Een gastcollege bij neerlandistiek. Arnon Grunberg is op bezoek in de mastercursus ‘De tragische structuur in de roman’. De studenten hebben Onze Oom gelezen, en de vele overeenkomsten gezien met Antigone, de antieke tragedie van Sophocles die ze ook hebben gelezen. De namen van de hoofdpersonen komen overeen, hun lot, en zo bleken er nog veel meer betekenisvolle parallellen tussen de teksten.
De studenten vragen de auteur dus naar deze intertekstuele verwijzing. Hij, voorkomend als altijd, antwoordt op al hun vragen over zijn roman, maar ontkent in alle toonaarden dat Antigone er iets mee te maken heeft. Ook al speelde hij op de middelbare school een rol in het stuk, ook al heet de hoofdpersoon ‘Anthony’. Zo ondervond deze masterwerkgroep wat ze al in de propedeuse geleerd hadden: het heeft geen zin te vragen naar de bedoeling van de schrijver.
De ‘intentional fallacy’, noemden Wimsatt and Beardsley dat in 1954: een interpretatie baseren op de bedoelingen van de auteur. Studenten Nederlands zagen voor hun eigen ogen gebeuren waarom je betekenisgeving niet kan baseren op zulke intenties: de uitdrukking ervan in een tekst kan immers falen, of een schrijver kan over zijn of haar doelen liegen, of er zelf domweg geen idee van hebben. Het laatste geval wordt opnieuw door de casus Grunberg geïllustreerd. De hoofdpersoon van diens roman De asielzoeker heet Beck. Toen ik de auteur voorlegde dat dit de naam was van een van de bewakers van zijn moeder in het concentratiekamp, volgens haar eigen memoires, raakte Grunberg ontroerd. Hij had werkelijk geen idee van deze verwijzing naar de Holocaust-geschiedenis.
De betekenis van de tekst, en dat is wat iedereen van de neerlandistiek (en de literatuurwetenschap) kan leren, is dus niet wat de auteur er bewust in heeft gestopt. Betekenis komt tot stand door de analytisch denkende en affectief geraakte lezer, door de steeds veranderende historische context, maar ook bijvoorbeeld door het medium van de tekst.
Interpretatie is dan ook geen kwestie van het oplossen van een van te voren bedachte puzzel. Het is eerder als ‘terugschrijven’: een nieuw verhaal maken van een verhaal, met je kennis van andere romans, van de cultuurgeschiedenis, met hulp van degelijke tekstanalytische instrumenten die iedereen kan leren en ook met inzet van de lezers eigen context en haar gevoelens. In dialoog met andere lezers of leerlingen, docenten en critici.
Want het enige doel dat de schrijver met zekerheid heeft, is de lezer kennis te laten maken met de magie die betekenisgeving kan zijn.
Yra van Dijk is hoogleraar, docent en schrijver.
jandeputter zegt
En vervolgens is er dus een klein legertje literatuurwetenschappers nodig om te deconstrueren hoe deze magische interpretatie tot stand is gekomen onder invloed van het cultureel kapitaal van interpreten met hun eigen particuliere preoccupaties en misverstaan is door geen rekening te houden met een veranderende historische context. Waarna er een discussie ontstaat over de vraag wat ‘degelijke tekstkritische instrumenten’ zijn.