schrijven van een eigen tekst door de leerling.
Deze tekst wordt in tweetallen, groepjes van vier of klassikaal gedeeld, besproken en mogelijk gepubliceerd. Bovendien wordt de eigen tekst als startpunt gebruikt bij alle andere taallessen. Denk aan een les over zelfstandige naamwoorden, waarbij de leerling eerst in haar eigen tekst de zelfstandige naamwoorden zoekt en daar diverse bewerkingen mee uitvoert (al naar gelang het doel van de les).De leraar stuurt het schrijven van de eigen tekst door een gepaste werkvorm aan te bieden zoals de One-two-4allmethode (individueel-tweetallen- viertallen- klassikaal) die in het boek wordt uitgelegd.
2. Het taalonderzoek
De leerlingen doen onderzoek naar achtergronden van haar eigen tekst, maar ook naar achtergronden van aangeboden teksten (ook buiten de taalles zoals een geschiedenistekst).De leraar stuurt dit door een werkvorm aan te bieden (de vier V’s: verzamelen, vergelijken, vragen stellen, vastleggen) en door zijn eigen inzichten te delen.
3. Het taalgesprek
De leerlingen bespreken in tweetallen, groepjes van vier of klassikaal hun eigen teksten, aangeboden teksten, maar ook taalkundige thema’s die hierdoor aan de orde komen. Het taalgesprek kan diverse vormen aannemen: groepsgesprek, klassikaal gesprek maar ook in de vorm van een sprekershoek.
4. Het taalspel
De leerlingen onderzoeken en ontdekken de taal door ermee te ‘spelen’. Dat kan in de vorm van taalspelletjes, maar ook via diverse vormen van performance (voordragen, voorlezen, toneelspelen, spoken word).De ‘lichamelijkheid’ van de taal speelt daarbij een belangrijke rol: houding, mime, gelaatsuitdrukking, gebaren. In het boek worden bij alle taalonderdelen praktijksuggestie gegeven. Het is de bedoeling dat de leraar de didactiek inpast in zijn eigen lesprogramma. Het is dus geen methode!
In april gaat het manuscript naar de uitgever. Tot die tijd zoek ik meelezers die het boek willen beoordelen op inhoud, uitwerking en haalbaarheid. Mensen die zich aanmelden, stuur ik digitaal de laatste versie toe. Stuur een mail naar Ben Verschuren: info@benverschuren.nl
van loon tony zegt
Ik wil wel mee lezen en uitproberen
leraar nederlands op rust sinds 2010
Luberta Werkman zegt
Ook ik heb me aangemeld.
Weliswaar geen onderwijservaring maar wel meeleeservaring.
En nu eveneens “op rust”.