In Dendermonde wordt om de tien jaar een Ros Beiaardommegang gehouden, die door de UNESCSO is erkend als immaterieel werelderfgoed. Daarin wordt het verhaal van de Vier Heemskinderen uitgebeeld, die voortdurend overhoop liggen met hun oom Karel de Grote. Het verhaal is spannend en vol van strijd, list en avontuur.
In dit leermiddel wordt de traditie van de Ros Beiaardommegang in Dendermonde als uitgangspunt genomen, maar we focussen vooral op de oorspronkelijke teksten van de Middelnederlandse Karelroman in versvorm Reinout van Montalbaen uit de dertiende eeuw en de latere prozaroman De historie van de Vier Heemskinderen uit de vijftiende eeuw.
Wie de Dendermondse versie van dit verhaal vergelijkt met de originele tekst, komt al gauw tot de constatering dat de stad Dendermonde zich in de loop der tijden het Ros Beiaard heeft ‘toegeëigend’. De Dendermondse versie van het verhaal eindigt met de verdrinking van het Ros. Maar het oorspronkelijke verhaal eindigt met een wending, die in Dendermonde kennelijk wordt vergeten: Reinout belooft nooit meer een zwaard te hanteren en hij trekt zich terug uit de wereld als heremiet of kluizenaar om alleen nog God te kunnen dienen. Het spreekt vanzelf dat dit slot niet past in de Dendermondse versie, waarin alleen aandacht is voor de heldendaden van het paard en zijn berijders en niet wordt stilgestaan bij de boodschap van het oorspronkelijke verhaal.
De grote ‘vervalser’ van het verhaal was de negentiende-eeuwse Vlaamse schrijver Prudens van Duyse, die in met grote stelligheid beweerde dat de plaatsnaam Dordonne uit de Middelnederlandse tekst gelezen moest worden als ‘Dendermonde’. Hij nam ook andere initiatieven om Dendermonde voorgoed te verbinden met de Ros Beiaardstof. Zo publiceerde hij onder meer een ballade van 35 strofen, waarin hij alle hoogtepunten van het verhaal in Dendermonde situeert, en een liedtekst, die begint met ‘’t Ros Beiaard doet zijn ronde in de stad van Dendermonde’, waarvan de melodie al wel bekend was, maar de tekst grotendeels door hem was verzonnen.
In dit leermiddel krijgen de leerlingen ook een fragment van De historie van de Vier Heemskinderen te lezen in een vertaling in hedendaags Nederlands, gevolgd door een aantal tekstbestuderende en tekstervarende vragen en opdrachten. Het leermiddel bevat niet alleen werkbladen voor de leerlingen, maar ook een uitvoerige handleiding voor de leraar. Het kan zowel gebruikt worden voor klassikaal onderwijs als voor zelfstudie en afstandsonderwijs.
Jan Uyttendaele zegt
Sorry, ik vergat het jaar te vermelden waarin Van Duyse ‘ontdekt’ had dat het verhaal zich in Dendermonde afspeelde: 1838.