Een middag lang
Een middag lang naar elkaar liggen kijken
met niets dan liefde aan. Zijn wat je hebt:
stilte die een schouder voor stilte schept,
lippen en handen die adem aanreiken.
Even soms huiveren, niet van gedachten,
maar van verlangen dat zichzelf niet kent:
een kind van aarde. Hebben wat je bent:
trage honger, klein niemandsland van wachten.
Werkelijkheid proeft aarzelend droom:
beiden komen tot nieuw verwisselend leven;
vraagtekens die elkander antwoord geven,
buigende oevers van eenzelfde stroom:
de eeuwigheid tussen ons ingeschoven.
Dat wij dat zijn, het is niet te geloven.
Michel van der Plas (1927-2013)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter