Elegie
Zondag op het land.
Roken en door ’t venster staren:
linden voor de gevel,
trage knapen gaan voorbij.
Zomeravond op de velden
en de verre treinen kan men horen.
Grachten die naar heimwee smaken,
vergezichten, klokken die mij plagen
komen ’t hart zijn honig roven.
En de dorpen die ik door wil trekken,
waar de bruiden wonen,
waar de boten varen op de stromen,
roepen mij in ‘t dalend donker:
in het koren staat een huis.
Maar ik toef hier voor het venster
van een boerenkamer
waar een stoel de stilte tekent
en de bloemen bruin verwelken
in een glas groen water.
Maurice Gilliams (1900-1982)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter