Levenstijden.
1: Lentegevoel.
DENKER.
Tintlend dartelt over bloemen.
Zonnestraal bij zonnestraal…
Harte, weet ge wat te roemen
Bij dit heilig liefdemaal?
Louter glansen, louter geuren,
Jagen henen ’s winters treuren,
Welk een leven! welk een praal!
Daalt de nacht op aarde neder,
Hoort, daar heerscht de liefde weder,
Zingend door den nachtegaal.
VOLKENREI.
Geest, die in den lichtglans zweeft,
Geest, die in den dauwdrop beeft,
Geest, die in den bloemkelk geurt,
Geest, die onze zielskracht beurt,
Gij, die nooit de doodrust vreest,
Aan u onzen heildank, geest!
REI VAN JONGELINGEN.
Laat ons lachen, laat ons lieven,
Schoone meisjes, komt met ons.
REI VAN MEISJES.
Laat ons lachen, hartedieven,
Hupplen bij het biegegons.
JONGELINGEN.
Laat ons zoenen nippen,
MEISJES.
Bloemen plukken!…
JONGELINGEN.
Boezems drukken!…
MEISJES.
’t Zal niet lukken.
JONGELINGEN.
Laat ons zoenen nippen,
Malsche wangen, warme lippen….
MEISJES.
Ach! wie denkt, in ’t schoon getij,
Aan die gekke schelmerij?
JONGELINGEN.
Wij!
Schaterlach en Krekelzang. – Pooze. – Zacht en steeds klimmend biegegons.
MEISJES EN JONGELINGEN.
Laat ons lachen, laat ons lieven,
Vreugde kan toch niemand grieven,
Dat door onze blijde zangen,
Elke ziel, vol minverlangen,
Van de zoete hope droomt
En met moed het leven binnenstroomt!
VOLKENREI.
Geest, die in den lichtglans zweeft,
Geest, die in den dauwdrop beeft,
Geest, die in den bloemkelk geurt,
Geest, die in onze zielskracht beurt,
Gij, die nooit de doodrust vreest,
Aan u onzen heildank, Geest!
Emanuel Hiel (1834-1899)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter