Op woensdag 18 mei is prof. dr. Thijs Pollmann overleden in zijn woonplaats Amsterdam. Hij is 82 jaar oud geworden.
Thijs heeft voor mij veel betekend. Hij was een van mijn docenten toen ik in 1971 in Utrecht Nederlands kwam studeren, bij hem werd ik in 1973 student-assistent en hij begeleidde en beoordeelde mijn afstudeerscriptie in 1976. Jaren later gingen we samen als onderzoekers aan het werk, met een constructie waar Thijs mij tijdens mijn studie al eens op gewezen had: schattingsparen van het type ‘een jaar of vijftig, zestig’.
In de eerste periode heb ik Thijs, met gepaste student-docentafstand, bewonderd vanwege zijn didactische kwaliteiten, zijn grote belezenheid, zijn bedachtzaamheid en zijn engelengeduld. Toen we later gingen samenwerken, kwam daar mijn ontzag bij voor zijn creativiteit als onderzoeker, voor de vasthoudendheid waarmee hij nieuwe ideeën gestalte wist te geven en voor de persoonlijke belangstelling waarmee hij mij, andere collega’s en zijn studenten altijd omringde. Nog weer later, toen hij zich na zijn afscheid van de universiteit aan de vertaling zette van Thomas Manns in veel opzichten ontzagwekkende roman Joseph und seine Brüder, werd ik opnieuw getroffen door zijn grote en veelzijdige talent en door de vasthoudendheid waarmee hij dat gebruikte om iets moois en belangwekkends tot stand te brengen.
Want in veel opzichten heeft Thijs dat gedaan. Zo introduceerde hij als Utrechts taalkundedocent in het begin van de jaren zeventig de cursus Constructieanalyse. Daarin werden studenten aangemoedigd om zinnen en woordgroepen te doorgronden die helemaal niet bijzonder of interessant leken maar dat bij nadere beschouwing wel degelijk waren. Van de vaardigheden, de inzichten en vooral de belangstelling voor taalkundig onderzoek die dat opleverde, profiteren de studenten die deze cursus volgden nog steeds. Er is geen student die aan die cursus meedeed die daar niet met veel plezier aan terugdenkt (hoe een constructie als deze precies in elkaar zit, was het soort vraag dat Thijs deze studenten graag voorlegde).
Van groot belang voor de organisatie en de inhoud van het onderwijs in de hele Utrechtse letterenfaculteit – en niet alleen daar – is de totstandkoming geweest op zijn initiatief van de opleiding Algemene letteren (nu Taal- en cultuurstudies). Thijs was ervan overtuigd dat studenten, mits goed geïnformeerd, zelf in staat zouden zijn om vorm te geven aan een opleiding die past bij hun eigen voorkeuren en ambities, en om met zo’n opleiding ten minste hetzelfde niveau te bereiken dat in meer traditionele letterenopleidingen wordt bereikt. De tijd heeft hem gelijk gegeven. Grote groepen studenten hebben waargemaakt wat Thijs van meet af aan voor ogen heeft gestaan. Van de weerstand waarop zijn vernieuwingsideeën in het begin stuitten, is weinig of niets overgebleven – ook al omdat de groeiende studentenaantallen bij Algemene letteren profijtelijk bleken voor andere opleidingen. Anno 2022 is de optie van een ‘brede bachelor’ die in Algemene letteren zijn voorloper had, aan Nederlandse universiteiten gemeengoed geworden.
Dat heeft Thijs natuurlijk plezier gedaan, net als de frequente verwijzingen naar het onderzoek op het gebied van taal en getallen, en de uiterst positieve ontvangst van zijn meesterlijke vertaling Jozef en zijn broers. Maar bescheidenheid is Thijs altijd blijven kenmerken. Ik ben hem dankbaar voor zijn vriendschap en voor het voorbeeld dat hij ook in dat opzicht gegeven heeft. Ik weet zeker dat hetzelfde geldt voor de andere studenten en collega’s die het voorrecht hebben gehad met Thijs te mogen werken. We gedenken hem met veel warmte.
Op de site van de Universiteit Utrecht staat een in memoriam waarin Thijs herdacht wordt door zijn opvolger bij Algemene Letteren, Berteke Waaldijk.
jos biemans zegt
Prachtig stuk, Carel! Geheel mee eens. ik heb ooit nog eens tentamen bij hem thuis gedaan, in de zomer. Aardige, eigenzinnige, vernieuwende man, met belangstelling voor mensen. Dank. Hartelijk, Jos Biemans