Nr. 262 in de Klassieker-reeks van online poëzietijdschrift Meander, met een bespreking van en toelichting op het gedicht door Hettie Marzak.
Pastiche-Nerval
Waar is de korenblonde?
begraven en vergaan!
Heeft niemand uit de tombe
haar lichtend op zien gaan?
Haar lippen bloedkoralen,
haar voorhoofd van albast;
o, vloek der manestralen
over het wuivend gras —
Haar lippen bloedrobijnen,
haar tanden wit en wreed;
o, gruwelvolle rijmen
waar niemand meer van weet —
Waar ligt de korenblonde
begraven in het land?
Zij die haar weelde schonden
zijn grijs en uitgebrand.
Vervloekt, verlamd, vergeten,
ontluisterd door het kwaad:
drie doden en één leven,
haar nooit verzoend gelaat.—
E. du Perron (1899-1940)
uit: Mikrochaos (1932)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter