Nieuwe titels in de DBNL, van onder meer Ernest Claes, Sybren Polet, Theun de Vries en Hélène Swarth.
Slap laat de wilg, waarin de winden klagen,
Haar lange takken in den vijver hangen,
Terwijl de golfjes, die haar loof ontvangen,
De zilvren blaadjes ver van d’oever drangen.
Dat rillend ruischen klinkt als grafgezangen!
In plaats van vogelliedjes, wilde vlagen
Van storm en regen. ‘k Voel mijn hart versagen
En bange tranen stroomen langs mijn wangen.
Ik zie het loover, met Septembers verven
Bemaald, neerdwarrlen; ‘k zie het water wassen,
Waarin de zware druppels gonzend plassen.
‘k Hoor om het huis, profeten van verderven,
Doordringend schril, de zwarte kraaien krassen —
En ’t is mij vreemd te moede, als ging ik sterven.
Hélène Swarth (1859-1941)
uit: Eenzame bloemen (1885)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter